Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Choreografen duo Marne & Imre van Opstal

MASTERS Magazine #43 ligt klaar om op je deurmat te vallen met daarin het intrigerende choreografenduo Marne en Imre van Opstal. Als kind verzamelden ze handtekeningen van de dansers van het Nederlands Dans Theater, hun droom was om er ooit zelf te dansen. En die droom kwam uit. Fotograaf Rahi Rezvani liet ze dansen voor zijn camera, exclusief voor MASTERS.
Rahi Rezvani

In wat voor gezin kwamen jullie terecht?

Marne: “Interessant dat jij ‘terechtkomen’ zegt, want zo voelen wij dat ook. Mijn moeder gelooft dat kinderen de ouders kiezen bij wie ze geboren worden. Ook Myrthe (1987) en Xanthe (1992) kozen hen als ouders uit.”

Imre: “Wij zijn echt een familie van doeners. Zowel mijn vader – een ingenieur – als moeder houden van aanpakken, het zijn mensen die dingen graag zelf doen. De renovatie van hun huis? Ze nemen geen schilders aan, maar doen het zelf.”
Marne: “Ze zijn heel sportief: mijn moeder heeft bij de Nederlandse jeugdploeg gezwommen, mijn vader houdt van schaatsen, windsurfen en volleybal. En ze zijn ook creatief. Mijn moeder heeft de kleinkunstacademie gedaan en houdt van schilderen en beeldhouwen, mijn vader speelt piano en gitaar en zat in een Afrikaanse band. Er stonden acht grote trommels bij ons thuis en elk weekend zaten we op die dingen te rammen. De buren zullen het niet makkelijk hebben gehad, haha. Van jongs af hadden wij zulke creatieve invloeden om ons heen. Mijn moeder motiveerde ons altijd om met klei of vingerverf te spelen. Veel deden we met z’n vieren, om te spelen hadden we geen vriendjes nodig.”

Jullie groeiden op in Velden, een katholiek dorp onder de rook van Venlo. Hoe wasdat?

Imre: “We hadden best wel ogen op ons gericht: een vader die trommelde, een zoon die danste… De rare familie Van Opstal. Maar onze ouders hebben altijd voor ons en onze eigenheid gevochten. Op school werd ik gepest, omdat ik anders was dan andere meisjes en vooral met jongens speelde. Bovendien dachten ze dat ik dom was. Ik was gediagnosticeerd met dyslexie en ADD, maar in die tijd was nog niet zo bekend wat dat inhield. In mijn derde jaar lieten ze mij zitten. Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat ik bij Marne in de klas kwam. Toen gingen mijn scores een stuk omhoog. Niet onbelangrijk, want om naar de dansschool te kunnen, had ik minimaal een havoadvies nodig.”

Marne: “Ook ik werd wel gepest. ‘Jongens dansen niet’, dat soort dingen kreeg ik te horen. Maar ik ben heel koppig en ook best wel pittig: ik ging ertegenin. Toen ik in groep 8 zat ging ik met Introdans voor de Jeugd mee op theatertour, mijn eerste echte professionele ervaring. Mijn klas was uitgenodigd om te komen kijken. Vanaf het moment dat zij zagen wat ik deed, voelde ik dat er begrip was, waardering voor waar ik al die jaren zo hard mee bezig was.”

Wat deden jullie in de weekends en de vakanties?

Marne: “Wij speelden altijd buiten. Hutten bouwen, kikkers vangen, slootje springen… De regel was: als de straatlichten aangaan, kom je naar huis. Dat deden we niet altijd. Dan reed mijn moeder met de auto rondjes door het dorp om te kijken waar we uithingen.”

Imre: “In de zomervakantie gingen we altijd met ons Volkswagen-busje naar Zuid-Frankrijk. Daar stonden we zes weken op de camping.”

MASTERS #43

Bestel alvast via onderstaande knop MASTERS met inhoudelijke reportages, geweldige fotografie en unieke merken, trends en plaatsen in de wereld.

MASTERS #43