Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Balanceren tussen restaureren en modificeren

De term restomod is een samentrekking van de woorden ‘restoration’ en ‘modification’. Het resultaat was traditioneel een klassieke auto waarbij op zo onopvallend mogelijke manier moderne technieken zijn toegepast. Deze trend neemt sterk in populariteit toe. MASTERS zoekt uit waarom en spreekt met enkele belangrijke spelers in deze branche.

Tekst Natan Tazelaar

De auto-industrie is onderhevig aan een radicale transformatie omdat politici op ondoordachte en zelfs onverantwoorde wijze een algehele elektrificatie forceren die de auto-industrie ingrijpend en onomkeerbaar zal aantasten. Dan is er ook nog het fenomeen autonoom rijden dat steeds verder doorgevoerd wordt door ambitieuze tech-ondernemers. Als liefhebber van ouderwets autorijden en traditionele verbrandingsmotoren krijg je daarom sterk het gevoel dat de auto-industrie over zijn hoogtepunt is. Alsof de mooiste jaren inmiddels achter ons liggen. Moderne auto’s lijken steeds meer op een emotieloze mobiliteitsoplossingen waar eigenaren net zoveel binding mee hebben als met een smartphone of tablet. Handig in gebruik, maar zodra een nieuw en verbeterd exemplaar zich aandient, ben je het oude direct vergeten. Dat is met klassieke auto’s heel anders en daar ligt ook het succes van een bloeiende klassiekermarkt met stijgende prijzen. Mensen koesteren oude auto’s en zijn bereid veel geld te betalen om ze weer in originele staat te brengen en houden. Dat sommige klassiekers in het moderne verkeer toch wat achterblijven (soms zelfs letterlijk) is niet verrassend, want de technische ontwikkelingen denderen voort. Voor je het weet is zelfs een indrukwekkende sportauto van weleer niet meer in staat om zelfs een gemiddelde leaserijder voor te blijven tijdens een stoplichtsprintje. Maar ook bijvoorbeeld het koppelen of zelfs opladen van een mobiele telefoon is vaak een probleem, of de oude airco kan ’s zomers het interieur nauwelijks dragelijk houden. Zeker wanneer je een klassieker voor meer gebruikt dan enkele plezierritjes met mooi weer, kan die oude techniek een spelbreker zijn en daar komt nog eens bij dat betrouwbaarheid beslist niet vanzelfsprekend is.

Restored, reimagined, reborn

In de VS is het al decennialang niet ongewoon dat specialisten auto’s niet alleen restaureren, maar gelijktijdig ook voorzien van moderne techniek, dus modificeren of moderniseren zo u wilt. Denk dan bijvoorbeeld aan een moderne en vooral krachtiger motor, een nieuwe transmissie, andere veren, dempers en wielophanging met moderne wielen en banden waardoor het weggedrag beter en veiliger wordt, en dit alles terwijl de auto er nog uitziet als een klassieker. Wie in de VS wel eens een coffee & cars bezocht heeft kent vast de Mustangs, Chevelles en Corvettes die met grote veelal verchroomde wielen en ultra platte banden komen aanrollen met een diepe roffel uit de uitlaten die blijk geeft van ingrijpende motorische aanpassingen. Het was echter de firma Singer die in 2009 in Californië onder het motto restored, reimagined, reborn Porsche’s 911 uit de jaren negentig (964) begon te restaureren en vooral modificeren. Het bedrijf werd opgericht door de Britse muzikant Rob Dickinson en de naam Singer is niet alleen een verwijzing naar zijn voormalige zangcarrière, maar ook een eerbetoon aan de bekende Porsche-engineer Norbert Singer. De creaties van Singer ogen als 911-varianten uit de jaren zestig, met volledig naar klantenwens aangepaste interieurs waarin materialen van de hoogste kwaliteit met uiterste zorg zijn verwerkt. Ook motorisch en qua onderstel zijn de auto’s ingrijpend aangepast en verbeterd. Een Singer is daarmee inmiddels een geaccepteerd begrip onder de normaal gesproken zeer eenkennige en traditionele Porsche-liefhebbers.

