Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Check-in met Ivo Weyel

Twee dingen doet hij het liefst: reizen én zich in de watten laten leggen. Als geen ander weet travel journalist Ivo Weyel waar je een suite moet boeken. MASTERS neemt je mee naar plekken waar avontuur, comfort en geschiedenis samenkomen.Tekst: Ivo Weyel
Online redactie: Noa Verseveldt

Ren je rot

Avontuur is iets van toen je jong was. Rugzak, twee onderbroeken (om en om), afgebladderde reisgids (zij het zonder uitgestippeld reisplan), gebudgetteerd treinticket en nog meer gebudgetteerd budget en dan maar zien waar de wind je heen blaast. En dan word je ouder. En rijker. En verwender. Dan worden avonturen steeds minder avontuurlijk, want comfort is in je leven geslopen en comfort is de dood van elk avontuur. Slapen op het strand onder de blote hemel is ineens geen optie meer, rugzakken zijn te zwaar geworden (en te klein voor wat je nodig hebt, want aan om en om onderbroeken moet je niet meer denken) en niet weten wat je bestemming is komt niet meer voor in je vocabulaire. En dan word je nog ouder en sluipt de midlifecrisis erin en wil je toch weer op avontuur, nog één keer, alleen om te kijken of je het nog niet verleerd bent en om te bewijzen dat je nog fit bent als een jonge god. Dan ga je dus kamperen in Antarctica, de Zuidpool dus, jawel, in een tent, net als toen, ver van de bewoonde wereld, alleen jij en de barre buitenwereld vol ijs en kou en ontberingen. Het woord ontbering alleen al is alles waar je naar verlangt, ver weg van de vloerverwarming in je badkamer, je Porsche, je zaak, je immer overgaande iPhones (meervoud). Enter de slimme reisondernemingen die cateren voor jouw doelgroep. Die hebben ingezien dat jouw doelgroep niet alleen weer natuurgericht avontuurlijk is (of pretendeert te zijn), maar tevens rijk. White Desert is zo’n slimme onderneming die je voor een weekje naar een tentje op de Zuidpool vliegt voor een te verwaarlozen 53.000 dollar per persoon. Exclusief slaapmasker, een essentieel accessoire omdat het daar 24 uur licht blijft en de tent semi doorschijnend is (tip: te koop bij Ritzparisboutique.com, in kasjmier, voor 580 euro). De gin en tonic die als aperitief wordt geschonken in de eettent wordt gekoeld door 10.000 jaar oud ijs en de slaaptenten hebben verwarming en stromend water. Die 53.000 dollar is trouwens wel een instapprijs, voor het minst luxueuze avontuur. Voor 250.000 dollar p.p. zit je pas echt goed, en land je in een privéjet vanuit Kaapstad op de zuidpoolse ijsvlakte en kun je daar naar hartenlust hiken en door ijstunnels kruipen en van ijsrotsen abseilen en op fietsen met spikes rondcrossen en windsurfen en bonden met pinguïns of gewoon een boekje lezen voor je tent met zo’n tienduizend jaar oude gin en tonic in de hand. Mocht je iets minder geslaagd zijn in het leven en dit allemaal hors budget valt (loser!), kun je voor 17.500 euro al wat dichterbij terecht, in Schotland, waar je van 25 tot 29 april kunt meedoen in de Highland Kings Race, een wedloop door de Hooglanden met overnachtingen in onverwarmde (tsja, logisch toch, voor die prijs?) tenten, maar wel weer met maaltijden die bereid zijn door een Michelin gelauwerde chef en dagelijkse kuitmassages. Denk niet dat de doelgroep voor dit soort luxueuze avonturen klein is: een soortgelijke Rat Race Run Britannia van West- Cornwall naar Noord- Schotland zit al vol voor de aankomende jaren. Er is pas plaats in 2024.

