Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Smaakmaker in de dancewereld

In de serie Business Lunch gaan Floris Kappelle en zijn kompaan Rijk de Gooijer aan tafel met een entrepreneur van naam. Anekdotes en succesverhalen afgewisseld door klinkende glazen en prikkende vorken. In deze aflevering gaat het servet op schoot bij voormalig platenbaas Eelko van Kooten. “Mazzel kun je afdwingen.”
Esther Quelle

Vlammen schieten vervaarlijk omhoog uit de vuurplaats. Samen met voormalig platenbaas Eelko van Kooten slaan we de verrichtingen gade van chef-de-cuisine Thomas Val in de open keuken van restaurant Wils*. Glunderend legt topchef Joris Bijdendijk de situatie uit. “Hier brengen wij een culinaire ode aan de oerkracht van alle keukens: vuur.” Side-kick Rijk de Gooijer komt iets te dicht bij en verschroeit bijkans zijn verse kappershoofd. Schrikken dus, maar niet voor de rest van het gezelschap. Want ons staat een sterrenlunch te wachten met vuurspecialiteiten die je nergens anders krijgt. Op deze locatie in het MOVE-gebouw naast het Olympisch Stadion presenteert deze parel van Amsterdam-Zuid zich als een hotspot van verfijnde gerechten zo van het vuur. Dit kon wel eens een hete middag worden.

Hogeschool met Wilskracht

Te midden van imposante houtovens werken meesterkoks Val en Bijdendijk zich het zweet in de koksbuis. In de ruime keuken heerst Team Wils over het vuur als geen ander. Zo zijn we getuige van de creatie van een amuse die op hoog vuur gestalte krijgt. Culinair entertainment van de zuiverste plank. Onze lunchgast Eelko van Kooten (Quote500) weet wel raad met deze hete binnenkomer. De entertainmentindustrie kent voor de Gooise ondernemer weinig geheimen. Daarover straks meer. Eerst de amuse die op hoge temperaturen wordt afgemaakt. Met een loeihete flambadou – een stalen trechter uit de Pyreneeën – giet de chef drooggerijpt vet van Simmentaler ribeye over de rauwe oester die zich pardoes een hoedje schrikt. Resultaat: een hint van garing alsmede een smaak-surplus waar je u tegen zegt. Afgesausd met kalfsjus en fingerlime kaviaar duikt het zilte zeebeest een tikje zurig ons huigje aan. Zalig! De kop is eraf, de toon is gezet. We gaan aan tafel.

Nog wat beduusd van de vurige openingsshow steekt Eelko van wal: “Zeer creatief zo’n bereiding: kunst en ambacht ineen. Met dat druipvet, echt heel knap bedacht.” Tijd voor een toost. Fluut met schuimig prikwater van Pierre Moncuit. “Blanc de Blancs, brut van fijn druifje”, weet Rijk. “Ideaal bij deze voorsnek.” Chef Thomas parkeert een tweede amuse: in bruine boter gegaarde ossenstaart, met aji amarillo – een populair Peruaans pepertje –, frambozenpoeder en olijven. Rijk zet z’n klamme tandjes in de staart en, hap, in één keer weg. En zo hoort het ook. “Ten volle genieten gaat gepaard met grote happen.” Staat Eelko zelf ook in de keuken? “Iets lekkers maken kan iedereen. Met een beetje wilskracht zet je zo wat leuks op tafel. En anders haal je wat bij de traiteur. Maar dit voorhapje… toch heel bijzonder met dat rokerige smaakje. Hogeschool, dat proef je meteen.”

