Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

MASTERS TO WATCH: LEN DE KOSTER

Directeur-eigenaar van ETC Design Center Europe, Len de Koster, vertelt MASTERS waarom ETC uniek is en hoe hij en zijn vrouw, Linda, zijn begonnen.Tekst: Bart Jan Brouwer | Online redactie: Natasha Hendriks
Beeld: John van Helvert

Luxe warenhuis

“In 2008 hebben mijn vrouw en ik het huidige ETC-pand in Culemborg gekocht. Interieurdesign was in die periode in opkomst, maar designers moesten wel ergens hun meubels vandaan kunnen halen. Daar is ETC Design Center op ingehaakt en dat heeft ertoe geleid dat ETC vandaag de dag een totaalconcept biedt waar de interieurprofessional 120 showrooms aantreft verspreid over 15.000 vierkante meter. Dit alles gericht op het hoge segment van de interieur/exterieur branche. Wat ETC te bieden heeft, is op het Europese vasteland niet te vinden. Het interieurcentrum kan gezien worden als een heel luxe warenhuis voor interieur met allemaal exclusieve en kostbare spullen. Het enige verschil is dat ETC zich richt op de Business-to-Business en niet op de particuliere markt. Wel kan een interieurprofessional zijn of haar klant hier mee naartoe nemen om gezamenlijk keuzes te kunnen maken. De professionals die hier over de vloer komen, zijn voornamelijk winkeliers in het hoge segment, stylisten, architecten, hotellerie, de projectmarkt en ontwerpers uit de maritieme markt. Dit trekt zowel nationale als internationale gasten met zeer uiteenlopende doelen. De een komt enkel voor een bank, de ander komt voor kilometers behang of stoffering. Al met al merken wij dat ETC Design Center Europe steeds meer Europees meetelt.”

Onderbuikgevoel

“Mijn vrouw doet het creatieve gedeelte – die heeft bijvoorbeeld het ETC Design Café ingericht –, ik houd mij voornamelijk bezig met het vinden van de juiste partijen.
Als centrum laten wij niet zomaar iedere exposant toe. Kwaliteit en ambacht zijn heel belangrijk, maar wij laten ook ons onderbuikgevoel spreken. Zelf heb ik een voorliefde voor mooie materialen. We hebben hier luxaflex van leer, behang van flinterdun hout en tapijten in alle soorten en maten. Sommigen bestempelen onze producten als duur, maar dat is een verkeerde term: ze zijn kostbaar. Iets is duur als de prijs-kwaliteitverhouding niet in verhouding is. Iets wordt kostbaar als men weet dat bijvoorbeeld een tapijt volledig handgeknoopt is en er negen maanden aan is gewerkt. Als centrum hebben wij de eer gehad om veel bijzondere gasten te mogen ontvangen en hebben sommige exposanten aan hele bijzondere projecten meegewerkt. Zonder in detail te treden kunnen wij wel zeggen dat het centrum is bezocht voor de realisatie van meerdere koninklijke projecten.”

Thuiswerkers

“Het is heel gek: er is een crisis aan de gang waar veel bedrijven enorm onder lijden, maar hier hebben wij alleen maar ondernemers die blij zijn. Als centrum hebben wij soms zelfs de luxe dat wij meer aanvragen hebben dan dat wij kwijt kunnen. Ook de bezoekersaantallen zijn na de eerste golf van het coronavirus alleen maar toegenomen, het lijkt of iedereen met zijn interieur bezig is. De trend die je nu ziet is dat, door de toename van thuiswerkers, de ouderwetse werkkamer terugkomt. Er worden heel mooie bureaus ontwikkeld voor thuis. En wij zien de opkomst van de stof Boucle. Het wordt allemaal wat luchtiger, minder pompeus. Om zulke ontwikkelingen te delen, organiseren wij de ETC Design Experience. Op deze dagen kunnen interieurprofessionals zich onderdompelen in de nieuwste trends, kleuren en inspiratie. Daarnaast biedt ETC ook diverse opleidingsmogelijkheden aan onder de noemer ETC Academy: een aanbod van cursussen, trainingen en workshops die door verschillende samenwerkingspartners gegeven worden.”

Alpe d’Huez

“Vroeger stond op deze plek het clubhuis van de wielrenclub, waarvan ik als jongetje van tien lid was. Hier ligt een stuk van mijn jeugd, en het gaat nog verder terug: als vierjarig knulletje heb ik hier een vervuiling in de grond veroorzaakt, toen ik met mijn skelter tegen een hendel van een olietank aanreed en olie wegstroomde. De olietank behoorde tot de rubberfabriek waar mijn vader als bedrijfsleider werkte. Later heb ik mijn eigen probleem teruggekocht en het vervolgens zelf opgelost. Ik doe nog altijd aan wielrennen. Zo heb ik al twaalf keer de Alpe d’Huez beklommen met Vrienden Team Culemborg en zit ik in de organisatie van Alpe d’HuZes. Een gedeelte van dit pand is aan de Alpe d’HuZes beschikbaar gesteld als opslag voor onder meer catering, merchandise en facilitair. Ieder jaar in mei neem ik drie weken vrij, dan komen hier dertig vrachtwagens alles inladen om vervolgens naar Frankrijk te rijden. En dan ga ik weer die berg op; op mijn carbonfiets. Mijn vrouw ligt altijd in een deuk. Kijk naar mijn postuur. En dan kom ik thuis met ‘schat, ik heb carbon pedalen, 50 gram lichter’.”

Masters #44

MASTERS #44