Vigilante: een klassieke Jeep met een in eigen beheer ontwikkeld onderstel

Nep

Waar bij de term restomod vooral het modificeren een belangrijk ingrediënt vormt, zijn er nog verschillende andere begrippen zoals replica, recreation, remastered en continuation die veelvuldig voorkomen. Een belangrijk verschil daarbij is echter dat een recreation en continuation geen gemoderniseerde klassiekers zijn, maar nieuwgebouwde exemplaren van modellen die al decennia oud zijn. Bentley en Aston Martin leveren bijvoorbeeld nieuwe exemplaren van modellen als respectievelijk de 1929 Bentley Team Blower en de DB4 GT Zagato. Dit zijn echter exacte kopieën met vaak ongebruikte oude chassisnummers en die kunnen dus ook niet op kenteken gezet worden, omdat ze niet meer aan de huidige homologatie-eisen op het gebied van uitstoot en veiligheid voldoen. Over de term replica kunnen we kort zijn, want dit zijn auto’s die op iets anders moeten lijken dan wat het werkelijk is, zoals bijvoorbeeld een Pontiac Fiero die op een Lamborghini Countach lijkt of een Ferrari 250 GTE die gebruikt wordt als basis voor een Ferrari 250 GT California Spyder. Nep dus. Een recreation of continuation heeft nog als voordeel dat de oorspronkelijke fabrikant ze bouwt en met exact dezelfde specificaties als het origineel, maar een replica is echt een stap te ver en staat in deze rangorde ook helemaal onderaan de lijst.

 

”In de VS geloven mensen niet meer blindelings dat elektrificatie de allesomvattende oplossing voor alle milieuproblemen is”

 

Monsterlijk

Een typisch voorbeeld van restomods in de klassieke zin des woords zijn de creaties van Vigilante 4×4, een specialist uit de Hill Country nabij de Texaanse hoofdstad Austin. De firma wordt gerund door Daniel van Doveren, een voormalige tech-ondernemer uit België van Zweeds-Nederlandse afkomst. “Nadat ik mijn digitale beveiligingsbedrijf in België verkocht had, wilde ik iets totaal anders doen en dan vooral iets waar ik echt plezier aan beleef”, vertelt Van Doveren in vloeiend Nederlands met een licht Frans accent, afgewisseld door Engels met een Vlaams-Texaanse tongval. “Goed geld verdienen is natuurlijk prettig, maar ik vind dat je ook gemotiveerd moet zijn wanneer je naar je werk gaat. Dat kan alleen als je geniet van wat je doet”, glimlacht hij. Vigilante ontwikkelde in eigen beheer een chassis voor de klassieke Jeep Grand Wagoneer en afgeleide varianten, met nieuwe wielophanging en de mogelijkheid om moderne Mopar-motoren te monteren zonder aanpassingen aan de carrosserie te hoeven doen. “We gebruiken de Hellcat crate engine, maar er zijn ook klanten die liever een atmosferische 392 hebben. Die levert standaard 485 pk uit 6,4-liter en de Hellcat komt op 717 pk uit 6,2-liter met een compressor. Dit zijn projecten waar ik dus heel blij van wordt. Je neemt een prachtige klassieke Jeep die ik altijd al mooi gevonden heb, maar je restaureert hem niet alleen, je verbetert er ook van alles aan. Voorheen deed ik dit soort werkzaamheden al met mijn vader en vrienden, maar dat was voor eigen plezier en gebruik en zo heb ik een aardige collectie opgebouwd. Ik kreeg altijd heel positieve reacties op mijn restauraties en dat heeft ertoe geleid dat ik dit naar een ander niveau wilde tillen. Door het als bedrijf in 2017 in Amerika te vestigen kon ik ook een tweede wens in vervulling laten gaan, want ik houd van Amerika.” Voor wie nog veeleisender is, levert Van Doveren een monsterlijke V10. Deze zogenaamde Prefix is in basis de motor uit een Dodge Viper, maar met een inhoud van 9 liter en vrijwel allemaal nieuwe interne onderdelen met 870 pk als resultaat.

