Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Fotografie vanuit zakelijk oogpunt

De afgelopen decennia heeft David Yarrow (Glasgow, 1966) enkele van ’s werelds meest iconische persoonlijkheden, sportmomenten en bedreigde diersoorten gefotografeerd. De aandacht voor zijn werk heeft zich vertaald in uitzonderlijke veilingresultaten. Dankzij dit succes heeft David al zo’n 15 miljoen euro aan goede doelen kunnen schenken, wat hem tot een van de meest invloedrijke fotografen ter wereld maakt. Afgelopen november was hij in Amsterdam om zijn nieuwste boek Storytelling te lanceren en de gelijknamige tentoonstelling in Kunsthuis Amsterdam te openen. MASTERS zocht de legendarische fotograaf op.

Wat voor herinneringen bewaar je aan jouw jeugd in Glasgow, waar je in 1966 ter wereld kwam?

“Mijn eerste herinneringen stammen uit het Glasgow van de vroege jaren zeventig, een periode waarin de stad zich kenmerkte door zware industrieën, vooral scheepsbouw en kolenmijnen. Onze familie was actief in de scheepsbouw, een vak dat van generatie op generatie overging met een grote werf als centraal punt van ons bestaan. Helaas stond Glasgow ook bekend om de verdeeldheid tussen protestanten en katholieken. Ik herinner me nog goed hoe mijn vader, ondanks onze protestantse achtergrond, heimelijk fan was van Celtic, de voetbalclub met een katholieke identiteit. Veel arbeiders op onze werf waren aanhanger van de club die het in 1970 schopte tot de finale van de Europa Cup I. Om niet herkend te worden, parkeerde mijn vader de auto twee kilometer van het stadion en droeg hij een bivakmuts. De spanning van deze verborgen loyaliteit en de successen van Celtic, met spelers als Tommy Gemmell en Kenny Dalglish, schilderen een beeld van een grimmige tijd waarin sport als uitlaatklep diende. Naast voetbal nam golf een belangrijke plek in ons leven in: de regio is rijk aan golfbanen. En ik was bedreven in snooker. Als jongste in een gezin met drie, later vier kinderen, voelde ik me soms een buitenbeentje. Een gevoel dat versterkt werd door de turbulente relatie van mijn ouders, die uiteindelijk leidde tot hun scheiding. Hun ruzies dreven me naar eenzame uren aan de snookertafel, weg van de huiselijke onrust. Verder werd ik in mijn jeugd gevormd door de harde levenslessen aan een kostschool in Pitlochry, een dorp in het noorden van Schotland. Het had veel weg van Zweinstein, de school van Harry Potter. De ochtenden daar waren zo koud dat de washandjes bevroren.”

Hoe kwam je in contact met fotografie?

“Mijn moeder hertrouwde met een fotograaf, gespecialiseerd in het documenteren van paardenevenementen. Niet dat hij daarmee binnenliep. Geld was altijd schaars in ons huishouden. Mijn moeder was een beeldhouwer met veel talent maar had moeite om haar kunst te vercommercialiseren. Dit zorgde voor een kindertijd omringd door kunst, maar ook met de worstelingen van een kunstenaar. Deze ervaringen hebben mij diepgaand beïnvloed. Ik werk continu, neem nauwelijks tijd voor vakanties, ben constant onderweg voor nieuwe producties of om mijn werk te tonen. Misschien is deze drijfveer wel deels gevormd door de tijden waarin ik met mijn moeder uit financiële nood in een caravan sliep. De armoede en artistieke integriteit van mijn moeder leerden mij dat kunst ook commercieel moet zijn om succesvol te zijn. Creativiteit alleen is niet genoeg, het moet ook verkoopbaar zijn. Mijn eerste kennismaking met fotografie was in de donkere kamer van mijn stiefvader. Het zien verschijnen van foto’s in de ontwikkelaar was een openbaring, een bijna spirituele ervaring. Dat deed bij mij de passie ontluiken die mij zou vormen tot wie ik nu ben.”

 

”Ik werk continu, neem nauwelijks tijd voor vakanties”

 

Als 20-jarige was jij als fotograaf voor The London Times op het veld tijdens de wereldbekerfinale in Mexico-Stad (1986). Hoe kreeg je dat voor elkaar?

