Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

FAMILY HEITINGA

Met Ajax is hij kampioen geworden, met Oranje vicewereldkampioen, hij heeft de Gouden Schoen gewonnen… Maar zijn gezin is de hoofdprijs: zijn vrouw Charlotte-Sophie en drie kinderen Jezebel (4 maart 2009), Lennox (1 juli 2011) en Rixo (20 augustus 2019). “Als hij scoorde riep ik heel hard ‘papa, papa, hier!’ en dan zwaaide hij naar ons.”

Tekst: Bart-Jan Brouwer | Online redactie: Natasha Hendriks
Beeld: John van Helvert

LENNOX

Net als jouw vader vroeger doe jij de jeugdopleiding van Ajax. Hoe vaak ben je daar?

“Ik train drie keer per week en speel in het weekend een wedstrijd. Tegen Vitesse en zo. Tegen Feyenoord had ik drie doelpunten gemaakt. We verloren wel met iets van 21… Nou, dat weet ik eigenlijk niet meer. Een andere
keer hadden we met maar één doelpunt verschil verloren.”

Jullie achtertuin was de afgelopen maanden even het voetbalveld. Heb jij jouw vader weleens gedold?

“Ja, met een Iniesta. Ik dribbelde naar voren met de bal aan de buitenkant van mijn rechtervoet, tikte hem naar links, passeerde mijn vader en dribbelde door.”

Heb jij Iniesta weleens zien spelen?

“Ja, toen Barcelona voor de Champions League tegen Manchester City speelde. Mijn vader had mij meegenomen. Het werd 4-0, met drie doelpunten en een assist van Messi. Ik was er ook bij toen Ajax uit won bij Tottenham Hotspur. Wat wel een beetje gek was: we zaten tussen de Tottenham supporters en ik mocht niet juichen toen Ajax scoorde.”

Heeft jouw vader je ooit verteld over de finale van het WK 2010?

“Jawel, maar ik mag de wedstrijd van papa niet terugzien op televisie. Omdat hij had verloren. Wel heb ik de top 10 mooiste goals van papa gezien op YouTube. De grappigste vond ik die tegen De Graafschap: iemand kopte eerst en toen kwam de bal per ongeluk tegen papa’s hoofd en ging ie het doel in.”

Hij heeft veel shirts overgehouden aan zijn voetbalcarrière. Welk vind jij het mooist?

“Zijn Ajax-shirts. En van de tegenstanders, die van Eto’o. Vooral omdat het een Barcelona-shirt is. De shirts van Messi, Neymar en Ronaldo heb ik ingelijst op mijn kamer hangen, die heeft papa van een veiling voor een goed doel.”

Lennox, zullen we afspreken dat als jij later een groot voetballer bent, ik dan
een shirtje van jou krijg?

“Ja. Maar dan moet je wel naar mijn wedstrijden komen kijken.”

JEZEBEL

Wat herinner jij je van de tijd dat je in Engeland hebt gewoond?

“Wij hebben daar vijf jaar gewoond, dus ik kan goed Engels praten. In Manchester had ik een beste vriendinnetje, Lucy. Wij speelden altijd in mijn kamer of bij haar thuis, en op school verfden en leerden we… Superleuk! In het weekend zat ik vaak op de tribune om te kijken naar wedstrijden van papa. Als hij scoorde riep ik heel hard ‘papa, papa, hier!’ en dan zwaaide hij naar ons.”

Jullie verhuisden van Manchester naar Londen en van Londen naar Berlijn. Wat vond je ervan om steeds ergens anders te wonen?

“Ik vond het wel leuk, want zo kreeg ik nog meer vrienden. En leerde ik weer een taal. Ik kan tot tien tellen in het Duits. In de klas sprak ik altijd Engels tegen de juf. Er was een jongetje dat ook Nederlands praatte, Jairo. Dat was het zoontje van iemand die bij mijn vader in het elftal zat (Roy Beerens; red.).”

Wat vond je het leukst aan jullie tijd in Berlijn?

“Om naar papa’s voetbal te kijken en om naar restaurantjes te gaan die ik nog niet kende. In Nederland gaan we ook best vaak naar restaurants, maar nu in de coronatijd even niet.”

Wat vind je van deze tijd?

