Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Raymon Pouwels: ”Wij willen delen het nieuwe normaal maken”

In 2019 richtte Raymon Pouwels (Meppel, 1993) GO Sharing op, een bedrijf dat 100 procent elektrisch deelvervoer aanbiedt. Drie jaar later maken 2 miljoen mensen gebruik van het systeem en is het bedrijf de grootste aanbieder van elektrische deelscooters ter wereld en de grootste in de Benelux met deelfietsen Als klap op de vuurpijl werd Raymon door Forbes opgenomen in de 30 under 30 2022. “Dat was wel echt de bevestiging dat wat wij hier als klein bedrijfje aan het doen zijn, wereldwijd wordt gezien.”
Rahi Rezvani

Tekst & productie Bart-Jan Brouwer | Fotografie: Rahi Rezvani  | Visagie & haar: Chantal van ’t Hoff

Dit interview is deel 3 van het drieluik: ”Wegbereiders”. Drie jonge ondernemers blikken hierin door de duisternis van het huidige tijdgewricht heen op de toekomst in hun branche. In dit drieluik laat museumdirecteur Merel van Helsdingen een licht schijnen op de kunst van de toekomst, terwijl GO Sharing-CEO Raymon Pouwels en GoSpooky-oprichter Tim van der Wiel (beiden Forbes 30 Under 30) ingaan op de ontwikkeling van respectievelijk mobiliteit en social media, advertising en social tech. “Er is nog nooit een beter moment geweest om een goed idee te hebben.” 

Hoe ben jij in de mobiliteit beland?

“Ik kom uit een heel ondernemende familie. Mijn familie had een winkel met elektrische fietsen en scooters. Zo ben ik in aanraking gekomen met elektrische mobiliteit. Tijdens mijn studie Commerciële Economie werd ik door hun leverancier uit Duitsland benaderd om voor hem de verkoop van elektrische scooters voor de Benelux op me te nemen. Ik snel mijn studie afmaken en aan de slag. Heel traditioneel: de showrooms af om de producten te verkopen. Steeds meer partijen wilden voertuigen gaan delen en ik werd verantwoordelijk voor de export van het bedrijf voor alle sharing-partijen in Europa. In die functie heb ik enorm veel geleerd, want ik kon bij iedereen in de keuken kijken. Op mijn vijfentwintigste wist ik: zo’n bedrijf wil ik zelf starten. Niet omdat ik iets met scooters had: op mijn zestiende kreeg ik van mijn ouders een scooter en die heb ik dezelfde dag nog voor 300 euro op Marktplaats verkocht, haha. Het ging mij puur om een duurzame oplossing, en de kennis daarvoor had ik op het gebied van scooters.”

Wat was jouw visie bij het oprichten van een eigen bedrijf?

“In deze branche zien de meeste partijen zich als softwarebedrijf. Maar je zult toch ook verstand moeten hebben van de hardware, want de klant wil dat het voertuig dichtbij staat en het altijd doet. Betrouwbaarheid is het allerbelangrijkst. Twee dingen had ik voor mezelf heel scherp: ten eerste wilde ik samenwerken met een partij die heel goed service kan verlenen, ten tweede had ik besloten om het anders te doen dan de rest. Binnen Amsterdam kom je perfect van A naar B: je pakt de metro, bus, fiets, een Uber… Maar in een dorp of regio heb je geen Uber en gaat het openbaar vervoer niet elke vijf minuten. Daar is echt een mobiliteitsbehoefte. Mijn uitgangspunt was om iedere stad of regio die een station heeft, te verbinden. Daar is de behoefte op lange termijn het grootst en daar gaan we het verschil maken.”

Partners vond je in Donny van den Oever en Doeke Boersma.

“Met hen richtte ik in 2019 GO Sharing op. Zij waren op dat moment eigenaar van GreenMo, leverancier van elektrische scooters en fietsen aan de bezorgmarkt – Gorillas, Domino’s, PostNL… Zij hadden dus een enorm servicenetwerk. Alleen runden zij al een business en waren daar extreem druk mee. Ze wilden in elk geval tijd vrijmaken voor de pilot; vanaf daar zouden we weer verder kijken. Die pilot bestond uit 168 scooters in Eindhoven, exact het aantal dat we konden betalen. In het begin ging alles fout wat maar fout kon gaan. We hadden mensen nodig om de accu’s te wisselen, power rangers noemden wij ze. Maar die konden we niet vinden, niemand had nog van GO Sharing gehoord. Wij zijn zelfs de straat op gegaan in Power Rangers-pakken om awareness te creëren, haha. Uiteindelijk zeiden vier mensen ja, waarvan drie er na één dag al mee stopten. We waren net live, dus moesten wij zelf om vier uur ’s nachts met de auto naar Eindhoven om accu’s te wisselen. Alles ging fout, maar we zagen wel dat er een enorme vraag was. Iedereen had het erover: ‘Heb je die groene dingen gezien?’ Al na twee dagen hebben we bijbesteld en wisten we: dit gaat ’m worden.”

