Kunst, architectuur en natuur. Van deze drie woorden gaat mijn hart sneller kloppen en bij het Glenstone museum, net buiten Washington, komen ze ongelooflijk mooi samen in een bijzondere, holistische ervaring.
Gestapelde betonblokken als buiten- en binnenmuren, witte vloeren van esdoornhout en grote glazen ramen in strakke, roestvrijstalen kozijnen. En daglicht, heel veel daglicht. Het Glenstone doet er alles aan om de uitgebreide collectie moderne en hedendaagse kunst – een van de mooiste van de Verenigde Staten – optimaal te etaleren. Het particuliere museum is in 2006 geopend en ligt aan de rand van Washington, omgeven door glooiende weiden en ongerepte bossen. Niets op deze plek doet je vermoeden dat je met 40 minuten rijden in het hart van een de drukste steden van Amerika bent. En dat is precies de bedoeling.
“Alles aan Glenstone is perfect uitgedacht, uitgemeten en uitgewerkt – je kunt geen enkele oneffenheid vinden”
Na aankomst word je uitgenodigd om via een kronkelend pad naar de museumpaviljoens te lopen. Je wordt omgeven door bomen, bladeren en prachtige vergezichten, al is er in het begin geen gebouw in zicht. Onderweg kom je The Split Rocker van Jeff Koons tegen, een van de pronkstukken van het museum; een kruising van kunst en natuur. Zeker vijf minuten ben je onderweg. Een bewuste, subtiele manier om je los te koppelen van de drukte van alledag, om je gedachten te verzetten, je te vertragen, zodat je geest alle ruimte krijgt om nieuwe indrukken op te doen. En het werkt.
Glenstone is het geesteskind van Mitchell Rales en zijn vrouw Emily. Hij verdiende zijn geld als venture capitalist, zij verdiende haar sporen in de kunstwereld. Samen zijn ze het brein achter het museum en het 260 hectare grote landgoed, dat ze sinds de opening zorgvuldig vormgeven en kneden voor een unieke ervaring. En ze zijn nog lang niet klaar. Het oorspronkelijke museumpaviljoen lieten ze ontwerpen door Charles Gwathmey, later mochten Thomas Phifer & Partners nog eens 50.000 vierkante meter aan tentoonstellingsruimte toevoegen. Hun uitbreiding is maar liefst vijf keer zo groot als het oorspronkelijke gebouw. In het midden van de paviljoens is een immens waterplein aangelegd, van 18.000 vierkante meter, versierd met seizoensgebonden planten. Wederom een combinatie van kunst en natuur.
Alles aan Glenstone is perfect uitgedacht, uitgemeten en uitgewerkt – je kunt geen enkele oneffenheid vinden. Dat past bij de manier van verzamelen van het echtpaar Rales. Hun passie voor kunst uit zich in een geduldig, bijna methodisch opgebouwde verzameling met kunst uit de 20e en 21e eeuw, met een voorkeur voor werken die een keerpunt betekenden in hoe we naar kunst kijken, hoe we kunst definiëren. Hun collectie telt ook een groot aantal buitensculpturen, waaronder van Charles Ray en Tony Smith.
Het daglichtmuseum, het landgoed én de collectie laten mij af en toe aan Voorlinden denken. Ook hier vind je een immens werk van Richard Serra, dit keer is het Four Rounds, gemaakt met zijn kenmerkende cortenstaal. Ook voor dit museum is het niet genoeg om een verzameling schilderijen aan de muur te hangen of beelden op sokkels te zetten. Het doel is om een andere geestestoestand teweeg te brengen. Glenstone voelt dan ook als een bezoek aan een andere wereld. Op deze bijzondere plek raak je, omgeven door de schoonheid van kunst, architectuur en natuur, het besef van tijd even kwijt. Dat is een zo waanzinnige ervaring dat je die nooit kunt vergeten.
© 2024 MASTERS EXPO. All rights reserved.
