Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

FRANK BOGAERS, DIRECTEUR BOREK

Deze week vertelt Frank Bogaers, directeur van Borek, over zijn kruiwagen. Het familiebedrijf specialiseert zich op het buitenleven met unieke buitenmeubelen en parasols. Niet alleen de consumentenmarkt, zowel in binnen- als buitenland wordt veroverd, maar ook de projectenmarkt. Met al meer dan veertig jaar ervaring innoveert het team van Borek zich keer op keer. Dit doen ze door te kijken naar de nieuwste trends, inspiratie op te doen in diverse wereldsteden en creatieve samenwerkingen aan te gaan met gerenommeerde ontwerpers. Maak kennis met Bogaers…Tekst: Mical Joseph
Beeld: Borek

Wat hield jou vroeger bezig?

“Ik was op vroege leeftijd al een echte ‘doener’ en speelde altijd buiten. In het Brabantse Moergestel groeide ik op en woonde ik de eerste twintig jaar van mijn leven. In eerste instantie wilde ik profvoetballer worden en speelde ik bij Willem II, maar naarmate mijn tienerjaren wilde ik iets anders met sport doen. Ik dacht aan sportverslaggever of sportondernemer.”

Dat is natuurlijk iets totaal anders dan wat je nu doet. Hoe ben je in je huidige werk terechtgekomen?

“In 1977 richtte mijn vader Borek op. Hij was écht een pionier op het gebied van parasols. Zo was hij de eerste in het land die de houten en vrijhangende parasols importeerde en verkocht aan tuincentra en campingzaken. Mijn vader was altijd bezig met noviteiten en innovaties in de branche. Na mijn middelbareschooltijd deed ik een MEAO-opleiding en wilde ik naar de HEAO om Small Business in Haarlem te studeren. Dit plan voerde ik uiteindelijk niet uit, want mijn vader had mij nodig in de zaak. Dit was in 1988. Als 19-jarige jongvolwassene werd ik flink voor de leeuwen geworpen, maar dit pakte gelukkig goed uit. Ik leerde al vroeg hoe met klanten om te gaan, de verschillende facetten van het bedrijf én ik werkte van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.”

Je geeft aan dat je eigenlijk de sportkant op wilde. Heb je ooit spijt gehad van je keuze om je vaders bedrijf in te gaan?

“Nee, ik heb eigenlijk nooit spijt gehad van mijn keuze. Op jonge leeftijd bezat ik dezelfde werkethiek als mijn vader en kreeg ik de handelsgeest al vroeg onder knie. Ik genoot van het werk en alles wat daarbij kwam kijken.”

Op een gegeven moment nam je de zaak over en werd jij eigenaar van Borek. Wat deed jij anders?

“Ik merkte dat wanneer wij ideeën hadden, de fabriek waarbij we deze concepten lieten uitvoeren, ook dezelfde soort ideeën gingen produceren. Het leek mij goed om Borek meer als merk te positioneren, dus ik ging in gesprek met ontwerpers zoals Marcel Wolterinck, Remy Meijers en Eric Kuster en we startten met meubilair. Borek werd omgeschoold van importeur naar een uniek merk.” 

Wie was jouw kruiwagen?

“Mijn vader was voor een groot deel in mijn leven mijn kruiwagen, maar mijn moeder heeft ook een belangrijk aandeel gehad gedurende mijn carrière. Zij zorgde voor het gezin en was er altijd voor ons. Mijn vader gooide mij in het diepe en gaf aan dat ik ‘gewoon’ moest verkopen en de bonnefooi op moest. Dit heeft mij ver gebracht. Mijn ouders hadden beide een goede invloed op mijn carrière.”

Wat is je allergrootste passie in je vak?

“We hebben nu drie merken waar we voor de volle honderd procent voor gaan: Borek, Max & Luuk en Yoi. Max & Luuk is vernoemd naar mijn zonen en dat is het merk wat we net onder Borek positioneerde. Yoi betekent in het Japans ‘goed’ en Yoi bevindt zich in het middensegment. Dit is voor consumenten die een nét iets lager budget hebben, maar nog steeds voor het unieke van Borek willen gaan. Met deze drie merken komt mijn passie goed naar voren: het creëren van unieke producten met onze eigen stijl en signatuur.”

Wat is het grootste leermoment geweest in je carrière?

“Mijn allereerste baan was in de horeca en daar heb ik ontzettend veel geleerd. Als je daar een beetje gevoel voor hebt, dan raad ik je zeker aan om in de horeca te werken. Je doet van alles: terras lopen, achter de bar staan; het is keihard werken. Ik leerde vooral hoe om te gaan met verschillende mensen. Respect en mensenkennis hield ik aan deze werkervaring over. Ik doe veel op gevoel, maak ook echt nog wel eens fouten, maar ik voel mij nergens te goed voor.”

Welk advies zou jij je 18-jarige zelf geven?

“Mijn zonen zijn 15 en 19 jaar. Tegen hen zeg ik: volg je hart en ontwikkel jezelf. Mijn vader heeft vroeger altijd gewerkt en mijn moeder zorgde voor ons. Ik zelf ben naast het werken altijd met mijn jongens bezig. Als trainer, of als voetbalcoach bijvoorbeeld. Ik onderneem graag dingen met mijn kinderen. Mochten ze ooit in het bedrijf willen en kunnen werken, dan zou ik dat leuk vinden, maar ik leg geen druk op ze. Het is absoluut geen must. Stapt niemand van mijn zoons in het bedrijf, of ik ben er op een dag niet meer, dan is er een investeerder die ons helpt bij het zetten van de volgende stappen. Maar, de deur staat altijd open voor mijn kinderen.”

Ben jij voor iemand een kruiwagen geweest?

“Voor mijn twee zoons ben ik, denk ik, wel een kruiwagen geweest. Die stellen ook veel vragen aan mij. Maar ook heb ik veel voetbalteams begeleid; een leuk voorbeeld hiervan is een jongen die ik heb gecoacht. Hij kwam uit Afghanistan en verbleef op dat moment in een asielzoekerscentrum. Op een gegeven moment verhuisde hij, ver van de club vandaan. Wij waren maar een paar wedstrijden verwijderd van het kampioenschap en ik wilde per se dat hij mee bleef spelen. Er is er maar één zo gek als ik, want ik reed iedere zaterdagochtend vroeg naar zijn huis om hem daar op te halen. Hij speelde de wedstrijd mee en daarna bracht ik hem naar het station. Een paar jaar later nam hij weer contact met mij op om te vragen of hij weer bij mij kon voetballen. Wat ik eigenlijk wil zeggen: ik ben vaak met die jongens bezig, mijn deur staat altijd open en het glas is bij mij half vol.”