Milieuproblemen

Nieuwsgierig naar de opkomst van elektrische auto’s en sommige specialisten die bijvoorbeeld klassieke Porsches 911 en Rolls-Royces Phantom ombouwen met elektrische aandrijflijnen, vragen we Van Doveren naar zijn mening op dit gebied. “Ik heb er zeker serieus naar gekeken want er is een markt voor, maar dat zijn toch andere kopers. Liefhebbers van restomods zijn traditionele autoliefhebbers en met een elektrische aandrijflijn is de ziel uit een auto verdwenen. Een relatief eenvoudige drop-in met standaard elektromotoren en batterijen in plaats van en op de plaats van de brandstofmotor en benzinetank kost al snel 50.000 dollar. De kwaliteit daarvan is echter ondermaats en dan heb ik het niet eens over de manier waarop de levensduur van de accu’s terugloopt. Ook het bereik is erbarmelijk met maximaal 400 kilometer. Dat werkt in Nederland misschien, maar hier in de VS en zeker in Texas hebben mensen daar niks aan. Je kunt ook voor een betere oplossing gaan waarbij de elektromotoren in de wielnaven zijn ingebouwd, maar dan praat je over een ombouw van ongeveer 100.000 dollar. Voor een V10 ben je ongeveer zestig mille kwijt en voor een V8 nog minder, dus klanten hoeven daar niet lang over na te denken.” Van Doveren heeft ook een interessante visie op de toekomst van elektrisch rijden, want daar is hij geen voorstander van. Als grossier in extreem krachtige V8- en V10-motoren lijkt hij hiermee voor eigen parochie te preken, maar recente ontwikkelingen bevestigen zijn stelling. “Je ziet de dalende interesse hier in de VS al, mensen geloven niet meer blindelings dat elektrificatie de allesomvattende oplossing voor alle milieuproblemen is. In Nederland zal de overheid nog wel even doordrukken en duurt het wellicht langer voordat mensen dit gaan inzien, vooral omdat de afstanden bij jullie veel kleiner zijn en de actieradius dus een minder belangrijke factor is.” Eerder dit jaar vroeg de Amerikaanse editie van The Week zich ook hardop af of de markt voor elektrische auto’s zijn ‘spanning’ verloren had en kopte Reuters ‘Verhuurgigant Hertz dumpt elektrische auto’s, waaronder Tesla’s, voor benzineauto’s’. Een ander probleem met volledig elektrische restomods is de snel verouderende techniek. Met een wachtlijst van enkele jaren, omdat Van Doveren momenteel 22 auto’s in aanbouw heeft, is de batterijtechniek verouderd wanneer hij de auto’s aan klanten uitlevert. Mensen verwachten natuurlijk niet dat ze een verouderd product in ontvangst nemen wanneer ze enkele honderdduizenden dollars voor hun auto betaald hebben. Van Doveren is enorm streng op de kwaliteit van zijn producten en wil onder geen voorwaarden compromissen sluiten. Zijn keuze voor traditionele en hoogwaardige verbrandingsmotoren staat dus vast.

Daniel van Doveren | Beeld: CapturingTheMachine

 

”Intern zien we restomod als twee verschillende hendels in één proces”

 

DTM-kampioen

Een onderneming die ook gedreven wordt door kwaliteit, maar die aan de andere kant van het restomod spectrum opereert is HWA uit Zuid-Duitsland, gerund door een van de oprichters van de bekende Mercedes-Benz turingfirma AMG. De inmiddels 86-jarige Hans-Werner Aufrecht is de A in AMG, de onderneming die hij in 1967 samen met Erhard Melchter, de M in de naam, oprichtte in het Zuid-Duitse dorpje Großaspach, waar de G van afgeleid is. Nadat Aufrecht in 1998 een meerderheidsbelang in AMG aan het toenmalige DaimlerChrysler verkocht, nam hij de raceactiviteiten en uitzonderlijke ontwikkelingen voor de straatauto’s van Mercedes-Benz voor zijn rekening met de nieuwe firma waaraan hij eenvoudigweg zijn initialen HWA gaf. Het bedrijf heeft eind 2023 de HWA Evo aangekondigd en dit is een volledig gemoderniseerde variant van de Mercedes-Benz 190 E 2.5-15 Evo II, waarmee in 1992 het prestigieuze DTM-kampioenschap werd gewonnen. In datzelfde kampioenschap was HWA’s Chief Technical Officer Gordian von Schöning jarenlang actief en hij is dus een ervaren engineer. Op de vraag waarom HWA gekozen heeft voor een restomod op basis van de 190 Evo II reageert hij: “We wilde een auto neerzetten waarmee we duidelijk kunnen laten zien wat de kwaliteiten van HWA zijn. Op deze manier zien klanten onze autosport-DNA, maar ook waar we technisch toe in staat zijn. We hebben niet gekozen voor een compleet nieuwe straatauto of bijvoorbeeld een raceauto die alleen het circuit op mag en ook niet voor een ouder, historisch model als uitgangspunt. In de eerste plaats moet je, om een gloednieuwe auto te ontwikkelen, een enorme merkbekendheid hebben. Een compleet nieuwe auto maken is ook iets waar je heel veel moeite voor moet doen, vooral op het gebied van techniek en ontwikkeling. Ik weet echter niet zeker of we de HWA Evo wel een restomod moeten noemen, omdat we bijna alles aanpassen en weinig echt restaureren”, aldus Von Schöning.

