Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

CLUBLIEFDE VAN DE BV NEDERLAND: DUNCAN STUTTERHEIM

Duncan Stutterheim,  levenslange Ajax-supporter, is momenteel mede-eigenaar van onder meer de A’DAM Toren en zeventien gebouwen van het media- en horecacomplex Westergasfabriek in Amsterdam. Hij is een ondernemer die tot de buitencategorie behoort en dagelijks intens met zijn core business bezig zijn, met vaak een reikwijdte tot ver buiten de landsgrenzen. In deze bijzondere reportage toont de BV Nederland een andere liefde: hun voetbalclub.
Lin Woldendorp

Tekst: Jaap de Groot 
Beeld: Lin Woldendorp

Wat betekent het shirt van Ajax voor jou? 

Duncan Stutterheim: “Het is echt een mooi shirt. Zo mooi. Dat vind ik al vanaf de jaren zeventig, toen het nog zonder logo’s en reclame was. Het is een shirt om trots op te zijn. Alleen als ik ’m aantrek is het anders. Dan word ik een krijger en ontstaat er een ondefinieerbaar over-mijn-lijkgevoel.
Ik koop ook elk jaar het uitshirt en heb inmiddels een mooie collectie. Die shirts zijn voor mij een memory lane, zoals dat eerste exemplaar met TDK erop. Als ik op reis ga, koop ik ook altijd een paar shirtjes. Leuk voor kinderen of voor de mensen die ik bezoek. Iedereen vindt het een geweldig cadeau. Laatst nog met een vriend in Australië. Twee jaar nadat ik hem het shirt had gegeven, zocht ik hem op en had hij het weer aangetrokken. Dat heeft toch iets van een predikant die het geloof verkondigt. In plaats van de Bijbel geef je iemand het shirt van Ajax.
Ik heb ’m één keer aangehad. In een wedstrijd dan. Namens Ajax op De Toekomst. Ik krijg daar nog koude rillingen van. Sjaak Swart had een BN’ers-team samengesteld en daarvoor was ik ook gevraagd. Stond ik daar in het volledige tenue, in een echte wedstrijd en op het veld van Ajax. Niet normaal. Dat shirt heb ik dus niet geruild.”

Wanneer ben je bij Ajax betrokken geraakt?

“Dat was op 5 augustus 1977. Ik was zes jaar en mijn vader trakteerde op Ajax – Liverpool tijdens het Amsterdam 702-toernooi. We hadden eigen drinken mee en zaten op houten tribunes. Ajax won met 2-1 en ik was meteen verkocht.
Zo hakte ik al jong de knoop door, want ik had ook wel iets met AZ. Ik kom uit Landsmeer, dat weliswaar heel Amsterdams georiënteerd is, maar ook dicht tegen de Zaanstreek aanschurkt. Hoewel ik nog steeds sympathie voor AZ voel, is Ajax toch mijn club gebleven. Vanaf mijn 14e ben ik altijd naar De Meer gegaan en tussen mijn 16e en 21e stond ik op de F-Side en later Vak M. Na de verhuizing naar de ArenA in 1996 had ik mijn eerste businessseat en toen ik Sensation ging organiseren is er een skybox gekomen. Die heb ik dit jaar trouwens opgezegd en heb ik nu weer drie businessseats.”

Was voelt als het meest dierbare moment?

Duncan Stutterheim: “Real Madrid uit, die 1-4. De wedstrijd waarvan het kant en klaar was dat we die zouden verliezen. Dat dit niet gebeurde en wat er toen wel gebeurde, zit nog heel diep. Zelfs dieper dan het winnen van de Champions League in 1995.
Hetzelfde gebeurde met de kampioenswedstrijd tegen FC Twente op 15 mei 2011. Die ongekende spanning voor de wedstrijd en hoe zenuwachtig iedereen was. Toen gebeurde het toch en pakte Ajax eindelijk die derde ster. De ontlading was waanzinnig mooi explosief; ik kan me niet herinneren dat we ooit zo veel lol in de skybox hebben gehad.
Daarentegen was de 2-3 tegen Spurs het ultieme prut moment. De finale missen in de laatste seconde en na zo’n reeks. Ik was helemaal kapot. Niet alleen die avond, ook een hele tijd daarna. Na de dood van mijn broer heeft niets me meer zo geraakt, wat aangeeft wat voetbal met je doet.
Voetbal is een mannenmoment, waarin je helemaal kan verdrinken. Thuis begrijpen ze daar niets van. Ik heb drie dochters en een vrouw die zelfs niet naar de WK-finale van 2010 heeft gekeken. Ik heb mijn hoop nu op mijn jongste dochter van zes gevestigd. Die probeer ik een beetje de liefde voor het voetbal en natuurlijk Ajax bij te brengen. Ik hoop dat het lukt.”

Heb je met Ajax nog een stip op de horizon? 

“We hebben in 2019 aan de internationale top geroken en zitten er nog steeds niet ver vanaf. Ik kan me momenteel goed vinden in de visie en het transferbeleid. Het verschil is te overbruggen, bovendien doemt weer een gouden lichting op en er is geld. Eens was die stip heel ver, nu is die dichterbij gekomen en bijna tastbaar. Hahaha, we staan er zelfs financieel beter voor dan FC Barcelona! Ik hoop daarom dat we snel weer in de situatie van 2019 belanden. Dat er overal ter wereld met ontzag over Ajax gesproken wordt en je apetrots op jouw club bent.”

MASTERS #45

MASTERS #45