Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Door de natuur geschreven: het werk van fotograaf Kacper Kowalski

Onlangs exposeerde de Poolse fotograaf Kacper Kowalski zijn serie Event Horizon bij galerie Bildhalle Amsterdam. Als ‘vliegende fotograaf’ legt hij de wereld vanuit de lucht vast. Vergeet de drone: door in trance te raken krijgt hij landschappen voor zijn (geestes)oog die voor andere luchtvehikels onbereikbaar blijven. “De fotografie is een weergave van mijn ervaring over de grens van de realiteit, van mijn duik in het ‘zwarte gat’.”
Kacper Kowalski | Side Effects: Depth of Winter #60

Hoe werd jij een vliegende fotograaf?

“Net toen ik op mijn achttiende was aangenomen aan de University of Technology in Gdansk om architectuur te studeren, ontdekte ik het plezier van motorloos vliegen. Maar vliegen is enorm verslavend. Wanneer ik tijdens mijn studie probeerde te focussen op een design, werd ik continu afgeleid door herinneringen aan mijn meest recente vlucht. Ik realiseerde me dat ik een ongelukkige architect zou worden, tenzij ik naar een afkickcentrum zou gaan. In die tijd begon ik te spelen met de gedachte om vliegen, mijn passie, te combineren met fotografie, een hobby. Zo kon ik iets mee terug nemen van boven dat anderen niet konden zien.”

Wanneer ben jij begonnen met vliegen?

“In 1996, een analoge tijd zonder Google Maps. Tot enkele jaren daarvoor ging Polen bovendien gebukt onder het communisme en had je voor luchtfotografie speciale toestemming nodig. De view from above was nog niet ontdekt en ik was een van de eersten die dat onontgonnen gebied betrad. Ik voelde me een ontdekkingsreiziger die naar de andere kant van de wereld reisde om bewijs mee te nemen van het bestaan van andere beschavingen. Alleen hoefde ik daarvoor maar honderdvijftig meter de lucht in.”

Wat vonden jouw ouders van het idee om te stoppen met jouw studie en fotograaf te worden?

“Mijn vader, moeder en jongere broer zijn allemaal architect. In mijn hoofd wilde ik architect worden om niet te breken met de familietraditie, maar in mijn hart wilde ik iets anders. Als architect creëer je een driedimensionale oplossing voor een ander, maar vliegen doe je voor jezelf: je voelt de wind, de wolken, de hoogte, de emoties. Het is een zelfzuchtige passie, maar met een reden: als ik vlieg, moet ik helemaal in het hier en nu zijn. Tussen opstijgen en landen vindt de magie plaats en mag mijn concentratie geen seconde verslappen, worden de lijnen van de paraglider één met mijn lichaam. Door te delen wat ik boven zie, wordt wat ik doe minder zelfzuchtig. Mijn vader vond dat ik mijn hart moest volgen. Ook omdat eerdere generaties in onze familie uitvinders, reizigers en ontdekkers waren. Zo ging een oudoom die wetenschapper was, naar Papoea-Nieuw-Guinea voor onderzoek naar slakken. Hij kwam terug met allerlei tekeningen die hij had gemaakt van dieren die hij had ontdekt. Een andere oom ondernam een expeditie om zeilend de Noordwest Passage vanuit Groenland naar Alaska af te leggen, een afstand van meer dan 4.000 nautische zeemijlen. Weer een ander familielid verbleef op de Noordpool voor een studie naar fytoplankton. In de donkere tijden van communistisch Polen, waarin het land op slot zat, prikkelden hun verhalen mijn fantasie over onbereikbare plaatsen.”

Kacper Kowalski | Arché #37 2018 en Arché #53 2018

En wat vond je moeder van jouw keuze?

“Zij zei: ‘Natuurlijk mag jij vliegen! Maar gebruik dan wel je architecturale oog.” Als architect teken je bouwplannen, maar als je vliegt zie je van boven de ‘bouwschetsen’ die de natuur heeft ontwikkeld. En ook de voetafdruk van de mensen en de reactie van de natuur daarop. Dat heb ik met mijn fotografie vastgelegd met het project Side Effects, waar ik tot 2015 aan heb gewerkt. Is het bos onder mij natuurlijk of gecultiveerd? Is wat ik zie een natuurgebied bewoond door mensen of een omgeving die volledig is ingericht naar de mens? Wat is de natuur van natuur? Ik was zo nieuwsgierig! Na elke heuvel wilde ik weten wat er achter de volgende kwam. Ik voelde een eindeloze vrijheid. Zolang er geen vliegveld in de buurt was, was ik vrij om te vliegen waar ik maar wilde en kon ik overal opstijgen en landen met mijn paraglider of gyrocopter, een soort vliegende brommer.”

Hoe heb jij je ontwikkeld als vliegende fotograaf?