Hitsingles en pompoen

Als zoon van ’s lands toenmalig bekendste radiodeejay Joost den Draaijer kreeg Eelko de popmuziek met de paplepel ingegoten. Muziek was er altijd en overal. Geen wonder dat hij later de lokroep van de muziekbusiness niet kon weerstaan. Geïnspireerd door zijn ondernemende vader richtte Eelko in 1999 Spinnin’ Records op, het platenlabel dat onderdak bood aan artiesten als Sam Feldt, Martin Garrix, Afrojack, Tiësto en Don Diablo. Die activiteiten werden zo succesvol dat Warner Music Group het bedrijf in 2017 overnam voor meer dan 110 miljoen euro. Dat succes kwam niet aanwaaien. Eelko: “De muziekindustrie is niet een boek dat je leest en je weet het. Er komt zo veel praktijk bij kijken, het kan heel onzeker zijn. Niet alle artiesten hebben meteen succes.” Dat geldt overigens wel voor chef Thomas en zijn voorgerecht: pompoen in de oven gegaard met brandende houtskool, afgetopt met citrus-gel, geel-rode kumquat en amba-ijs met fenegriek. Als pairing een mooie slok Riesling van Michael Grindl uit Oostenrijk. We noteren een fruitig neusje, tikje troebel in het oog, vlierbloesem in de afdronk. Fijne combi. Terug naar de muziek. Na een kort avontuur in de makelaardij kon Eelko bij zijn vader komen werken: “Zo heb ik de muziekwereld van binnenuit leren kennen. Van de uitgeverij tot liedjes invoeren, auteurs begeleiden, exploitaties. Totdat het tijd werd voor mijn eigen uitgeverij. Ik won toen meteen een Edison met de hitsingle Fiësta van The Sunclub. Dat was vorig jaar weer een wereldwijde hit met David Guetta.”

Vinyl persen

Zo bewoog Eelko zich als een vis in het water van de dance, house en trance: “Ik kan zelf geen muziek maken maar wel goed verkopen. Marketen, promoten, merken maken van deejays. Daar was ik goed in. Zo ontstond een goede balans met auteurs, die ik door samen te werken op de kaart kon zetten. In mijn eerste jaar verkochten we 100.000 platen. Vinyl persen, dat was het helemaal. Deejays draaiden vinyl. In die tijd werkten artiesten vaak met projectnamen. Later kwam er dan een gezicht bij, zeker met de opkomst van social media.” Ook gerechten verschijnen met miljoenen tegelijk op Instagram, naar volle tevredenheid van de chefs. Tijd dus voor Verdicchio van San Lorenzo uit Le Marche. Rijk mag proeven: “Een frisse jongen, flink gerijpt.” Als chaperonne perfect bij de gerookte forel met salade van elstar en schuim van Belle de Fontenay, het gelige Franse piepertje. Eelko: “Prachtig visje, dat zou ik niet kunnen. Dit is zo bewerkelijk. Het is ook hard werken hier, vroeg beginnen, laat naar huis. Ben je ambitieus, dan moet je focussen, weten waar je goed in bent en lange uren maken.”

Hoge toppen van genot

Naast het commerciële succes van een stal vol artiesten luistert Eelko graag naar het Nederlandse lied: “Tino Martin, Guus Meeuwis, Quincy, Glenn Palm, ik heb een brede smaak. Ook Dua Lipa, ABBA, Ed Sheeran, Bee Gees. Allemaal classics. Al na een paar seconden weet je welke band het is en welk nummer. Dat is de truc met muziek: het moet meteen pakken. De vraag blijft natuurlijk: Waarom vind je iets mooi? Waarom pakt het je? Muziek blijft emotie. Daar komt een hoop wiskunde bij kijken. Waarom zing je die ene intro wel mee en de andere niet? Dat analyseren vind ik leuk. Als platenmaatschappij moet je serieus rekening houden met de skip rate en de burn rate. Waarom gaat iemand skippen? Wanneer gaat een nummer burnen? Als producer moet je het spannend houden.” Ook spannend is de zeekat die voor ons opdoemt: opgetuigd met spitskool, haringkaviaar en gochujang, de zoet-pittige chilipasta uit Korea. Wederom een instawaardig gerecht dat ons weet te bekoren tot hoge toppen van genot. De licht-tanneuze Chasselas uit de Savoie van Les Vins du Léman voelt zich meer dan senang bij deze inktvis uit eigen zee. Eelko noteert: “Goeie bite, ietsje spicy, erg lekker.”

