Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

SAMENSPEL TUSSEN KUNST EN NATUUR

De kennis van Suzanne Swarts op het gebied van kunst gaat nog veel verder dan wat binnen de muren van ‘haar’ Voorlinden te bewonderen is. In MASTERS deelt de museumdirecteur haar inzichten, ervaringen en passie op welhaast poëtische wijze. Kunstwerkjes op zich!

Online redactie: Natasha Hendriks
Tekst: Suzanne Swarts

White box

Suzanne Swarts: “Ik had het Yorkshire Sculpture Park bijna niet bereikt. Het was al namiddag toen ik vanuit de hectiek van het vliegveld een taxi aanklampte en mijn bestemming noemde. “Are you sure?”, vroeg de chauffeur. “Het is bijna gesloten als je er aankomt.” In alle haast sprong ik in de auto en liet ik de rauwe hectiek van Manchester achter me. In tientallen minuten belandde ik tussen de winters glooiende heuvels van de Engelse countryside. We slingerden over heuvelachtige weggetjes door lintdorpjes, ver van de snelweg. De rit duurde langer, veel langer dan ik had gedacht. Kijkend op de kaart op mijn telefoon zag ik dat ik achteraf misschien op een andere luchthaven had moeten landen – zo gretig was ik geweest, zo graag had ik hierheen gewild. Door het raampje zag ik de lucht langzaam steeds donkerder worden.

Toen we bij het park aankwamen, hing de avond al dreigend boven het landschap. Heftige stuwwolken hadden zich verzameld boven de bomen. Ik smeekte de taxichauffeur op me te wachten, bang als ik was dat ik hier nooit meer vandaan zou kunnen komen. Toen ik aan de kaartverkoper uitlegde welke beelden ik allemaal nog wilde zien, keek hij me met een opgetrokken wenkbrauw aan. Hij omcirkelde ze voor me op de plattegrond en liet me vrij in het landschap, waar de laatste bezoekers tussen de bomen scharrelden. De contouren van de eerste sculpturen wachtten me al op. Allereerst waren er momenten van herkenning. Ik ontmoette kunstenaarsvrienden die ik al lange tijd ken: Antony Gormley en Giuseppe Penone, die de komende tijd ook in Voorlinden te bewonderen zijn, James Turrell, die ook een Wassenaarse versie van zijn Skyspace maakte, en Sol LeWitt, die eveneens in onze beeldentuin prijkt. Minstens net zo bijzonder zijn de ontmoetingen met nieuwe kunstenaars, die direct even vertrouwd aanvoelen: de fonkelende blauwe kristallengrot van Roger Hiorns, de hoog boven je uittorenende neonletters van Hilary Jack en de met de natuur versmeltende boomsculpturen van Andy Goldsworthy. Hier, ontdekte ik, staat kunst niet achter glas, een gespannen touw of de opgeheven hand van een zaalwacht. Hier staat kunst op aanraakafstand, tastbaar als een geliefde.

White box-musea streven met regelmaat naar het creëren van een zo blanco mogelijk canvas, om de kunst voor zichzelf te laten spreken. In de natuur van het Yorkshire Sculpture Park gebeurt het tegenovergestelde: hier gaan de beelden een intieme relatie aan met hun omgeving, versmeltend of juist sterk contrasterend met hun achtergrond. De natuurlijke mens- en natuurvormen voelen zich thuis dankzij hun materialen: donker roest, diepgrijs steen, knoestig hout. Een enkele felle kleur springt eruit: een boeddha bedekt met vrolijk mozaïek, een neushoorn vermomd als kermisattractie. Enkele werken werden speciaal voor deze plek gemaakt; allemaal omarmen ze de natuur om hen heen en vice versa. Deze kunst, besef ik, kan alleen hier worden beleefd. Soms kan kunst je langs plaatsen, tijden en culturen laten reizen; in andere gevallen moet jij als kijker op pad om de kunst in je te kunnen opnemen. Staand tussen deze sculpturen voel ik me nietig. Ten opzichte van het landschap, ten opzichte van de tijd. Achter mij worden de hekken van het park stilletjes aan gesloten. Ik glip nog net naar buiten. Ik wil meteen weer terug.”

Masters #44

MASTERS #44