Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

“Music NFT’s gaan voor een revolutie zorgen”

Samen met zijn schoolvriend Ralph van Hilst vormt Marlon Flohr het succesvolle deejay- en producerduo Bassjackers. Toen door corona de shows wegvielen, boorden ze een nieuwe inkomstenbron aan: Music NFT’s. “De eerste drop was – boem! – meteen uitverkocht en leverde zo’n 300.000 dollar op.”
John van Helvert

Samen met Ralph vorm jij het deejay- en producerduo Bassjackers. Hoe is dat ontstaan?

“Op de middelbare school in Waalwijk waren we al vrienden. Daarna zijn we samen naar de universiteit gegaan. Ik ben altijd een clubber geweest. Ik was gefascineerd door deejays, geïnteresseerd in house en dance, fan van de muziek, van het wereldje. In de Now&Wow Club in Rotterdam zag ik bijvoorbeeld hoe de 17-jarige deejay Benny Rodrigues duizenden mensen op de dansvloer controleerde door aan knopjes te draaien. Dat vond ik zo vet! In de Escape in Amsterdam ging ik op het balkon staan in plaats van op de dansvloer: zo had ik een mooi overzicht op de deejay en hoe het publiek reageerde. Ik droomde ervan om zelf aan de knoppen te zitten, maar destijds was het voor mij financieel niet haalbaar om apparatuur te kopen. Totdat ik met bijbaantjes tijdens mijn studie International Business wat geld bij elkaar had gespaard en een deejaysetje op de kop kon tikken. Uren en uren heb ik gedraaid – gewoon voor de lol. Ik maakte mixtapejes die ik mijn vrienden liet horen. Tot vervelens toe: iedereen moest checken hoe het gemixt was en of ze konden horen of er wel of geen overgang in zat. Ralph was in dezelfde tijd ook met muziek bezig, maar meer aan de productiekant. Ik was een deejay, draaide en mixte de muziek van anderen; Ralph maakte van scratch zelf muziek op zijn computer thuis. Na een paar maanden oefenen wilde ik voor mensen gaan draaien in plaats van alleen op mijn slaapkamer. Het was tijd dat de wereld het ging horen!”

Hoe pakte je dat aan?

“Ik ging promotors van clubs lastigvallen – ‘laat mij draaien!’ – en gaf mijn eigen feestjes. Mijn eerste feest was begin 2006 in de kelder van het hotel in Tilburg waar ik nachtportier was, een van mijn bijbaantjes. Vrienden uitgenodigd, een paar andere deejays. Vanaf de eerste editie was het volle bak. En het mooie was dat je van buiten niet kon zien dat er een feest was. Als alle clubs om vier uur dichtgingen, kwamen de hardcore feestgangers naar het hotel om nog een paar uurtjes door te feesten. Die kelder werd dé afterparty spot van Tilburg. Ik wilde daar muziek draaien die niemand anders draaide. Maar dan zou ik zelf moeten gaan produceren. Kon ik niet, maar Ralph wel. ‘Laten we samen muziek gaan maken’, zei ik tegen hem. Binnen een maand hadden we een track die we vet vonden. Voordat we die naar andere deejays zouden sturen, moesten we wel een naam hebben. Destijds was onze sound een beetje geïnspireerd op een stroming die ‘jackin house’ heette, er zat veel bas in… Bassjackers!”

 

En, viel jullie track in de smaak?

“We hadden hem niet alleen naar deejays als Fedde Le Grand en Don Diablo gestuurd, maar ook naar Jorn Heringa, Head of A&R (Artist and Repertoire) van Spinnin’ Records. Hij wilde hem op dat label releasen. Maar wij overtuigden Jorn dat hij de track beter kon uitbrengen onder Sneakerz MUZIK, een sub-label van Spinnin’ Records. Dat was een sterk merk en tegelijk ook een partyconcept. Als we daar als nieuwe artiest mee geassocieerd zouden worden, hadden we meteen een platform en zouden we shows krijgen. En zo ging het precies. We waren ineens Bassjackers van Sneakerz MUZIK, stonden op feesten in clubs door het hele land. Het ging enorm snel. Dat was 2007, 2008. We werden de residents van het concept Nope is Dope en vandaaruit volgden de eerste festivals.”

Ondertussen gingen jullie door met eigen muziek maken.

“In 2011 hadden we een plaat die werd opgepikt door Tiësto. Het was een vernieuwende sound, een beetje tussen house en trance in, met gebruik van grote akkoorden. Daarmee stonden we aan het begin van een nieuwe sound, Big Room, de grote festival bangers. Daar was Mush Mush echt een voorloper van. Die plaat betekende onze internationale doorbraak. Hij werd op een van de grootste festivals in Amerika, EDC (Electric Daisy Carnival) in Las Vegas, door zes verschillende deejays op de mainstage gedraaid. Toen was het los.”