Ambitie met een fijne neus
In no time groeide Spinnin’ uit tot marktleider en het meest invloedrijke dancelabel ter wereld. Wat was het geheim van dit enorme succes? Ambitie en een fijne neus waren Eelko niet vreemd. Evenals talent en de wil om de grootste van het land te worden. En daarna de Benelux, Europa en de wereld. “In de dance-scene was voortdurend behoefte aan nieuwe muziek. Die konden we goedkoop produceren in home studio’s met software, twee speakers en een mengpaneel. Deejays als Erick E en Jean wilden zowat elke week een nieuwe plaat. Dan konden ze claimen dat ze weer de eerste waren. Dat was dus internationale muziek, heel anders dan popartiesten als Guus Meeuwis. Die maakte een album met drie singles. Dat doe je dan één keer per twee jaar met een theatertour. Deejays konden veel geld verdienen met veel optredens want ze waren bekend van de radio en hun hits die ze zelf draaiden in clubs, op events en afters. Ben je op de radio, dan bereik je de massa, word je populair en nog vaker geboekt. Zo kreeg je producers die muziek wilden maken om beroemd te worden, zodat ze veel konden deejayen in het land. Dat is het begin van het wereldwijde succes van de Nederlandse deejays. Als een plaat in Nederland succes had, dan lukte het meestal ook in het buitenland. Met een lange versie voor de clubs en een korte voor de radio. Je ziet nog steeds onbekende deejays doorbreken met een cover. Dan krijg je herkenning.”

Gast op je eigen feest

Terwijl Rijk wat mompelt over een hit die hij ooit zou hebben gehad met de Duitse punkformatie Toten Hosen, buigen wij ons over de kwartel. Het delicate vogeltje onthult nootachtige wildtonen met morilles, daslook en postelein. Werkelijk een feest voor fijnproevers om zachtjes weg te spoelen met de sierlijke Valpolicella Classico van Cà dei Maghi uit de Veneto. Mooi licht van kleur, bramige neus, meegaand in alle opzichten. Minder soepel was het moment dat Eelko zijn aandelen verkocht aan Warner: “Mijn werk was mijn leven. Ik had de leukste baan ter wereld met alles wat ik leuk vind. Dat stopt dan plotseling. Ik was ineens gast op mijn eigen feest. Je krijgt een zak met geld, je stopt met werken, je vraagt je vrienden om te gaan lunchen, maar die moeten werken. Dan is dat geld niet relevant. Na vele jaren dag en nacht hard werken, wilde ik niet sterven in het harnas. Daarom was ik gestopt. Dan moet je jezelf opnieuw uitvinden en oppassen dat je niet in een zwart gat valt. Inmiddels heb ik mijn draai gevonden met mijn eigen family office, vastgoed beleggen, investeringen en goede doelen. Daarnaast hebben we Collabhouse opgezet, een startup voor onafhankelijke artiesten. Mijn hart ligt nog steeds bij de muziek. En ik blijf een gepassioneerd ondernemer. Als je niets doet, gebeurt er ook niks. Mazzel kun je afdwingen.”

Serieuze manager

We mijmeren nog wat door over Eelko’s gloriejaren als artiestenmanager. Vaak op reis, Ibiza en Miami Beach, legendarische optredens, epische feesten en avonturen. Rijk heeft het door: “De gebraden eend uithangen dus.” Maar nee, Eelko was altijd de serieuze manager op de achtergrond. Voor ons verschijnt nu een tranche Ibérico, smeltend op de tong met tonen van Arabica, garam masala en een drupje Cannonau van Quartomoro uit Sardinië. Altijd fijn om nieuwe wijnen te ontdekken. Dat heeft de sommelier van Wils goed begrepen. Hebberig vorkt Rijk hele chunks van het varkentje maagwaarts: “Alleen even voor de proef.” Evenzo genieten we van de dessertwijn: een mooie Sauvignon Blanc van Oliver Zeter uit de Pfalz, prima matching met een klassieke rabarberbavarois met boekweit en mierikswortelijs. Eelko: “Wat een fantastisch restaurant dit Wils, zeer culinair en ambachtelijk: echt grote klasse.” Ten afscheid krijgt Eelko van Joris zijn nieuwste kookboek Chez Bijdendijk cadeau. Rijk betreedt het enorme terras: “Afbuiken geblazen.” En zo deelde het dolle duo wederom de dis met een smaakmakende lunchgast.