Na bijna zeven decennia kwam Land Rover met een compleet vernieuwde Defender. Geen terrein is te woest voor deze Land Rover. Om dat te ondervinden, bedwongen we met John Heitinga de stadsjungle van Amsterdam.Tekst: Perry Snijders
Beeld: Luuk van Kaathoven
Online redactie: Mical JosephIn september 2019 presenteerde Land Rover de nieuwe Defender. De auto was voor het eerst te zien op de IAA in Frankfurt, een van de belangrijkste autoshows ter wereld. Niet veel later maakte hij zijn Nederlandse debuut. Dat gebeurde in de RAI in Amsterdam, een toepasselijke plek: de originele Land Rover maakte in 1948 eveneens zijn debuut in de RAI. Om die reden had Land Rover tijdens de meest recente editie van de MASTERS-beurs ook een exemplaar neergezet uit 1948.
Geen exemplaar dat toevallig ook in dat eerste jaar gebouwd was, maar echt een van de allereerste Land Rovers, die destijds ook daadwerkelijk in de RAI te zien was. Tot zo ver verliep het uitstekend met de introductie van de nieuwe Defender. Het merk had duidelijk zijn best gedaan – en je verwacht ook niet anders als een model na 69 jaar voor het eerst écht helemaal in het nieuw wordt gestoken. De uitbraak van het coronavirus schopte echter ook de introductie van de nieuwe Defender danig in de war. We hadden gepland om begin april in Engeland uitvoerig kennis te maken met de auto, maar die kennismaking werd geannuleerd; als Land Rover het nog aangedurfd had, was er alsnog geen vliegtuig gegaan. Om vast een beetje in de stemming te komen, hadden we een bezoekje aan de nieuwe Bond-film No Time To Die in de agenda staan. Daarin rijdt 007 behalve in zijn vertrouwde DB5 ook in de nieuwste creatie van Land Rover. Ook door dat filmavondje kon een streep worden gezet; de bioscopen gingen op slot en bovendien werd de première van de film met ruim een half jaar uitgesteld.
In plaats van de fancy introductie die Land Rover in gedachten had, begon de nieuwe Defender, toch het werkpaard van het merk, zijn leven echter op een manier die eigenlijk veel passender was. De ruim 160 Defenders die klaarstonden voor de introductie, werden namelijk direct beschikbaar gesteld aan hulporganisaties die extra vervoer nodig hadden vanwege de uitbraak van het coronavirus. In het Verenigd Koninkrijk werden ze ingezet door het Rode Kruis om voedsel en medicijnen te bezorgen bij ouderen die niet meer zelf de deur uit konden of mochten. Ook in Spanje, Frankrijk, Zuid-Afrika en Australië werden auto’s ingezet bij het Rode Kruis. Precies zoals de oude Defender ook werd ingezet door hulporganisaties, maar bijvoorbeeld ook legers en de Verenigde Naties. Wie nog twijfelde of de nieuwe Defender een waardige opvolger is van de oude, was direct overtuigd.
Die twijfel bestond wel degelijk. Niet zozeer bij kopers van de nieuwe Defender, maar vooral bij fanatieke liefhebbers van de oude, die het liefst gezien hadden dat er geen schroef veranderd was. Logischerwijs was dat niet mogelijk, want in 2020 worden nu eenmaal andere eisen aan een auto gesteld dan in 1948. De oude Defender is in zijn lange leven natuurlijk wel een paar keer flink aangepast, maar de basis bleef tamelijk antiek. Hij was ooit bedoeld als ‘all-purpose vehicle on the lines of the Willys-Overland post-war Jeep’. Gaandeweg werd het ook steeds meer een auto voor liefhebbers. Land Rover’s designchef Gerry McGovern wilde per se geen retro-auto maken; hij wilde opnieuw een functionele auto, die wel de uiterlijke kenmerken van het origineel had. “De nieuwe Defender is respectvol naar het verleden, maar zit er niet in gevangen. Het is een nieuwe Defender voor een nieuwe tijd. Zijn unieke persoonlijkheid wordt benadrukt door zijn silhouet en zijn optimale proporties, die hem zowel aantrekkelijk als zeer capabel maken. Dat is wat een Defender moet zijn: een visueel aantrekkelijke 4×4 die compromisloze toewijding aan zijn kunnen uitstraalt.”
De autoliefde van Heitinga behelst niet alleen Land Rovers en Range Rovers trouwens. “Van de club heb ik een Mercedes-Benz, ook mooi. Maar eerlijk gezegd rijd ik daar in de stad niet zo veel mee. Meestal pak ik de fiets, een elektrische, dat scheelt heel wat parkeerproblemen in de stad. Maar eigenlijk was een Ferrari mijn droomauto, dat móést een keer gebeuren. Die tijd is nu voorbij, nu vind ik het vooral belangrijk dat een auto veilig is als ik mijn gezin erin meeneem, en praktisch natuurlijk. Ik zal niet zeggen dat je dan vanzelf bij een Land Rover uitkomt, maar ik heb dat een beetje overgehouden van mijn periode in Engeland. Daar reed echt íedere speler in een Range Rover. Dat is tegenwoordig iets anders, want nu is de Rolls-Royce Cullinan heel populair. Ik zal nooit zeggen dat ik dat over de top vind, want iedereen moet rijden in de auto waar hij zich prettig in voelt, maar ik persoonlijk hoef hem niet. Ik ben sinds mijn periode in Engeland heel blij met de Range Rovers die ik reed.”
Toch is het geen gemis dat we de Defender niet offroad kunnen testen. In het terrein stond de oude Defender al zijn mannetje, maar juist op de weg merkte je dat de auto al lang geleden op de markt was gekomen. Daar viel dus de grootste winst te behalen. Dat is onder meer gelukt door de nieuwe Defender te bouwen op een gloednieuw platform, dat maar liefst drie keer stijver is dan het ladderchassis waarop de oude gebouwd werd. Bovendien is hij voorzien van een moderne automaat met acht versnellingen, waardoor hij stukken stiller is op de snelweg. Denk overigens niet dat de Defender daarmee veranderd is in een halve raceauto, want hij heeft nog steeds enorm hoge bandwangen, noodzakelijk om ook in het terrein goed uit de voeten te kunnen. Maar in een stad als Amsterdam profiteer je daar alleen maar van. Niet alleen als je moeiteloos de betonnen trappen bij de RAI of het Olympisch Stadion wilt bedwingen, maar ook als je bijvoorbeeld een trambaan oversteekt of even de stoep op moet om een verhuis- wagen te passeren: het gaat allemaal zonder zicht- of voelbare moeite. Daarmee is de Defender een stuk veelzijdiger geworden dan hij al was; legendarisch was hij al lang, maar nu is het ook met recht een alleskunner.
© 2024 MASTERS EXPO. All rights reserved.