“Omdat ik voor een tijdschrift voetbalwedstrijden van teams uit de hoogste divisie fotografeerde, kwam ik in aanmerking voor accreditatie voor het WK in Mexico. Het Schotland van Alec Ferguson had zich geplaatst en zat in een poule met Denemarken, Duitsland en Uruguay. De laatste groepswedstrijd tegen Uruguay móésten we winnen. Maar helaas bleven we op 0-0 steken. Ik was erbij en vond het vreselijk: ik was meer fan dan fotograaf. De FIFA hanteerde de regel dat elk gekwalificeerd land één fotograaf op het veld mocht hebben. Omdat alle andere Schotse fotografen na de uitschakeling al naar huis waren, kreeg ik de kans om de finale Argentinië – Duitsland (3-2) in het Estadio Azteca te fotograferen. Niet dat ik zo geweldig was, ik had simpelweg veel geluk met mijn foto van Diego Maradona, die te midden van een uitzinnige menigte de wereldbeker omhooghoudt. Het zou één van de best verkopende sportfoto’s aller tijden worden, goed voor in totaal ongeveer één miljoen dollar aan opbrengsten. Ik bezit de rechten op de foto en krijg tot op de dag van vandaag aanvragen. Op die dag, 29 juni 1986, had ik natuurlijk geen idee van de impact die deze foto op mijn carrière zou hebben.”

In hetzelfde jaar was jij uitgeroepen tot Jonge Schotse Fotograaf van het Jaar. Ondanks deze successen koos jij voor een loopbaan in de financiële sector. Waarom?

“Als fotograaf voelde ik me een beetje als de beste Nederlandse skiër: ik had weinig concurrentie in Schotland te duchten en dan is het niet moeilijk om succesvol te zijn. Ik deed nog wel verslag van de Olympische Spelen in 1988, maar vond simpelweg geen rolmodellen binnen de pers aan wie ik me kon optrekken. Veel fotografen leken verbitterd en ongelukkig, waren vaak boos of aan de alcohol. Ze inspireerden mij niet bepaald. Daarnaast besefte ik de verzadiging in de markt. Mijn foto’s, waarvan ik dacht dat ze uniek waren in compositie of lichtgebruik, bleken vaak identiek aan die van wel twintig andere fotografen. Met mijn basiskennis van economie wist ik dat dit geen duurzame route was. In dezelfde periode romantiseerde Oliver Stone de wereld van Wall Street en gingen veel van mijn vrienden de investeringswereld in. Ik zag de financiële wereld als een kans om te leren en interessante mensen te ontmoeten. Het startsalaris was hetzelfde als wat ik als fotograaf verdiende, maar de vooruitzichten in financiële sector waren veel groter. En dus maakte ik de overstap. Ik werkte als effectenhandelaar in Londen en New York, werd Directeur Aandelen bij Natwest Securities en richtte een eigen hedgefonds op. Mijn carrière in de financiële wereld bracht veel welvaart, maar weinig geluk: de stress en lange werkdagen gingen ten koste van mijn huwelijk. Elke crisis voelde ik persoonlijk. Mijn leven was een constante omgang met problemen, die ik als een spons absorbeerde. Het was een voortdurende strijd. De financiële crisis van 2008 trof mij hard. Mijn bedrijf, met veertig werknemers, bevond zich in het epicentrum van de chaos. Vrijwel over night stortte alles in door omstandigheden die buiten mijn macht lagen.”

Wat dreef jou ertoe om op dit kruispunt van je leven voor de fotografie te kiezen?

“In deze zware tijd was de camera mijn enige uitlaatklep. Maar hoe kon ik daar genoeg mee verdienen? Elke avond werkte ik aan een nieuw bedrijfsmodel, geïnspireerd door de tv-serie Breaking Bad. Ik besefte dat als ik een sterk genoeg merk en product kon creëren, het mogelijk moest zijn om slapend geld te verdienen. Ik had uitgerekend dat ik, om onder meer schoolgeld en alimentatie te kunnen betalen, een half miljoen dollar per jaar moest verdienen. Terwijl het gemiddelde jaarsalaris van een fotograaf rond de 35.000 dollar lag. Het was een ambitieuze doelstelling, maar ik was vastberaden die te bereiken.”

Hoe is dat je gelukt?

