Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

ONDERWORPEN AAN DE NATUUR

Nadat bosbranden hun vakantiehuis in Dunalley op Tasmanië hadden verwoest, grepen Simon en Sarah Younger de kans aan om op die plek hun droomhuis te bouwen. Ze creëerden een adembenemend strandhuis, dat zowel een ode aan beton als aan de immense kracht van de natuur is.Tekst: Philippine Wright
Online redactie: Natasha Hendriks

Een feniks uit de as

Simon en Sarah Younger zagen in 2013 hun vakantiehuis verzwolgen worden door wrede bosbranden in het rustige vissersdorpje Dunalley aan de oostkust van Tasmanië, Australië. Het echtpaar koos ervoor om de verwoesting van hun bakstenen landhuis uit de jaren zeventig als een kans te zien. “We hebben nooit echt stilgestaan bij wat verloren was, in plaats daarvan concentreerden we ons op het geluk dat we veilig waren”, beschrijft Sarah. “Het ontwerpen van het nieuwe huis was onderdeel van het herstelproces.” Drie jaar later, als een feniks uit de as, steeg uit een door vlammen verschroeid landschap een oase met een uniek design op.

Gelegen op een uur buiten de hoofdstad, Hobart, ligt het gelijkvloerse huis op een vijftien hectare groot perceel aan de Tasmaanse kust. Dunalley House bestaat uit een tweedelig plan, waarin twee betonnen blokken optisch samensmelten met het landschap. Terwijl het ene blok lijkt te verankeren in de rotsen, zweeft het andere moeiteloos boven de kust. Het ontwerp toont de veelzijdigheid van beton, dat verschuift van een robuuste beschermer naar een meterslange zwevende massa in een open ruimte. “Het idee van iets massiefs dat bijna, maar niet helemaal, de grond raakt fascineert me. Het creëert een spanning tussen het gebouw en het landschap”, legt architect Stuart Tanner uit. Aan de westelijke kant zakt de massieve betonnen bunker naar beneden, waar de slaapvertrekken en badkamers zich bevinden. De slim geplaatste spiegel in de minimalistisch ingerichte badkamer weerspiegelt het adembenemende uitzicht op het natuur. De solide ‘slaapbunker’ zakt in de grond weg en beschermt niet alleen tegen de barre weersomstandigheden, maar ook tegen de sterke, westelijke, Tasmaanse wind. De tweede, met glas ingezette, betonnen kubus wordt gescheiden door een foyer en staat in schril contrast met de introverte slaapvertrekken. Deze kubus wordt omschreven als een ‘paviljoen om te leven’.

Duurzaamheid en kracht

De woning ligt aan de rand van het water en biedt een 260 graden uitzicht over de baai van Dunalley, de Saltwater-rivier, door naar Mount Wellington tot aan de 4.500 meter hoge berg van Hobart. In plaats van de omgeving te negeren of passief als achtergrond te gebruiken, heeft Tanner die een leidende rol in zijn ontwerp gegeven. De gelijkvloerse betonnen omlijsting met de uitstekende vloer en dakplaat strekken zich horizontaal uit naar de verre achtergrond van de bergen die het brede landschap weerspiegelen. Dit wordt verder benadrukt door het lange, steigerachtige dek dat tussen de twee betonnen helften direct naar het toppunt van Mount Wellington loopt.

Ondanks de schijnbare onderwerping van het paviljoen aan natuur, zijn duurzaamheid en kracht dominant. Het huis wordt betreden via een zware deur van zacht staal, het bewijs dat deze met glas beklede betonnen box allesbehalve fragiel is. Het massieve staal loop door naar de keuken, met werkvlakken die zijn geboetseerd uit industrieel materiaal. Een door de architect ontworpen deurklink, gesneden uit een massief stuk hout, injecteert een gevoel van vakmanschap in het project door terug te grijpen naar een eenvoudigere manier van leven. Meubels in mid-century stijl, waaronder de Eames-stoelen en -tafel in notenhouten afwerking, en bruin lederen Natuzzi-banken geven de modernistische betonnen woning een unieke, vintage afwerking. De onderkant van het betonnen dak is bekleed met Tasmaanse eik die ononderbroken van het interieur naar de veranda loopt, de grenzen tussen binnen en buiten vervaagt en het woeste landschap tot een leefbare ruimte temt. Binnen en buiten communiceren verder via de vensters in de keuken, waardoor de interne kookruimte naadloos wordt verbonden met een externe bar. “’We wilden dat er geen duidelijk onderscheid tussen binnen en buiten zou zijn”, beschrijft Sarah. “Omdat het een vakantiehuis is, spenderen we evenveel tijd binnen als buiten, en de enorme openingen in de woonkamer en de buitenbar geven ons de ruimte om zo veel mogelijk van het huis en de omgeving te genieten.” De rauwheid van het grijze beton, de variabele uitstraling van Tasmaanse eik en de kracht van het stalen schrijnwerk laat het gebouw harmoniëren met het natuur en ruige landschap. “Ik denk dat de kracht van het huis in zijn eenvoud ligt”, bekent Sarah.

MASTERS #45

MASTERS #45