Daarmee was jullie koers bepaald.

“Onze sound werd steeds minder vriendelijk voor de Nederlandse clubs, maar hij ging wel ergens naartoe wat wij heel erg vet vonden. En wij wilden ook meer dan alleen Nederland. Die sound heeft ons daar gebracht.”

Hoe was het om een opvolger van Mush Mush te maken?

“Heel lastig. Het mocht niet hetzelfde worden, vonden wij. Achteraf gezien hadden we daar juist wel voor moeten kiezen. We hadden moeten doorpakken op dat momentum en weer zo’n knaller moeten brengen – zelfde file met een paar klein veranderingen. Maar wij wilden blijven vernieuwen. De volgende grote plaat liet dan ook tot 2013 op zich wachten. Dat was Crackin, waarvan Martin Garrix een eigen remix uitbracht. Onze socials ontploften, we hadden wel tienduizend nieuwe volgers per dag. Bizarre aantallen. Er ontstonden samenwerkingen met onder anderen Afrojack, Snoop Dogg, Paris Hilton, Dimitri Vegas & Like Mike en R3HAB. 2014 kenmerkte zich door een huge uprise van de Big Room-sound, maar daarna nam de populariteit ervan langzaam af, zeker in Amerika. Maar toen begon het feest in Azië. Vooral in China werd de sound heel groot. En dus verschoof de focus vanzelf meer naar het Oosten, hoewel we de US nooit links hebben laten liggen, we wilden onze fanbase daar blijven bedienen.”

Vroeger stond jij zelf op de dansvloer, hoe is het om nu achter de draaitafels te staan?

“Het maakt niet uit hoe moe ik ben, als ik de stage opga, krijg ik altijd een enorme boost energie. Je hebt het gevoel dat je de hele wereld aankunt. Dat is iets wat ik altijd wil blijven voelen! En ik kan me natuurlijk heel goed verplaatsen in het publiek, omdat ik dat zelf ook ben geweest. Als iemand mij zijn of haar mobieltje laat zien met daarop Mush Mush, dan draai ik dat. Ik weet wat dat betekent. Het blijft raar om met iemand op de foto te gaan, maar als ik me in de fan ga verplaatsen, hoe ik zelf was, dan begrijp ik het heel goed.”

Word jij op straat herkend?

“Op kleine schaal, niet vergelijkbaar met een Martin Garrix. Of het nu een stukje slechte branding is of iets wat we gemist hebben, wij worden niet vaak herkend. Mensen kennen de naam, de muziek, maar niet het gezicht. Maar eerlijk: ik zou ook niet superberoemd willen zijn.”

Hoe slopend is het om de wereld over te reizen en ’s nachts te werken?

“Het kan heel slopend zijn en is ook niet voor iedereen weggelegd. Ik kan heel goed alleen zijn – misschien omdat ik enig kind ben. Ralph zou er bijvoorbeeld moeite mee hebben. Dat weet hij ook en daarin heeft hij zich gesetteld: ik doe dit, jij doet dat. Hij is de producer behind the scenes, ik ben de frontman. Ik houd van reizen, maak overal nieuwe vrienden. En ik gebruik geen drugs, wat in de scene natuurlijk wel gebeurt. Ik zeg niet dat ik altijd nuchter was. Ik heb in het verleden genoeg gefeest en gezopen en gedaan, maar ik had het nooit nodig: voor mij was de muziek altijd genoeg. Als ik de dansvloer opga, word ik nog steeds door de muziek meegezogen.”

Hoe leef jij?

“In Nederland volg ik een steady ritme: doordeweeks sta ik op tijd op en ga ik vroeg aan het werk, alleen in de weekends heb ik internationale optredens. Soms heb ik de volgende dag al een vlucht om acht uur ’s ochtends en slaap ik niet. Dan is het een kwestie van doorhalen. Maar zo gauw ik weer in Nederland ben, dwing ik mezelf meteen terug in het ritme te gaan. Ik laat me niet pakken door jetlags. Sporten, gezond eten, slaapritme proberen te controleren.”

Jullie zitten nu vijftien jaar in het vak. Zijn jullie financieel binnen?

