Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Winfred de Nijs: ‘We leven in een cultuur waar je geen fouten mag maken’

Dit jaar viert het familiebedrijf M.J. De Nijs en Zonen haar 101-jarig bestaan. Het bouwbedrijf was verantwoordelijk voor het restauratieproject van de oude tramremise De Hallen, museum Hermitage Amsterdam, de bouw van het Eye Filmmuseum en momenteel de renovering van het voormalig KPMG-kantoor in Amstelveen naar high-end woningen: The Mayor. Aan het roer staat de 64-jarige Winfred de Nijs. Hij is de derde generatie van het familiebedrijf en bereidt zich voor om het bedrijf over te dragen aan de vierde generatie. Zijn carrière startte in Zuid-Afrika en nu mag hij zich al twaalf jaar lang algemeen directeur noemen, maar wie hielp Winfred met de bouw van zijn carrière?Tekst: Patrick Stoffer
Beeld: De Nijs en Zonen

Wat was jouw allereerste baan?

‘’Op mijn 21e vertrok ik naar Zuid-Afrika om daar aan de slag te gaan als stageloper en daarna als productiemedewerker bij een heel groot bedrijf, genaamd Iscor. Hier werd ijzer georganiseerd en toen ging dat nog met een gemetselde oven waar het ijzer doorheen ging. Die vielen nog weleens uit elkaar en daar gebeurde vreselijke ongelukken mee. Ik heb hier meegeholpen aan een nieuwe aluminiumlijn. Deze nieuwe lijn kwam uit Amerika en dat is daar opgesteld. Hier mocht ik aan meewerken.’’

Hoe ben je in je huidige werk terechtgekomen?

‘’Bouwbedrijf M.J. De Nijs en Zonen is een familiebedrijf dat dit jaar al 101 jaar bestaat, mijn achternaam is overigens ook De Nijs. In 1980 is er een groot project in Amsterdam aangenomen: de renovatie van de Piet Lodewijk Takbuurt. Dit zijn woningen die in de jaren ’30 zijn gebouwd in de Amsterdamse Schoolstijl. Mijn vader heeft mij in dat jaar gevraagd om terug te komen uit Zuid-Afrika en toen ben ik in het familiebedrijf gaan werken als werkvoorbereider. Hierna ik naar bedrijfsleider gegaan en zeven jaar later naar financieel directeur. De laatste twaalf jaar, sinds 2009, ben ik algemeen directeur van De Nijs en Zonen. ‘’

Wie was daarin jouw kruiwagen?

Het bedrijf bestaat inmiddels 101 jaar. Mijn opa heeft het overgedragen aan zijn zoons, waar mijn vader er een van was. Dus thuis werd er eigenlijk over niks anders gesproken dan het bedrijf, het werd er eigenlijk met de paplepel ingegoten. Mijn eerste kruiwagen was dus mijn vader, die me naar het bedrijf heeft toegetrokken. Daarnaast heb ik veel inspiratie gekregen van medewerkers die in het bedrijf werkten, maar ook van mensen waarvoor wij werkten. Architecten van naam en faam, zoals Joop van Stigt en Theo Bos, die inmiddels al zijn overleden. Mensen beseffen het vaak zelf niet dat zij voor iemand een kruiwagen zijn. Een goede kruiwagen doet het altijd onbewust.Foto: Rob Verhagen

Wat is je allergrootste passie in je vak?

‘’Mensen zijn trots op de gebouwen die ze hebben gemaakt. Wij hebben een vak waar wij iets mogen achterlaten op de wereld. Wij mogen de wereld iets geven wat het interessanter maakt. Zo hebben wij onder andere de Hermitage mogen maken, het Eye Filmmuseum en de Pontsteiger. Amsterdam is een belangrijke speerpunt. We zitten overal, maar altijd wel in de binnenstad. Mijn grootste passie is de wereld ietsje mooier maken. Je laat iets achter waar mensen kunnen genieten, kunnen leven en levensvreugde uit kunnen halen. De passie waarmee dat intern en extern gebeurt is prachtig.’’

Wat is het grootste leermoment geweest in je carrière?

‘’Een van mijn grootste leermomenten was wel dat ik op het eind van mijn schoolcarrière de stap heb gemaakt naar Zuid-Afrika. Niet vanwege Zuid-Afrika, maar het maakt je los van een bepaalde manier van denken. Door die stap te maken kom je in een wereldvreemd land waar je je helemaal zelf moet redden, want je bent hier toch beschermd opgevoed. Je komt daar aan en wordt op het vliegveld opgehaald. Red je eigen hier maar en de volgende dag moet je naar je werk met de bus 10 kilometer verderop. Je dan overeind houden en niet na een week denken: ‘ik wil naar huis toe’. Daar heb ik veel aan gehad. En natuurlijk de coaching van mijn vader in het bedrijf. Met mijn broer en neven heb ik later het bedrijf mogen leiden. In het midden van de jaren ’90 heeft het bedrijf het heel moeilijk gehad en stond het op de rand van omvallen. Toch doorgaan en samen de schouders eronder gezet. Het zijn meer de momenten in een privésfeer, dan het maken van een gebouw.’’

Welk advies zou jij je 18-jarige zelf geven?

‘’Durf te leren en durf fouten te maken. Ik heb het meeste geleerd van de fouten die ik heb gemaakt. Ik heb door Amsterdam heen leren rijden door mis te rijden. Nu heb je een TomTom, maar toen was het er niet. Amsterdam leren kennen door fout te rijden. Dan rijd je maar drie straten om, dan weet je precies waar die straat is. Dat is de beeldspraak. Probeer te leren, zowel theoretisch als in de praktijk. Sta jezelf toe om fouten te maken. We leven in een cultuur waar je geen fouten meer mag maken. Waar leidt dat toe? Dat mensen geen verantwoordelijkheid meer nemen.’’

Ben jij voor iemand een kruiwagen geweest?

‘’Ik probeer een kruiwagen te zijn voor mijn kinderen. Leef met plezier, maar gebruik je talenten. Ik hoop het bedrijf op een goede manier naar de vierde generatie over te dragen. Mijn opa is de eerste generatie, zijn zoons de tweede en ik de derde. De vierde komt eraan. De vierde generatie verschilt van de eerste drie, omdat wij ingezien hebbend dat wij ook een vrouw de leiding kunnen geven in het bedrijf. Zo zit mijn nichtje Danielle ook in de directie. Een bouwbedrijf is een mannenwereld, maar hier zie je ook gelukkig dat er meer vrouwen in de wereld komen. Misschien is het wel meer voor vrouwen, want mannen hobbelen van het ene naar het andere. In de cultuur is het goed dat er vrouwen lopen. Dat hele machogedoe raakt ervan af en dat is goed. Wil je dat het bedrijf een goede toekomst tegemoet gaat, dan moet je met de tijd meegaan.’’

The Mayor – Amstelveen