Sweet Savoy suite

Geweldig nieuw boek uit over het vermaarde Londense Savoy Hotel, The secret life of the Savoy door Olivia Williams. De historie van dit hotel is namelijk heel bijzonder, ooit gebouwd als annex voor het theater dat de oprichter bouwde (zo konden theaterbezoekers blijven slapen in een tijd dat wegverkeer en openbaar vervoer nog moeizaam was), groeide het uit tot een luxueuze pleisterplaats voor de rich and famous. Er gebeurden spannende dingen in de oorlog (met name door Churchill), er stierven aardig wat beroemdheden en de dochter die het hotel  van haar vader erfde, had er eerst helemaal geen zin in maar manifesteerde zich als een verwoed uitbater en entrepreneur, en toen ze stierf was ze een van de rijkste vrouwen van Engeland. De korte oprijlaan van het hotel is het enige stukje straat in het hele land waar rechts wordt gereden (omdat anders de auto’s niet precies voor de entree uitkwamen), een recht waarvoor de oprichter speciale dispensatie van de Kroon vroeg (en kreeg). Het bijzondere is ook dat de oprichter Richard D’Oyly Carte (1844- 1901) op theatergebied aan de bakermat stond van beroemde namen als Gilbert and Sullivan, Laurence Olivier, Noël Coward, kortom de fine fleur. George Gershwin debuteerde er met zijn beroemde Rhapsody in Blue en Monet logeerde er maandenlang en schilderde er tientallen schilderijen. Het is nu eigendom van een Arabische prins, die het drie jaar lang totaal verbouwde tot wat het nu is. Geheel nieuw is de Royal Suite, de uwe voor 17.500 euro per nacht, een door Gucci ingericht vehikel, wat zeer toepasselijk is daar oprichter Guccio Gucci rond 1890 in de Savoy werkte als bagagedrager en toen zag dat rijke lieden sneue koffers hadden en zo het idee kreeg eigen chique koffers te gaan produceren. Wie er gaat logeren moet wel een enorme friend of the brand zijn, want er is geen kussen, kaars, slipper, badjas, handdoek, bord of wijnglas te vinden zonder het Gucci- label. Alle (en dat zijn er veel) televisies staan bij binnenkomst geprogrammeerd op Gucci- modeshows en in de badkamer, natuurlijk, louter Gucci- spullen. Butler en gebruik van de huis Roll- Royce zijn trouwens bij de prijs inbegrepen. Ontbijt niet.

Kunstbelg

Saint-Paul-de- Vence in Zuid-Frankrijk is al niet slecht toebedeeld met kunst (Galerie Maeght is al decennia wereldberoemd, om maar te zwijgen van restaurant La Colombe d’Or), maar nu is er een nieuwe plaatselijke speler bij, een Belg zowaar, Hubert Bonnet, verzamelaar van kunst, huizen en design. Hij verzamelt het allemaal zo fanatiek dat hij het niet meer kwijt kan in zijn huizen (even tellen: Dominicaanse Republiek, Panarea, Verbier, Genève, Knokke, Londen, dat zijn er dus zeven met zijn Brusselse huis), zelfs niet eens in zijn eerste privémuseum, zijn Fondation CAB in Brussel (sinds 2012). Dus dan maar een tweede CAB geopend in genoemd kunstenaarsdorp in Zuid- Frankrijk op een geeuw (zoals de Belgen dat zo mooi zeggen als equivalent van onze steenworp) van Galerie Maeght. Bonnets geld komt van het familiebedrijf waarmee hij is opgegroeid, staalreus Forges de Clabecq (klinkt toch veel mooier dat Tata Ijmuiden?). Dat geeft hij gul uit. Dat zijn twee CAB’s nooit rendabel zullen worden neemt hij op de koop toe. Tant pis. De kunst die hij verzamelt is vooral modern, minimalistisch en conceptueel (Judd, LeWitt, Flavin, Kuri c.s.) en die moeten nu eenmaal de ruimte hebben, vandaar de huizen (Bonnet grossiert in meervouden) die op het terrein staan. Daarin kan ook worden overnacht, want er zijn vier ‘hotelkamers’, vanaf een eenvoudige 250 euro. Rechtuit spectaculair is het Demountable House van de beroemde designer/ architect Jean Prouvé uit 1944 dat hier staat en waarin ook gelogeerd kan worden voor 750 euro. Ook al het meubilair is van Prouvé, dus je overnacht in een heus gesamtkunstwerk. Kijk ook eens op zijn eigen huizenset Bibihome.net. Daarop staan al zijn privéhuizen, het een nog mooier dan de ander, niet alleen uit het oogpunt van de gluren bij de buren, maar je kunt er ook heen, want Bonnet geeft wel geld uit als water, hij wil ook iets terugverdienen dus ze zijn allemaal te huur voor een vakantie of wat dan ook. En het leuke van Bonnet is dat hij smaak heeft. Althans nauwelijks een meubelstuk zonder eigennaam (Mies van der Rohe, Prouvé, Le Corbusier, Bauhaus, etc.). Personeel is er op afroep bij te boeken.Fotografie Fondation CAB – Antoine LippensBestel nu het nieuwe MASTERS MAGAZINE!

MASTERS #48 met gasthoofdredacteur Joseph Klibansky