“Een alles bepalend moment in mijn carrière was de foto die ik maakte van een haai die een zeehond aanviel. Deze Jaws-foto, die ik voor de lol geschoten had terwijl ik nog in de financiële sector werkte, werd in 2009 wereldwijd verkocht. De verkoop verliep toen nog via Getty Images. Ik kreeg ongeveer 25.000 dollar uitbetaald, maar de kosten voor de hele productie bedroegen zo’n 30.000 dollar. Ik leed verlies. Alles veranderde toen een advocaat uit Houston met de bijnaam Jaws mij belde. Hij wilde de foto graag in zijn kantoor hangen. Hoeveel ik ervoor wilde hebben? Onzeker over de prijs stelde ik 7.000 dollar voor, vrezend dat ik te hoog had ingezet. Tot mijn verbazing wilde hij voor dat bedrag er meteen vier kopen. Dat was het moment waarop ik besefte dat de waarde van een foto in de kunstmarkt vele malen hoger was dan in de journalistiek. Geïnspireerd door dit inzicht schreef ik in 2011 een paper over de toekomst van fotografie, voorspellend dat de kunstmarkt de enige levensvatbare manier zou zijn om geld te verdienen met fotografie. Ondanks de kritiek die ik ontving, bleek mijn visie juist. Dat moment, die realisatie, markeerde een keerpunt, en het bleek een van de dingen te zijn die ik in mijn leven juist had gedaan. In de kunstwereld is het essentieel om verder te kijken dan de letterlijke weergave van de werkelijkheid; dit is een punt waar veel natuurfotografen mee worstelen. De kunst van het vastleggen gaat over meer dan alleen het tonen van hoe iets eruitziet, het gaat over het toevoegen van een extra laag. De waarde van fotografie in de kunstwereld wordt niet alleen bepaald door de afbeelding zelf, maar ook door wat het vertegenwoordigt. De iconische foto’s van Muhammad Ali, bijvoorbeeld, zijn waardevol omdat ze meer zijn dan een sportmoment; ze belichamen een tijdperk en een persoonlijkheid die de sport overstijgt. Dit illustreert hoe een foto waarde kan verkrijgen door de bredere context waarin die staat. De voorzitter van Tate Modern benadrukte eens dat natuurfotografie voor hem het minst aantrekkelijk is in de kunst, omdat het de realiteit weergeeft zonder artistieke toevoeging. Het is deze artistieke toevoeging die kunst definieert. Het gaat om het creëren van iets authentieks en origineels. Dat is wat resoneert en beklijft bij mensen. Zo wordt fotografie meer dan een beeld: het wordt een verhaal, een statement of een vraagstuk, diepgeworteld in de zoektocht naar originaliteit en betekenis.”

Welke andere foto, naast Maradona en Jaws, vormt een mijlpaal in jouw carrière?

“Dat is er één die ik geschoten heb tijdens de burgeroorlog in Zuid-Soedan, Manchild. Dit beeld, met zowel diepte als een zekere sereniteit, had een enorme impact en voelde aan als Dante’s Inferno – beklemmend en hels. Het was authentiek en had een Bijbelse omvang. Het was de start van een momentum. Het verkopen van werk via galerijen vereist een balans van risico en beloning. Met het beeld van Zuid-Soedan verspreidde mijn werk zich wereldwijd en werd mijn naam definitief gevestigd. Mijn harde werk en de ambitie om steeds beter te worden blijven de kern van mijn streven. Het is vergelijkbaar met een topatleet die blijft oefenen, niet vanwege het geld, maar om aan de top te blijven.”

Net als bij veel fotografen vormen vrouwelijke modellen een terugkerend fenomeen in jouw werk. Hoe onderscheid jij je?

“In tegenstelling tot veel traditionele kunstfotografie houden de vrouwen die ik fotografeer meestal hun kleren aan. Sterker: ik leg juist de nadruk op kleding en setting om een bepaald verhaal of gevoel over te brengen en een extra laag parodie, humor of schoonheid toe te voegen. Dat is niet het enige waarin mijn aanpak zich onderscheidt: ik ben gaan samenwerken met enkele van de grootste modellen ter wereld op een basis die evenzeer filantropisch als zakelijk is. Deze samenwerkingen zijn uniek omdat de modellen de kans krijgen in één dag een miljoen dollar te verdienen, een bedrag dat zelfs voor hen ongebruikelijk is. Deze afspraak vereist vertrouwen van hun kant. Naarmate we vaker succesvol zijn, wordt het makkelijker om dit vertrouwen te winnen. We hanteren een disruptief bedrijfsmodel waarbij wij de productiekosten voor onze rekening nemen, die tot wel 200.000 dollar kunnen oplopen. Zodra deze kosten zijn gedekt, delen we de winst 50/50 met het model. Dit betekent dat zij geen financieel risico lopen; hun enige risico is een onproductieve dag zonder winst. Maar als het lukt, verdienen ze de helft van de winst. Dit format is toegepast op samenwerkingen met allerlei beroemdheden, van John McEnroe tot Cindy Crawford. Met laatstgenoemde deed ik een project waarbij we met één enkele foto een cheque van 3,5 miljoen dollar aan een kinderkankerziekenhuis hebben kunnen doneren. Het is een lange weg geweest om dit punt te bereiken, het resultaat van vijfendertig jaar leren, experimenteren en verfijnen.”