Hoezo koos je voor felgroen?

“Wij noemen het zelf ‘duurzaam groen’. Wij wilden iets uitstralen wat opvalt. Iedere gemeente geeft een vergunning voor een gelimiteerd aantal voertuigen. Als je een voertuig hebt dat wit of zwart is, valt het veel minder op in het straatbeeld. Maar als die felgroen is, dan lijkt het net of je hem overal ziet, of hij op iedere hoek staat.”

Hoe werkt GO Sharing in hoofdlijnen?

“Gebruikers betalen per minuut voor het gebruik van een voertuig. Een rit met scooter of e-bike kan, binnen het gebruikersgebied, overal worden beëindigd. Autoritten moeten wel eindigen bij een van de vaste oplaadplekken van GO Sharing. Vanaf daar kan de gebruiker dan per scooter of e-bike verder. Maar het eindpunt van een autorit hoeft niet dezelfde stad te zijn als waar de rit begon.”

Het is jullie streven om overal binnen drie minuten lopen vervoer aan te bieden. Hoe krijg je dat voor elkaar als de gemeenten slechts een beperkt aantal deelvoertuigen toelaten?

“Dat is de grote uitdaging. In de meeste steden weten we het te realiseren. Binnen drie minuten lopen van huis vind je een fiets of scooter. Die kan je eventueel naar een deelauto brengen. In het centrum moet je light electric vehicles hebben, voertuigen die gemakkelijker te bewegen zijn dan auto’s. De auto is niet de oplossing in het drukke centrum. Daarom hebben we heel hoog ingezet op scooters en bikes. Die zijn wendbaarder, nemen minder plek in en zorgen voor een betere dichtheid. Want in plaats van, zeg, tweehonderd auto’s kunnen we tweehonderd bikes én tweehonderd scooters plaatsen – dubbele getallen. Afgelopen jaar hebben we 4.500 e-bikes uitgerold in Nederland, daarin zijn we nu de grootste aanbieder.”

Hoe zie jij de stad van de toekomst voor je?

“De stad van nu is, met parkeerplaatsen en wegen, grotendeels ingericht voor de auto. Dat gaat compleet veranderen. Het centrum wordt tot 30 km/h en daarmee is het voordeel van de auto weg. Fietsen, scooters, steps en bakfietsen zullen de overhand nemen voor bewegingen binnen de stad. Alleen als we ons buiten dat centrum begeven, zullen we een voertuig nodig hebben. En een eigen voertuig is dan te duur omdat de ruimte die het inneemt, kostbaar is.”

Je hebt het over deelmobiliteit, maar is de reis van deur tot deur niet nog belangrijker dan het delen op zich?

“Klopt. Je deelt geen hotelkamer, je boekt een hotelkamer. Hetzelfde met voertuigen. Je kunt deelmobiliteit vergelijken met openbaar vervoer: je boekt vervoer. Waarom steekt de overheid 6 miljard in het openbaar vervoer en de bereikbaarheid, en is er nul euro voor deelfietsen en deelscooters. Terwijl wij de moderne buslijn zijn. Als ik met de overheid praat, is iedereen het ermee eens dat deelmobiliteit de toekomst is. Dat is hartstikke mooi, alleen moet die toekomst wel vandaag starten. De complexe regelgeving van de gemeentes maakt dat moeilijk. Om je een idee te geven: waarom kunnen wij een buslijn niet vervangen voor deelmobiliteit? Puur omdat in de vergunningsaanvraag staat dat een buslijn een bus moet bevatten. En dus worden we uitgesloten. Terwijl partijen als NS en Arriva naar ons toe komen met de vraag of wij ze kunnen helpen, omdat zij het niet kunnen veroorloven om een buslijn te laten rijden in een dorp waar op een dag maar vijf mensen instappen.”

De overheid is niet alleen log, elke gemeente heeft bovendien een eigen gemeenteraad waar jullie mee te maken hebben. Hoe deal je daarmee?

“Na de pilot in Eindhoven wilden wij starten in dertig steden. Die hebben inderdaad dertig verschillende gemeenteraden en dertig verschillende mensen die verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte en die allemaal een eigen idee hebben over hoe mobiliteit eruit gaat zien. Wij hebben een heel stappenplan uitgewerkt en dat gedeeld met de gemeenten. Maar zelfs de meest enthousiaste gemeente heeft minimaal soms meer dan een jaar nodig voordat we kunnen starten.”

Toch is GO Sharing de afgelopen jaren in 35 steden gelanceerd, en wereldwijd in 50 steden.