“Ik ben blij dat we weer naar school mogen, maar ik vond het ook leuk om thuis te zijn en van mijn moeder les te krijgen. Bijna elke ochtend gingen we samen sporten: buikspieren, armen en benen. We liepen vaak door het Vondelpark en ik speelde vooral veel in de tuin met Lennox. Dan gingen we op de zelfgemaakte waterglijbaan of speelden badminton of voetbal. Ik vind voetbal best leuk, dus ik dacht: waarom zou ik het niet eens proberen?”

Zou je op meisjesvoetbal willen?

“Nee, want ik zit al op dansen, judo en atletiek: springen, hordelopen, rennen…”

Je broertje wil later voetballer worden. En jij?

“Ik wil het liefst model worden. Ik heb al een paar fotoshoots gedaan. En ik heb een portfolio waar al mijn foto’s in staan.”

Wat vind jij het leukst aan model zijn?

“Om mooie kleren aan te krijgen en dat mijn haar wordt gedaan. Als ik in het glas van de camera kijk, zie ik mezelf.”

Sinds vorig jaar heb je er een zusje bij. Hoe vind je dat?

“Superleuk! Ik hoopte al op een zusje, maar dacht eerst dat het weer een broertje zou worden. Het was echt een verrassing.”

Hoe kreeg je te horen dat het een meisje was?

“We waren in Parijs en daar lag een cadeau op ons bord: een voetbalshirt met voorop Parijs en achterop stond ‘Girl 25’, want ze was op 25 augustus uitgerekend. Eerst zag ik alleen de voorkant van het shirt. Lennox riep meteen: ‘Het is een jongen, het is een jongen!’ Toen keek ik naar de achterkant. En weer terug. En weer naar de achterkant. ‘Het is een meisje!’, riep ik toen. Ze is alleen niet op de 25e geboren, ze kwam een paar dagen eerder.”

Kun je al zien op wie Rixo lijkt?

“Zij is echt een combinatie van papa en mama. En ook een combinatie van Lennox en mij. Ik lijk het meest op papa en Lennox op mama.”

Stel dat je vader later trainer wordt van Barcelona en je weer moet
verhuizen…

“Dat zou ik heel leuk vinden, omdat ik dan nieuwe vriendinnen maak, weer een nieuwe taal leer en het daar mooi weer is. Maar ik zou het ook wel weer stom vinden, omdat ik dan mijn vriendinnen hier moet achterlaten.”

CHARLOTTE-SOPHIE

Jij komt uit een sportgezin, als dochter van oud-judoka en NOS-commentator Pierre Zenden en zus van ex-voetballer Boudewijn. Wat heb jij zelf
met sport?

“Ik vind het leuk om naar voetballen te kijken, vooral als iemand meedoet die dicht bij mij staat. En wat zelf sporten betreft: van jongs af aan heb ik zo’n beetje alle sporten gedaan. Mijn ouders hebben een sportschool in Maastricht, Sportschool Zenden. Die zat aan ons huis vast, dus ik kon gewoon binnendoor lopen en daar kiezen wat ik wilde doen. Tegenwoordig is het een sportschool met hotel, Hotel Zenden. Je kunt in de sportschool terecht voor onder meer aerobics, boksen, zwemmen, judo, yoga en zumba.”

Hoe ben jij meegegaan in de ontwikkeling van je broer tot profvoetballer?

“Boudewijn is zeven jaar ouder dan ik, dus als hij ging voetballen, ging ik altijd mee – als klein kind kon ik niet alleen thuisblijven. Ik ging altijd mee naar de thuiswedstrijden van PSV en de vertegenwoordigende elftallen van Oranje. Als Boudewijn een toernooi in het buitenland had, organiseerde mijn vader onze vakantie daaromheen.”

Wat voor dromen had je vroeger?

“Ik wilde graag mode studeren. Na overleg met mijn vader ben ik toerisme gaan doen op Hogeschool Notenboom. Dat leek hem voor mijn ontwikkeling het beste. Tijdens die studie leerde ik John kennen. Om dichter bij hem te kunnen zijn heb ik de studie in Hilversum afgemaakt. Uiteindelijk ben ik niet in die sector gaan werken, maar heb ik er wel veel aan gehad tijdens mijn verblijf in het buitenland. Waar ik later nog meer aan had, was de studie Spaans die ik nog in Vught ben gaan doen. Misschien dat ik nog wel wat cursussen wil doen die mij helpen bij mijn werk.”

John zegt dat hij jou voor het eerst spotte in het spelershome, na wedstrijden van Oranje.

