Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Familiebedrijf Klibansky: “Met de family kunnen we de hele wereld aan”

Familiebedrijven vormen de hoeksteen van de economie. In deze serie portretteert MASTERS familiebedrijven met een verhaal. Deze aflevering focust op Studio Joseph Klibansky, waarin Joseph samenwerkt met zijn vader, moeder, broer en schoonzus. “Het is niet ons werk, maar ons DNA.”Tekst: Bart-Jan Brouwer
Online redactie: Noa Verseveldt
Beeld: John van Helvert
Hair & make- up: Eefje Schuur

Joseph Klibansky

Wat betekent familie voor jou?
Joseph: “Familie is hét, dat is waar ik het voor doe. Ik kan me niet voorstellen dat ik deze journey alleen zou doen. Iedere dag zijn we samen, sparren we. Met de family kunnen we de hele wereld aan.We hebben zo veel support aan elkaar! Dat geeft een sterke basis en een enorme dosis zelfvertrouwen. Het is geruststellend om te weten dat je altijd kunt terugvallen op je familie, in goede en slechte tijden. De relatie met mijn familie is de grootste blessing in mijn leven.”

Legt dat geen druk op de toekomstige mevrouw Klibansky? Die moet wel in het plaatje passen…
Joseph: “Ik ben al bijna drie jaar samen met Victoria (Waldau; red.). Als mijn partner zijnde moet je een bepaald karakter hebben om te kunnen integreren in deze familie met haar lange, hechte dynamiek. Victoria heeft precies de juiste eigenschappen om daar heel goed mee te blenden. Zij is heel humble, lief, integer, hoeft niet altijd op de voorgrond te staan en hanteert dezelfde familienormen en -waarden als wij: ze houdt van samen zijn én van kinderen. Kortom: de perfecte partner om te integreren.

Gaat zij later ook deel uitmaken van het bedrijf?
Joseph: “Nee dat niet. Om te beginnen is zij succesvol influencer en heeft met meer dan 220.000 volgers een heel eigen fan base. Los van dat wil ik haar van mijn werk gescheiden houden; dat is voor mij heel belangrijk. Ik vind het fijn om thuis te kunnen komen en het dan over andere dingen te hebben. Bij ons is het vrij intens: als we met de familie bij elkaar zijn, gaat het altijd over de projecten waarmee we bezig zijn, nieuwe ideeën, verbeteringen… In de privésfeer vermijd ik soms momenten dat we allemaal samenkomen, omdat ik even rust wil. En ik wéét dat als wij samen zijn, we binnen tien minuten over het werk praten. ‘Guys, Victoria is erbij. Kunnen we het over iets anders hebben?’ Dat heb ik heel vaak bewust moeten zeggen. Wij léven dit. Het is niet ons werk, maar ons DNA.”

Leon Klibansky & Immechien Bonnet

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Immechien: “Ik was geëmigreerd naar Zuid- Afrika, Kaapstad, voor het weer. Daar werkte ik als visagist. Leon was fotograaf. We kwamen elkaar tegen en bleven maar met elkaar kletsen – en dat doen we nog steeds. Vanaf de eerste dag werkten we samen. We hadden een fotostudio en deden op hoog niveau reclame- en modefotografie. Later ging ik naast visagie ook styling, acquisitie en productie doen.

Waarom zijn jullie in 1984 naar Nederland gegaan?
Immechien: “Wegens Apartheid. We hadden het daar heel goed, maar op politiek gebied was er veel gaande. Je voelde de spanning oplopen, wat in september van dat jaar tot rellen leidde. Daarom zijn we weggegaan. Simpel als dat.”

Was het voor jou ook zo simpel om weg te gaan, Leon?
Leon: “Nee. Het was een behoorlijk verschil van levensstijl. In Kaapstad was het 26 graden en hier leek het wel -26 graden. Dat was een shock. En ik moest aan nog veel meer dingen wennen. Ik wist dat het tijd was om weg te gaan uit Zuid- Afrika en zag New York of Parijs als goede optie. Maar het werd Bergambacht.” Immechien: “We zijn met onze portfolio’s nog wel naar Parijs gegaan. Daar konden we zo beginnen. Maar met twee baby’s was het makkelijker om ons in Nederland te vestigen.”

Louis & Susanna Klibansky

Louis, wat weet jij van jouw geboorteplaats Kaapstad?
Louis: “Ik ben één jaar ouder dan Joseph. Al op heel jonge leeftijd zijn we naar Nederland verhuisd. Mijn vader wilde het romantische beeld dat hij van die tijd heeft bewaren en dat is de reden dat we later nooit meer zijn teruggegaan. Kaapstad ken ik daarom vooral van de verhalen, móóie verhalen. De familieleden die ik daar nog had – opa, oma, tante, oom, neven en nichten – zijn ook allemaal vertrokken. De ene helft is naar Sydney verhuisd, de andere helft naar LA. Dus ook voor familiebezoek hoefden we niet naar Kaapstad terug.”

Hoe gingen jij en Joseph vroeger met elkaar om?
Louis: “We waren altijd beste vrienden. En heel veel samen. Dat kwam ook door het werk van mijn ouders. Als zij naar een beurs gingen, moesten wij wel mee. We waren dus altijd op elkaar aangewezen, hebben heel veel tijd samen doorgebracht. We waren altijd elkaars back-up. Hooguit in de middelbareschooltijd waren we iets minder samen, omdat we op verschillende scholen zaten. Maar we hadden dan weer wel gemeenschappelijke vrienden, zaten altijd in elkaars vriendengroep. We zitten volledig op één lijn en weten allebei dat we er altijd voor elkaar zijn.”

Wanneer hebben jullie elkaar ontmoet?
Susanna: “Toen ik zestien en Louis achttien was. Dus al op jonge leeftijd. Joseph kende ik nog langer, al vanaf mijn veertiende. Ik woonde in Laren, hij in Bussum. Maar we hadden wel gemeenschappelijke vrienden. Als ik de broers samen zag, vroeg ik wel: ‘Wie is dat dan?’ Ik vond Louis een leuke jongen, maar hij had toen een vriendinnetje en ik hoorde dat hij heel trouw was. Nadat we elkaar een tijdje uit het oog waren verloren, kwam ik hem weer eens tegen. Toen was het uit met dat vriendinnetje. En ontstond er meteen wat tussen ons. En inderdaad: hij is heel trouw, haha.” Louis: “Het leuke is dat Joseph en Susanna ook twee handen op één buik zijn. Zij kennen elkaar al zo lang en bellen elkaar nog vaker dan Joseph en ik.” Susanna: “Als we op reis zijn, boeken we ook vaak een kamer voor drie – vinden we gezellig. Toen ik op mijn zestiende binnen de familie kwam, deden we vaak slumber parties. En eigenlijk doen we dat nog steeds. Zo close zijn we met elkaar.”

Wil je het interview van gasthoofdredacteur Joseph Klibansky en zijn familie verder lezen? Bestel dan nu het nieuwe MASTERS MAGAZINE!

MASTERS #48 met gasthoofdredacteur Joseph Klibansky