“We zijn extreem hard gegroeid. Ook qua bedrijf: er werken inmiddels 300 man bij GO Sharing. Dat we zo konden opschalen is mede dankzij eerst een investering in onze holding van 10 miljoen en vorig jaar van 50 miljoen door Opportunity Partners en Rabo Corporate Investments. We hebben in het begin helemaal niks in marketing geïnvesteerd: het product op straat is onze marketing. Het geld steek ik daarom liever in voertuigen. Ons bedrijf is nu de grootste aanbieder van elektrische deelscooters ter wereld en de grootste in de Benelux met deelfietsen. Natuurlijk hebben er wel wat veranderingen plaatsgevonden. Ten eerste geldt sinds 1 januari de helmplicht. Het kost ons meerdere miljoenen om de vloot om te bouwen: helmen aanschaffen, topkoffers aanbrengen… En voor gebruikers is het een hobbel: veel mensen vinden het niet hygiënisch om een helm te delen, ook al zorgen wij voor haarnetjes en sprayen wij de helmen schoon. Wij gaan er mee door, want de scooter is een onderdeel van de oplossing. Vooral regionaal. Wij geloven heel erg dat de fiets de oplossing in het centrum is. Ten tweede heerst er door de oorlog in Oekraïne een ander investeringsklimaat. Mede daarom zijn wij weggegaan uit kleinere dorpen – die zijn minder rendabel en daar doet men minder snel afstand van de eigen auto – en hebben we onze vloot meer compact gestationeerd in grotere steden.”

Tim van der Wiel, Merel van Helsdingen, Raymon Pouwels

Nog een grote verandering: door dat andere investeringsklimaat is eind januari GreenMo failliet gegaan.

“Extreem pijnlijk natuurlijk voor Donny en Doeke, die een mooi bedrijf hadden opgebouwd. Gelukkig heeft het bedrijf een doorstart gemaakt, met nieuwe eigenaren. GreenMo was onze leasemaatschappij. De directe gevolgen voor GO Sharing waren dat de voertuigen van straat werden gehaald. Een maand lang stonden we buitenspel. Het was een onzekere tijd, zeker ook voor het personeel. En de gebruikers zaten ineens zonder mobiliteit. Als ondernemer is het lastig om te accepteren dat er dingen gebeuren waar je geen invloed op hebt. Het stuk waar je wel iets aan kunt doen, geeft energie. Vanaf dag één ben ik gaan kijken naar oplossingen. We hebben zo’n gaaf bedrijf opgebouwd met zo veel potentie, dat móét door! In een heel korte tijd heb ik nieuwe investeerders weten te vinden die bereid waren de aandelen over te nemen. De voertuigen waren gefinancierd door de Rabobank; die heeft de voertuigen van GreenMo opgeëist en verhuurt die nu weer aan ons. En we moesten op zoek moesten naar een nieuwe verzekeraar. Die hebben we gevonden in Bokhorst Verzekeringen, dat veel ervaring heeft met de verzekering van grote vloten. Daarmee konden we als GO Sharing door. Door alles wat er is gebeurd, ben ik in één keer vijf jaar verder in mijn ontwikkeling als ondernemer.”

GreenMo deed toch ook het onderhoud van de voertuigen?

“Gelukkig hadden we afgelopen oktober het onderhoud van de voertuigen al in huis gehaald door de monteurs en werkplaats over te nemen. Dat wilden wij per se in eigen hand hebben, omdat de kwaliteit van de vloot en de betrouwbaarheid het allerbelangrijkst zijn. Met GreenMo hebben we niets meer te maken, we zijn twee losse entiteiten.”

Het jaar is woelig begonnen. Wanneer is 2023 voor jou alsnog geslaagd?

“Als aan het eind van het jaar de stabiliteit terug is in het bedrijf, het vertrouwen van de klant teruggewonnen en het bedrijf winstgevend is. Dan kunnen we vanuit een stabiele basis doorbouwen richting de toekomst.”

MASTERS Magazine

De rest lezen van het interview met Raymon Pouwels? In de voorjaarseditie van MASTERS werpen drie entrepreneurs een licht op de toekomst: Raymon Pouwels (GO Sharing), Merel van Helsdingen (Nxt Museum) en Tim van der Wiel (GoSpooky). Volgens laatstgenoemde biedt de steeds sneller gaande technologische vooruitgang enorme mogelijkheden. “Er is nog nooit een beter moment geweest om een goed idee te hebben. De technologie zit in je broekzak!” Sportjournalist Jaap de Groot schetst de contouren van het nieuwe speelveld van de internationale sport na het eclatante succes van het WK in Qatar. En ook futurist Adjiedj Bakas laat zijn licht op de toekomst schijnen. Volgens hem staat komend jaar in het teken van de zoektocht naar de economie van het geluk. “We gaan niet alleen kijken naar wat ons geld oplevert, maar naar wat ons gelukkig maakt.” Wellicht draagt deze editie hieraan bij, met een terugblik op MASTERS EXPO, een road trip met de nieuwe Range Rover en interviews met paardenpaus Jan Tops, Red Bull Racing-teambaas Christian Horner, chef-kok Margot Janse en beeldend kunstenaar Spencer Tunick. Geluk!