“Ik was daar omdat Boudewijn speelde. John en ik hebben elkaar een paar keer in het spelershome gezien. Toen stonden we naar elkaar te kijken. Ik vond hem leuk. Hij wist niet wie ik was, dacht eigenlijk dat ik bij een andere familie hoorde. Tijdens het EK in Portugal in 2004 hebben we voor het eerst met elkaar gesproken. Hij had aan mijn broer gevraagd waar je het beste kon stappen – dat wilde Johns zus weten. Boudewijn antwoordde: ‘Daarvoor moet je mijn zusje hebben, die gaat hier op stap.’ Toen ik mijn broer belde, gaf hij de telefoon aan John. Zo raakten we voor het eerst in gesprek met elkaar. Toen hij de bus uit moest, zei hij: ‘Mag ik je nummer, dan bel ik je zo terug.’ De grap was: hij wist toen nog niet dat ik hetzelfde meisje was dat hij een paar keer in het spelershome had gespot. Pas toen hij mij samen met Boudewijn zag, viel het muntje. Dat was ook de enige keer in Portugal dat we elkaar hebben gezien, voor de rest was John natuurlijk alleen maar met het EK bezig.”

Hoe is het na het EK verder tussen jullie gegaan?

“Ik bleef nog een poosje in Portugal, omdat mijn ouders een huisje hadden gehuurd en we daar vakantie vierden. John belde mij zo vaak, hij wilde dat ik terugkwam: ‘Kom alsjeblieft gelijk naar Amsterdam.’ Toen ik uiteindelijk met mijn broer was terugvlogen, zei John: ‘Ik wil dat je nu naar Hoofddorp komt.’ Ik kende hem nog helemaal niet goed, we hadden alleen telefonisch contact gehad. Ik weet nog dat ik tegen een vriendin zei: ‘Ik weet niet of ik dit wel moet doen.’ Maar ik deed het toch. En eigenlijk waren we gelijk verliefd. De eerste tijd ben ik op en neer gaan pendelen tussen Hoofddorp en Maastricht, en op een gegeven moment ben ik bij John gebleven.”

Hoe romantisch is John?

“Hij brengt koffie op bed, we gaan samen uit eten als het lukt en hij neemt elke week bloemen voor mij mee. We zijn alweer zestien jaar samen, vanaf ons eenentwintigste, dus kun je nagaan hoeveel bosjes dat zijn geweest!”

Hoe is het om samen te leven met een profvoetballer?

“Je moet jezelf een beetje kunnen wegcijferen, omdat je zijn droom leeft. Natuurlijk krijg je daar een boel voor terug: je hebt het hartstikke goed. Maar je bent wel vaak alleen: tijdens grote toernooien, trainingskampen, internationale wedstrijden. Je moet jezelf dus leren vermaken. En de zorg voor de kinderen ligt vooral bij jou.”

Vond je het prettiger toen John nog voetbalde of nu hij trainer is?

“Toen hij nog voetbalde, was hij om twee uur ’s middags al thuis. Dan hadden we de hele middag samen, wat wel zo prettig was. Aan de andere kant was hij doordeweeks soms drie dagen weg en tijdens de toernooien zes weken van huis. Nu maakt John lange dagen: om acht uur ’s ochtends is hij de deur uit en om een uur of half zeven ’s avonds is hij weer thuis. Wel is hij op woensdag en zondag vrij. Dus in beide gevallen heeft het voordelen en nadelen.”

Wat doen jullie op de vrije dagen?

“Naar het strand, wandelen in het bos, lekker lunchen… En we vinden het fijn om thuis te zijn. Ons huis is echt ons thuis. Daar zijn we heel blij mee.”

Wat zijn de mooiste herinneringen aan jouw buitenlandse jaren? “Natuurlijk de geboorte van Jezebel en Lennox in Madrid. De kinderen van Beckham zijn in hetzelfde ziekenhuis geboren. Lig je daar in een kamer vol verpleegsters en gynaecologen die allemaal Spaans praten. Dat was wel heel bijzonder. En de eerste keer dat je weggaat uit Nederland.”

Johns trainerscarrière brengt jullie wellicht later weer in het buitenland. Sta je open voor weer een avontuur?

“Je weet: als je met een voetballer of trainer omgaat, bestaat altijd de mogelijkheid dat je moet verhuizen. Gelukkig sta ik open voor een eventueel nieuw avontuur.”

En wat als hij trainer wordt van FC Groningen?