 

”Mijn foto van Diego Maradona, die te midden van een uitzinnige menigte de wereldbeker omhooghoudt, zou één van de best verkopende sportfoto’s aller tijden worden”

 

Wat betekent liefdadigheid voor jou?                

“Liefdadigheid is een manier om meer betekenis te geven aan wat we doen. Het maakt je nederig, het geeft het leven meer diepgang. Ik denk dat we de afgelopen vijf à zes jaar ongeveer 15 miljoen hebben ingezameld voor goede doelen. Dat vervult me met trots.”

Fotografeer jij voor een betere wereld?

“Ja, hoewel ik me ervan bewust ben dat mijn impact minimaal is: de spreekwoordelijke druppel op de gloeiende plaat. Onlangs hebben we Erling Haaland gefotografeerd. Dat had niet gekund als we niet hadden beloofd dat de opbrengsten naar achtergestelde Noorse wijken zouden gaan. Zulke kleine projecten maken een verschil op klein niveau, maar zullen de wereld niet veranderen. Presidenten veranderen de wereld, kunstenaars niet. Zo heb ik ook bosbranden in Australië gefotografeerd, waarvan we de opbrengsten, anderhalf miljoen, hebben gedoneerd aan de Australian Koala Foundation. Maar ik ga niet alle brandhaarden af, ik ben geen oorlogsfotograaf. Maar de bosbranden hadden iets visueels.”

Net als een uitbarstende vulkaan in IJsland?

“Ja, maar daar zijn al zo veel foto’s van. Hoe kan dat nog kunst zijn? De sleutel tot goede kunst is vaak juist de uniciteit. Zo heb ik geprobeerd de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Un te portretteren. Het bleek te gecompliceerd, hoewel ik dicht bij de tweede schil kwam.”

Als jij zelf voor één dag wereldleider zou zijn, wat zou je dan veranderen?

“Wat ik mij zeer aantrek is de discrepantie tussen salarissen in de publieke sector en bijvoorbeeld investment banking. Politici verdienen minder dan een starter bij Goldman Sachs. We klagen over slechte politici en slechte diensten, maar wat verwachten we met zulke lage salarissen? Ik ben geen socialist, maar vind wel dat mensen goed betaald moeten worden. Ik vraag me af of de kloof tussen rijk en arm, vooral voor degenen in de dienstensector, niet verkleind moet worden. We hebben tijdens covid gezien hoe overbelast en onderbetaald zorgpersoneel is. Verder ben ik van mening dat wapenbezit in Amerika verboden zou moeten worden. Ik ben me ervan bewust dat er een sterke politieke lobby is die meent dat wapenbezit een grondrecht is. Maar gezien de vele levens die verwoest worden door massaschietpartijen, denk ik dat het gebruik van automatische wapens aangepakt moet worden. Ik begrijp wel dat iemand een pistool thuis wil hebben voor zelfverdediging, maar niemand heeft een wapen nodig dat in één seconde vijftig kogels kan afvuren.”

Voor LVMH fotografeerde jij in 2017 een campagne met Cara Delevingne. Wanneer voel jij je prettiger: tijdens een commerciële shoot met een grote crew of alleen met je camera in de bush?

“Ik geniet juist van de diversiteit in mijn werk. De samenwerking met een crew brengt een variatie die verrijkt en voorkomt dat mijn werk eentonig wordt. En ik begeef me nooit alleen met een camera in de bush. Ook bij het fotograferen van dieren werk ik samen met experts zoals de ‘Lion Whisperer’. Juist deze samenwerkingen stellen me in staat om dieren in al hun glorie te portretteren. Ik zoek altijd naar de perfecte hoek, de verheffende pose, de directe blik in de ogen. Maar ik ben geen traditionele natuurfotograaf die weken in de wildernis doorbrengt voor dat ene shot. Ik zie kunst als het vergroten en verheerlijken van mijn onderwerp, niet als het passief wachten daarop. De definitie van kunst is echter niet aan mij, maar aan de toeschouwer. Ik pretendeer niet te dicteren wat kunst is; ik doe wat ik doe en het is aan anderen om de waarde en schoonheid ervan te beoordelen.”

Hoe zie je de rol van fotografie in de strijd voor natuurbescherming?