“Toen ik met paragliding begon, wilde ik beter zijn dan mijn vrienden. Ik wilde hoger, verder en langer vliegen. Vervolgens nam ik deel aan competities met paragliders uit andere landen. Nadat ik met mijn studie Architectuur was gestopt, ging ik in eerste instantie luchtfoto’s maken voor andere architecten. Wilde ik een eigen stijl creëren, dan moest ik misschien naar een woestijn, jungle of gletsjer om foto’s te maken die niemand ooit had gezien. Er zijn enkele fotografen die dat doen, onder wie de Fransman Yann Arthus Bertrand en de Zwitser Georg Gerster. Maar toen realiseerde ik me dat de essentie van mijn passie is om elke dag te vliegen, liefst meteen vanuit mijn achtertuin. Het gaat om het vliegen! Dus besloot ik te focussen op mijn eigen omgeving en met foto’s van mijn buurt een universeel verhaal te vertellen over de natuur en de rol van de mensheid. Het gaat mij niet om mooie toeristische plaatsjes, maar om wat ons te wachten staat, wat we nog niet kunnen zien. En daarvoor hoef ik niet naar de andere kant van de wereld: hier in het noorden van Polen is het licht elke week anders, verandert de situatie voortdurend en reageert ook het landschap daarop. Ik hoef alleen maar mijn ogen open te houden.”

Kacper Kowalski | Side Effects Seasons, Autumn #81 2020

Hoezeer ik mijn ogen ook open: als ik naar jouw foto’s kijk, weet ik niet altijd wat ik zie.

“Ik had mijn foto’s naar persbureaus kunnen opsturen met uitleg wat het is. Maar ik koos ervoor om er juist geen uitleg bij te geven, want op die manier benaderen kijkers het best wat ik ervaar in de lucht en laat ik het aan hun interpretatie over. Zo heb ik gewerkt tot 2016. Ik kreeg veel waardering voor mijn werk, waaronder drie keer de World Press Photo-prijs, zes keer de Picture of the Year International POYi-prijs en tientallen andere onderscheidingen. Maar toen kwam de revolutie van de drone. Voor die tijd had je in Polen hooguit vijf aerial fotografen. In 2016 werden volgens tech-website Recode wereldwijd zo’n 2,2 miljoen drones verkocht. (Volgens de Consumer Technology Association ligt dat aantal hoger en waren dat jaar alleen in de VS al 2,4 miljoen drones aan consumenten verkocht; red.) Met een drone konden mensen soortgelijke fotografie doen als ik deed zonder dat ze daarvoor hoefden op te stijgen. Even voelde ik me wanhopig: mijn stijl is niet langer uniek, iedereen kan doen wat ik doe! Maar al snel keek ik verder. Als ik niet meer nodig ben om de foto’s te maken die ik maakte, waarmee kan ik me dan wel onderscheiden? Ik besefte dat ik me meer moest laten leiden door mijn emoties en het landschap vanuit een ander perspectief moest zien. Is het mogelijk om het landschap dat ik zo goed ken te zien zoals de eerste mensen die hier 40.000 jaar geleden kwamen dat deden? Misschien stonden ze aan de rand van de gletsjer die hier tot het einde van de ijstijd lag, zo’n 10.000 jaar geleden, keken ze uit over de witte vlakte en droomden dat ze konden vliegen zoals de vogels die ze zagen. Ik cirkel nu al zevenentwintig jaar boven datzelfde landschap en lééf de eeuwige menselijke droom om te kunnen vliegen. Als een vogel probeer ik daar mijn hele lichaam bij te gebruiken, zoals de primitieve mens dat vroeger deed bij het jagen. Laat ik me voortstuwen door mijn instinct, door de sporen die in mijn DNA geschreven staan. Een animal journey, in het hier en nu.”

MASTERS MAGAZINE #54

Benieuwd naar de rest van het interview? De zomereditie is een frisse cocktail van ondernemerschap en sport. In deze editie passeren enkele ondernemers uit de Champions League van het zakendoen de revue. Onder wie Freddy Heineken en hospitality tycoon Richard Caring, wiens uitdijende imperium het ‘restaurant-equivalent van LVMH’ wordt genoemd. Zakendoen is topsport, maar topsport is ook zakendoen. Neem de Formule 1: de sport ontwikkelt zich steeds meer tot een octopus met armen die alle aspecten binnen onze samenleving raken. Jaap de Groot onderzocht hoe miljoenen in miljarden worden omgezet. Verder interviews met turnster Sanne Wevers, tweesterrenchef Guido Braeken, hotellier Robert-Jan Woltering, designer Maarten Baas en Rico dus, samen met zijn Naomy. Ook de ‘King of Kickboxing’ ontpopt zich als octopus (met héél sterke armen): als ondernemer is hij in verschillende branches actief. “Als ik later terugkijk, wil ik niet denken ‘had ik maar dit of dat’. Ik wil gewoon, boem, gasgeven, leuke dingen doen, genieten.” Boem, de nieuwe MASTERS: geniet ervan!

Bestel hier MASTERS Magazine #54