“Daar staan we nu anders in omdat bijvoorbeeld Lennox bij Ajax zit, en dat is toch een van de beste jeugdopleidingen van Europa. We kijken natuurlijk ook naar de toekomst van onze kinderen. John zal dan waarschijnlijk op en neer moeten rijden.”

Wat vergt het van jou om voetbalmoeder te zijn?

“Ik breng Lennox vier keer in de week naar De Toekomst. Daar blijf ik wachten tot hij klaar is, of John neemt hem mee terug. En zaterdag ben ik er altijd bij, zeker bij de uitwedstrijden en de toernooien. Dan rijd ik achter de spelersbus aan. Niet dat je veel kunt doen: je mag de kleedkamer niet in en zo, dus Lennox wordt heel snel zelfstandig. En hij is mondiger geworden, hoewel hij van nature best verlegen is. Toch wil ik er voor hem zijn – hij is nog zo jong. Voetbal is superleuk, maar het vraagt ook heel veel van hem.”

Lennox is nog een kind, realiseert hij zich wat zijn vader allemaal heeft gepresteerd?

“Ja, hij kijkt ook wel tegen John op. Hij ziet wat er allemaal om John heen gebeurt, dat mensen met hem op de foto willen. Niet dat hij alles beseft, daar is hij te jong voor. Wel weet hij dat zijn vader een WK-finale heeft gespeeld. En dat hij daarin van het veld is gestuurd.”

Hoe beleefde jij het WK van 2010?

“Dat is het enige toernooi dat ik niet heb bijgewoond, omdat we net een kleine hadden. Maar voor de finale ben ik naar Zuid-Afrika gevlogen. Later zei ik nog lachend tegen John: ‘Misschien had ik niet moeten komen.’ Het was natuurlijk jammer dat het zo gelopen is, maar ik vond het wel fantastisch om het mee te maken.”

Wat dacht je toen John rood kreeg?

“Ja, balen! Waarom? Waarom gebeurt dit? Na afloop van de wedstrijd gingen we naar het hotel, daar heerste natuurlijk geen goede stemming, iedereen was verdrietig. De spelers kwamen bij elkaar, werden toegesproken. Daarna zijn we gelijk naar de kamer gegaan en hebben geprobeerd zo snel mogelijk in slaap te vallen. De volgende dag gingen we terug met het spelersvliegtuig. Toen we onthaald werden door straaljagers en in Amsterdam al die uitzinnige mensen zagen, werd de stemming al beter: toen beseften die jongens pas wat voor prestatie ze hadden geleverd. Ik ben meegegaan naar het diner in Huis ter Duin. De volgende dag gingen zij varen door de grachten, ik sloot weer aan bij de huldiging op het Museumplein.”

Toen jullie in 2015 terug waren in Nederland, ben jij een eigen sieradenlijn
begonnen.

“Na acht jaar in het buitenland te hebben gewoond en de focus op mijn gezin te hebben gelegd, wilde ik wat meer van mezelf laten zien. De eerste ideeën voor een sieradenlijn zijn ontstaan in Berlijn. Eerst deed ik het samen met een vriendin. Wij noemden de lijn 28AND31, naar onze leeftijden toen we ermee begonnen. Omdat mijn vriendin een vaste baan had en ik voor drie kinderen moest zorgen, bleek het moeilijk om samen tijd te vinden. Daarom ben ik er uiteindelijk alleen mee verder gegaan. Ik vind het heerlijk om creatief bezig te zijn. Ik bedenk de ontwerpen, de goudsmid maakt ze. De sieraden verkoop ik via mijn webshop, maar ik ben ook met een aantal winkels bezig zoals Noelle by Danie en Hippie Fish. De sieradenlijn is echt iets van mijzelf, daar ben ik wel trots op. Maar het meest trots ben ik op John en mijn kinderen!”

Wat vind jij ervan om in deze periode veel thuis te zijn?

“Ik vind het wel lekker. Ik heb voor het eerst mijn man heel veel om me heen. Wat ik wel mis zijn de afspraakjes met vrienden en familie. Mijn ouders komen hier niet. Normaal nemen ze de trein vanuit Maastricht, maar dat gaat nu even niet. En uit eten gaan mis ik ook. Ik kook wat vaker. Ach, je past je aan de situatie aan. Zoals ik dat altijd heb gedaan.”

MASTERS #42

Bestel via onderstaande knop MASTERS met inhoudelijke reportages, geweldige fotografie en unieke merken, trends en plaatsen in de wereld.

MASTERS #42