“Fotografie speelt een cruciale rol in hoe wij de wereld begrijpen, vooral wanneer het aankomt op het tonen van de schoonheid van dieren. Deze beelden creëren bewustzijn en waardering. In deze context zijn dierentuinen van groot belang; ze bieden educatie en een kans om dieren te zien die velen anders nooit zouden ervaren. Goede dierentuinen dragen bij aan bewustzijn, onderzoek en behoud. De wereld van de fotografie is echter veranderd. Het werk is niet altijd even gewaardeerd en soms zelfs onderwerp van kritiek. Twintig jaar geleden zou een unieke foto van een giraffe gevierd worden, tegenwoordig kan dezelfde foto leiden tot beschuldigingen van het verstoren van de natuur. Dit heeft ertoe geleid dat ik me terugtrok uit de dierenfotografie. Het is een politiek geladen en soms giftig veld geworden. Ik heb mijn aandacht verlegd naar het steunen van pediatrische kankeronderzoek, een gebied waarop niemand kritiek kan hebben. Dit reflecteert mijn behoefte om positief bij te dragen, weg van de controverses van natuurfotografie. En hoewel ik nog steeds dieren fotografeer, is het niet meer zoals vroeger. De markt is verzadigd, veel aspirant-fotografen proberen in mijn voetsporen te treden. Maar die beseffen niet dat wij elke foto grondig voorbereiden. We gaan niet zomaar even op reis om een wild dier te portretteren. We laten niets aan het toeval over, kopen expertise in. Toen we deze zomer naar Alaska gingen, hebben we 65.000 doller uitgegeven. Reken maar dat je dan een betere kans hebt om dat moment te krijgen dan de persoon die maar 2.000 dollar uitgeeft.”

Je bent naar de meest afgelegen en onherbergzame gebieden afgereisd. Wat hebben zulke reizen voor jou als mens betekend?

“Mijn reizen en ervaringen hebben me diepgaand beïnvloed. Ik ben de hele wereld over gegaan, van Noord-Korea tot gebieden gecontroleerd door Al Qaida. Deze ervaringen vormen de lens waardoor ik kijk en de verhalen die ik vertel. Ze benadrukken het belang van voorbereiding en investering in het vastleggen van die ene unieke foto, en herinneren eraan dat de wereld, ondanks zijn complexiteit en controverses, een verbazingwekkende plaats blijft. Wat dat betreft ben ik een romanticus.”

Heb jij je ooit bedreigd gevoeld?

“Mijn meest angstaanjagende momenten waren niet met wilde dieren, maar met mensen. Die zijn vaak gevaarlijker dan dieren, omdat ze kunnen drinken, drugs gebruiken en wapens kopen. Hoewel gorilla’s ook high kunnen worden van bepaalde soorten suiker, haha. Maar ik ben wel altijd op mijn hoede, zeker voor nijlpaarden. Ik ben ook weleens in benarde situaties beland, zoals de keer dat ik in de oceaan viel tijdens het fotograferen van orka’s in Siberië, zonder wetsuit, met zware camera’s om mijn nek. Niet dat de orka’s het gevaar vormden, maar de ernstige onderkoeling.”

MASTERS Magazine

Benieuwd naar de rest van het interview? Hoe passie, vakmanschap en bevlogenheid de zintuigen kunnen opwinden. Dát is de rode draad van de voorjaarseditie van MASTERS, die voert langs menig horecaondernemer: van de grote winnaar van de afgelopen Michelin-ceremonie, Jurgen van der Zalm van Vinkeles, tot ‘Horecaondernemer van het Jaar’ Herman Hell. Over Michelin gesproken: wat is eigenlijk de impact van de groene ster, die in 2021 het hemellicht zag? MASTERS legde die vraag voor aan een zestal prominente chefs. Dennis Albada Jelgersma doet tijdens een zakenlunch in restaurant Bridges uit de doeken hoe hij boert als wijnboer en het leven viert: “Niet met een blokje kaas en een lauw pijpje.” Dat een goede outfit als een feestmaal voor het oog is, bewijzen de appetijtelijke creaties in Culinaire Couture. Ook is de fascinerende fotografie van David Yarrow een lust voor het oog. We stappen in de Lucid Air Touring om te ervaren of de elektrische auto net zo op de zintuigen kan werken als de verbrandingsmotor. En we betreden de hemel voor audiofielen: Bang & Olufsen Brussee. Kortom: volop prikkels voor de leespapillen. Een nummer om van te smullen!

Bestel hier MASTERS Magazine #57