HWA Evo: een gemoderniseerde interpretatie van de Mercedes-Benz 190 E 2.5-15 Evo ll

Eerbetoon

“We kennen het woord restomod, maar niemand legt precies uit wat dat betekent”, vervolgt Von Schöning. “We zien het intern als twee verschillende hendels in één proces. De ene hendel bedient de restauratie, de andere hendel de modificatie, maar als je veel restaureert, kun je niet veel modificeren, want beide factoren zijn met elkaar verbonden. Als je veel modificeert kun je dus niet veel restaureren en dat is waar wij voor gekozen hebben. Het uitgangspunt voor de HWA Evo is een oud 190-chassis (W201). Het hoeft niet noodzakelijkerwijs een 2.3 of 2.5-16 te zijn, het kan zelfs een diesel zijn met veel kilometers zijn, maar geen roestig of beschadigd exemplaar. We gaan alle coatings en verf van het chassis verwijderen. Dus we hebben het blanke metalen chassis en dan doen we alle aanpassingen om het stijver te maken en ruimte te maken voor de grotere wielen en de volledig nieuw ontwikkelde wielophanging. Die is volledig onafhankelijk en dus volledig anders dan bij het origineel. Hier komt duidelijk onze race-ervaring naar voren. We zullen ook een zeer specifiek ABS- en ESP-systeem ontwikkelen. Want de gewichtsverdeling is volledig anders en in combinatie met het volledig nieuwe onderstel is dat belangrijk. Dit geeft de auto ook de kwaliteit en het vertrouwen van een moderne auto, waar wij zwaar aan tillen.” De motor die HWA gekozen heeft is een bestaande V6 van Mercedes-Benz met een inhoud van drie liter, twee turbo’s en een vermogen van 450 pk. Voor een betere gewichtsverdeling komt de eveneens nieuwe handgeschakelde 6-versnellingsbak achter in de auto te zitten, waarvoor ook weer aanpassingen nodig zijn aan het chassis. Daarmee is duidelijk wat Von Schöning bedoelt wanneer hij niet zeker is of dit nog wel een restomod is. Feitelijk bouwt HWA een volledig nieuwe auto die een eerbetoon is aan de oude 190 Evo II en alleen een deel van het bestaande chassis wordt gebruikt. Dat laatste is overigens belangrijk, want op die manier heeft de auto al een kenteken en is dus geen nieuwe typegoedkeuring vereist. Een interessant detail is nog dat HWA maar liefst honderd exemplaren van de Evo gaat bouwen, tegen een prijs van 714.000 euro exclusief belastingen en met een aanbetaling van dertig procent. De eerste exemplaren worden eind 2025 afgeleverd en HWA verwacht vooral interesse vanuit de VS, maar ook uit Europa, Azië en de Arabische wereld.

Dat de meningen verdeeld zijn over wat precies een restomod is moge duidelijk zijn, want elke specialist heeft zijn eigen denk- en werkwijze. Waar Vigilante voor de traditionele manier kiest met nauwelijks zichtbare aanpassingen aan de buitenkant, daar kiest HWA voor een radicaal andere aanpak waar nauwelijks nog iets overblijft van het origineel, behalve de uitstraling. Eén ding is echter zeker, het is een lucratieve en explosief stijgende nichemarkt en daar komen creaties uit voort waar zelfs de meest exotische autofabrikanten zich niet mee kunnen meten.

Hans-Werner Aufrecht en Gordian von Schöning

MASTERS Magazine

Dit artikel is afkomstig uit MASTERS Magazine. Hoe passie, vakmanschap en bevlogenheid de zintuigen kunnen opwinden. Dát is de rode draad van de voorjaarseditie van MASTERS, die voert langs menig horecaondernemer: van de grote winnaar van de afgelopen Michelin-ceremonie, Jurgen van der Zalm van Vinkeles, tot ‘Horecaondernemer van het Jaar’ Herman Hell. Over Michelin gesproken: wat is eigenlijk de impact van de groene ster, die in 2021 het hemellicht zag? MASTERS legde die vraag voor aan een zestal prominente chefs. Dennis Albada Jelgersma doet tijdens een zakenlunch in restaurant Bridges uit de doeken hoe hij boert als wijnboer en het leven viert: “Niet met een blokje kaas en een lauw pijpje.” Dat een goede outfit als een feestmaal voor het oog is, bewijzen de appetijtelijke creaties in Culinaire Couture. Ook is de fascinerende fotografie van David Yarrow een lust voor het oog. We stappen in de Lucid Air Touring om te ervaren of de elektrische auto net zo op de zintuigen kan werken als de verbrandingsmotor. En we betreden de hemel voor audiofielen: Bang & Olufsen Brussee. Kortom: volop prikkels voor de leespapillen. Een nummer om van te smullen!

Bestel hier MASTERS Magazine #57