Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

MASTERS of Mobile Art

Joseph Klibansky voorzag onder meer een Porsche 991 Turbo S van een art wrap en ook een Ferrari 458 Italia, waarin hij meedeed aan The Challenge 2015. Al veertig jaar eerder verschenen de eerste beschilderde sportauto’s. Waar komt het idee van de Art Car vandaan?Tekst: Eltjo Nieuwenhuis
Online redactie: Noa VerseveldtToine Hezemans BMW 3.0 CSL, Le Mans.Frank Stella BMW 3.0 CSL, 1976.In 1975 had Hervé Poulain een leuk idee, of eigenlijk had hij twee ideeën. Ten eerste wilde de Fransman meedoen aan de 24 uur van Le Mans, de beroemdste langeafstandsrace ter wereld. Daarnaast had Hervé, parttime coureur en fulltime veilingmeester, bedacht dat auto’s prima als canvas konden dienen voor kunstenaars. Al vrij snel werden deze wilde plannen gecombineerd tot één goed idee. Want wat nou als Hervé zelf in Le Mans kon racen in zo’n Art Car? Hij wilde deelnemen in de Toerwagenklasse, en dan was er geen betere keuze dan de BMW 3.0 CSL. Niet alleen had dit racemonster door zijn indrukwekkende verschijning de bijnaam ‘Batmobile’ verdiend, het was ook een fantastische raceauto. In 1973 won Toine Hezemans met de 3.0 CSL het Europees kampioenschap voor toerwagens, waarna de CSL tussen ’74 en ’79 nog vijfmaal European Touring Car Champion werd. Toen Hervé zijn ideeën wilde realiseren, was de cilinderinhoud inmiddels verhoogd naar 3.210 cc, en woonden er bijna 500 paarden onder de motorkap. Hiermee kon hij voorin meedoen. Alleen moest hij dus nog wel ‘even’ BMW overtuigen…

Flirt met gedurfd design

Tot diep in de sixties werden de looks van raceauto’s traditioneel bepaald door hun nationale kleuren. Zo waren Britse raceauto’s meestal British Racing Green, Duitse raceauto’s ‘Silberpfeilen’ en zelfs tegenwoordig vinden veel puristen dat Ferrari’s en Alfa’s rood moeten zijn. Deze nationale liveries beheersten de Formule 1 tot 1968, totdat Lotus ineens op de baan verscheen in de kleuren van sponsor Gold Leaf-sigaretten. Traditionalisten spraken er schande van, maar progressieve merken als Porsche en BMW vonden het prachtig. Hun raceafdelingen zochten de flirt met gedurfd design ook op. Zo was de BMW 3.0 CSL, waarmee Toine Hezemans in 1973 kampioen werd, behoorlijk opvallend: dat was namelijk het jaar van de geboorte van de rood-violet-blauwe BMW Motorsport kleuren. Aangespoord door de enorme impact die deze zogeheten M-kleuren hadden, kreeg BMW zin om nog dieper in de kunst en design te duiken. Dus kreeg Hervé zijn kunstproject én een topauto voor Le Mans. Hij benaderde Alexander Calder, de Amerikaanse beeldhouwer en schilder die vooral beroemd was vanwege zijn mobiles, bewegende kunst dus. Kon het toepasselijker? Calder kreeg een schaalmodel van de BMW en tot Hervé’s verbazing bracht hij al enkele uren later het uitgewerkte ontwerp terug. Dit model ging samen met een briefje met daarop ‘niets meer aan veranderen’ naar BMW, waar het ontwerp werd overgezet op de uiteindelijke raceauto.

Na eerst te zijn tentoongesteld in München (waar de Bayerische Motor Werke gevestigd zijn) en het Louvre, ging de auto naar Le Mans voor zijn enige race. Na een indrukwekkend begin viel de Art Car helaas uit met een kapotte versnellingsbak. Hierna ging de auto meteen door naar het Metropolitan Museum of Modern Art in New York City. Calder bezocht de race en sprak de wens uit om een tweede, identieke, BMW 3.0 CSL te creëren op basis van zijn originele ontwerp. Hij vond de auto er fantastisch uitzien én klinken en wilde er één voor zichzelf hebben. Calder overleed echter in 1976, nog voordat hij de tweede Art Car kon realiseren. In 2021 besloot BMW om deze tweede auto alsnog te bouwen. Dit was dus geen reproductie, maar een tweede origineel, 45 jaar later.Alexander Calder BMW 3.0 CSL, 1975.

Maar Porsche dan?

Het is geen onterechte vraag of de BMW wel de allereerste Art Car was. In 1970 pakte de legendarische Porsche 917 zijn eerste over-all zege tijdens de 24 uur van Le Mans. Het werd zelfs een dubbelzege, met op de tweede plaats de ‘Psychedelic’ of ‘Hippie’ Porsche 917. Een jaar later wonnen Gijs van Lennep en Helmut Marko, inderdaad de baas van Max Verstappen, ook in een Porsche 917 de 24 uur van Le Mans. De meest opvallende Porsche 917 in die race was echter de ‘Pink Pig’, een roze Porsche met slagers diagram als livery. Deze kunstzinnige Hippie Porsche en Pink Pig waren bedacht door Anatole Lapine, de toenmalig hoofdontwerper van Porsche. Maar waren dit slechts creatieve designs of was het kunst? Dit is een vraag die in de slipstream van pop art en Warhol wel vaker is gesteld. En zonder hierover een oordeel te vellen, kunnen we sowieso stellen dat Alexander Calder in 1975 de eerste beroemde kunstenaar was die een livery ontwierp voor een raceauto. In 1976 kreeg Frank Stella de eer om de opvolger te ontwerpen, waarna in 1977 Roy Lichtenstein zijn kans kreeg. De vierde Art Car werd in 1979 handbeschilderd door de toenmalige rockster van de kunst…
Terwijl de eerste drie Art Cars nog werden ontworpen op schaalmodellen, deed Andy Warhol alles uiteraard anders. De pop art-legende liet een BMW M1 Procar in een studio neerzetten, begon meteen te schilderen en liep na 23 minuten voldaan naar buiten. Hij wilde de kleuren in elkaar over laten gaan zoals dat op hoge snelheid ook gebeurt, en hij was tevreden. Zijn finishing touch was letterlijk. Want zoals Warhol wel vaker deed in schilderijen, veegde hij over de auto met zijn vingers. Het was zijn manier om een beetje imperfectie aan zijn kunst toe te voegen, maar ook om het effect van snelheid te reproduceren. Hervé Poulain was in de wolken: hij zou in een originele Warhol aan de 47e editie van de 24 van Le Mans deelnemen. En het resultaat mocht er zijn, want Hervé en zijn teamgenoten finishten als tweede in hun klasse en als zesde over-all.Porsche 917 Pink Pig, Le Mans, 1971.Hippie Porsche 917 L, Le Mans 1970.Wil je meer lezen over de mobile art cars? Bestel nu het nieuwe MASTERS MAGAZINE!

MASTERS #48 met gasthoofdredacteur Joseph Klibansky