“We zitten niet op het niveau van deejays die voor een ton worden ingevlogen, maar ik denk dat wij, als we verstandig met ons geld blijven omgaan, niet meer zouden hoeven te werken. Als ik mogelijkheden zie, leg ik die altijd voor aan Ralph. Stap jij er met mij in? In principe zijn wij getrouwd als businesspartners. Toen we begonnen hebben we afgesproken om alles fifty fifty te delen. Geen gezeik. Ik heb heel veel partnerships fout zien gaan om geld, dat wilden wij vanaf dag één voorkomen. We adviseren elkaar ook. Voordat ik ging investeren in een huis op Bali, vroeg Ralph bijvoorbeeld: ‘Heb je daar wel goed over nagedacht?’ Hij heeft daar ook een kijk op en die respecteer ik – hij heeft zijn Master in Financial Management gehaald.”

Doen jullie naast vastgoed nog andere projecten?

“Tijdens covid waren er geen shows. En shows zijn goed voor grofweg 90 procent van ons inkomen. We wilden onze agents en manager blijven doorbetalen en dus moesten we op zoek naar een andere inkomstenbron. Ik ben altijd een internet child geweest. Met de opkomst van het internet zat ik op chatboxen, was ik HTML aan het leren, aan het coderen… Ik vond het allemaal superinteressant en besteedde er veel tijd aan. Totdat de muziek de overhand nam. Toen crypto opkwam, was mijn interesse ook meteen gewekt. Maar omdat ik de focus vol op het deejayen had, ben ik er pas in 2016 ingedoken. Vooral in de onderliggende technologie zag ik veel potentie voor de toekomst. In 2020 werd ik verrast door de Amerikaanse artiest 3LAU die zijn muziek aan visuals koppelde en dat in een kleine oplage verkocht. Een digital collectible gekoppeld aan een non-fungible token die geregistreerd staat op de blockchain, zodat je kunt zien dat het collector’s item authentiek is en jij proof of ownership hebt. Ik vond dat heel vet. En ik was niet de enige: het verkocht enorm goed en leverde hem, naar verluidt, 30.000 dollar op. Ik ben me erin gaan verdiepen en toen bleek dat er ontzettend veel NFT-collectors zijn, mensen die digitale kunst verzamelen. Op het online veilingplatform Nifty Gateway vond ik nog meer artiesten die Music NFT’s hadden gemaakt. Wij zaten op dat moment met zero inkomsten en ik zag hier wel brood in: wij hebben vette muziek, kunnen er visuals omheen laten maken, een verhaal eromheen vertellen. Bovendien was het een nieuwe manier om ons te uiten. Normaal maak je muziek voor een crowd, nu gingen we ook muziek maken voor mensen die kunst verzamelen. Ik heb contact gezocht met Nifty Gateway en samen hebben we een datum gepland voor de eerste drop: 14 maart 2021.”

De NFT die jullie uitbrachten kreeg de titel Les Pay Bass en combineert de muziek van Bassjackers met typisch Nederlandse visuals. Hoe ontstond dat idee?

“Les Pay Bass is een woordspeling die staat voor ‘Land van bas’. Het basgeluid vormt een sleutelelement in onze muziek, waardoor je die niet alleen hoort maar ook voelt. Dat wilden we visualiseren. Denk aan tulpenvelden die trillen op de beat. Dancemuziek uit Nederland, dáár moest het voor staan. We hebben verschillende edities gemaakt, daar hadden we een heel idee bij bedacht. Op 14 maart deden we de drop en – boem! – meteen uitverkocht.”

MASTERS MAGAZINE

Benieuwd naar de rest van het interview? Het winternummer van MASTERS is tot stand gekomen in samenwerking met Jordi van den Bussche. Velen zullen hem kennen als YouTuber Kwebbelkop, toch timmert hij al een tijd hard aan de weg als entrepreneur, zoals hij uit de doeken doet in het Groot Interview. Nieuw is dat zijn bedrijf JVDB Studios aanbiedt om de social media marketing en short format content marketing voor andere bedrijven te doen. “Ze kunnen het ook zelf gaan uitvogelen, maar we cracked the code.” Jordi geeft een podium aan like-minded ondernemers als Jay-Jay Boske, Demy de Zeeuw, Chahid Charrak en Marcella de Bie, en gaat in op de ontwikkelingen rond games, crypto en NFT: “Zoals bitcoin het financiële systeem op zijn kop zette, zal dat met gaming ook zo gebeuren.” In dit extra dikke winternummer bovendien aandacht voor het eerste eigen schip van Lengers, een interview met Corendon-topman Atilay Uslu, specials over de nieuwe BMW 7 Serie en Samsung foldables, en – exclusief voor MASTERS! – een interview met Max Verstappen.

MASTERS #52 met gastredacteur Jordi van den Bussche