Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Grand Hotel ROBOT

Hij kent de grootste ketens en kleinste boetiekhotels, slaapt bijna vaker in een hotel dan zijn eigen bed. Het valt Ivo Weyel op dat hij steeds vaker online dingen moet doen: reserveren, inchecken, afrekenen… De digitalisering binnen de hotellerie dringt zich steeds meer op. Willen we een door robots gerund hotel of zweren we bij de aloude portier en piccolo? “Ik kan eerdaags niet meer op reis zonder mijn neefje die alle technische snufjes begrijpt.”

Tekst: Ivo Weyel

De dingen die je nu gewoon vindt in hotels: de key card in plaats van een echte sleutel (die ooit achter de receptie hing bij je eigen postvakje – en ja, post? Hoe kort geleden is het nog dat er papieren post in je postvakje lag?), je eigen badkamer, het tablet waarmee alles in de kamer valt te regelen, ontelbare televisiekanalen op de tv die tevens computer is (herinnert u zich deze nog: hotels die zich erop voorstaan dat ze CNN hebben, wow!), airconditioning, en nog zo ontelbare voorzieningen die nu gemeengoed zijn, maar vroeger ondenkbaar. We lachen nu om de nieuwigheden van weleer, want ontwikkelingen gaan snel en vroeger is dood.

Industrialisering

Helemaal in den beginne waren hotels niets anders dan een verzameling kamers boven een eethuis. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw ging het door de industrialisering in een stroomversnelling en begon het ergens op te lijken met de komst van allerlei nieuwigheden: de eerste elektrische lift (1859 in het Fifth Avenue hotel in New York?), de eerste met elektrisch licht in alle kamers (1880, Sagamore Hotel in Lake George, NY?) gevolgd door ons eigen Hotel Krasnapolsky dat een jaar later als eerste een eigen elektriciteitscentrale installeerde, het enige jaartal dat echt vaststaat, want alle andere ‘eerste’ jaartallen worden over en weer geclaimd door een veelvoud van internationale hotels.Was The Netherlands in New York het eerst met telefoons op alle kamers of moet het toch allemaal (eerste lift, telefoons, privé badkamers, elektriciteit) op het conto van het Parijse Ritz worden geschreven? De geleerden zijn het er niet over eens, maar dat die tijd garantstond voor toen ongelooflijke technologische ontwikkelingen staat buiten kijf.

“Housekeeping!” 

Waar lachen we over tien jaar om? Om het tablet? De key card? De tv? De klop op de deur en het vragende “housekeeping”? Want ja, er zijn al hotels waar de kamermeisjes op hun tablet kunnen zien dat er mensen in de kamer zijn, dus dan weten dat ze de kamer nog niet kunnen schoonmaken en dus niet hoeven aankloppen. Dat zien ze middels warmtecensoren, want de mens genereert nou eenmaal lichaamswarmte. Niet dat ze kunnen zien wát de gasten binnen doen (‘hihi, kamer 316 is aan het copuleren!’), maar wel dát ze er zijn. Hotels worden er gek van, want de ontwikkelingen gaan rap en de concurrentie is enorm, dus constant bijbenen en vernieuwen is het devies. Maar hoe is dat financieel haalbaar? Een complete renovatie van een kamer in een vijfsterrenhotel kost gemiddeld een paar ton. Want het gaat daarbij niet alleen om nieuwe meubels en een kek (natuurlijk elektrisch) gordijn, maar vooral ook om nieuwe bekabelingen achter het behang, want sneller internet behoeft bijvoorbeeld compleet nieuwe bedrading die – de nachtmerrie van elke hoteleigenaar – bij het aanleggen alweer ouderwets is, zo snel gaan de ontwikkelingen.Door corona zijn bepaalde ontwikkelingen in een stroomversnelling geraakt: alles moet zo contactloos mogelijk (bij de Nederlandse hotelketen CitizenM was het voor corona al gemeengoed per computer in te checken), personeel is schaars dus dat moet elektronisch worden opgelost, room service wordt self service. In Tokio wordt het Henn Na Hotel compleet door robots en machines gerund. Het is vooralsnog een gadget en biedt Disney-achtig vertier, maar je ziet nu al hoe dit soort machines gaandeweg in het hotelleven sluipen. Neem bijvoorbeeld de gezichtsherkenning waarmee de gast alles bedient: je checkt ermee in, je opent je hoteldeur ermee, je bestelt alles biometrisch met één blik en alles gaat automatisch naar je hotelrekening die – even kijken en hup! – wordt afgerekend. Exit key cards dus, je kunt erop wachten tot het gemeengoed is. Net als kinderen nu vragen “pap, wat is een langspeelplaat/cassette/telefoon?”, zien ze straks de key card als een fossiel uit verlopen tijden.

Onrustige slapers 

Achter de balie (althans, een glazen wand die de balie vervangt) van het New Yorkse Yotel bergt een gigantische robotarm je koffers op en zijn de televisies op de kamer lege hulzen die naar believen met je eigen computer alles kunnen zijn/doen/weergeven wat je maar wilt. Exit ook lichtknopjes: de kamer weet via bewegingscensoren wanneer je binnenkomt en weggaat en hoe donker het buiten is, dus het licht regelt zichzelf en wanneer je niet meer beweegt (slaapt) gaat het uit. Onrustige slapers zijn nog een dingetje – aan/uit, aan/uit –, maar ja, welke nieuwe techniek heeft er geen kinderziektes? Virtual reality kijkt al overal om de hoek: zet het ding op je hoofd en zie wat er allemaal op de bestemming te doen is, welk restaurant er hoe uitziet enzoverder en zo meer. Ik gaf aan Japans te willen eten in New York en virtueel leidde het apparaat me niet alleen naar het beste dan wel dichtstbijzijnde restaurant (naar keuze), maar liet me ook daarbinnen rondwandelen en de menukaart bekijken, waarna ik direct kon reserveren.

Ook in opmars: Alexa van Amazon (of equivalenten daarvan) waardoor je roept wat je voor ontbijt wilt en hoe laat het bezorgd moet worden, waarmee je voice controlled de gordijnen opent en de douche aanzet op de gewenste temperatuur. De Virgin hotelketen doet alles per app (die Lucy heet om het wat menselijker te houden): van inchecken tot lichtkeuze op de kamer (fel, romantisch, leessterkte) en de Cityhub hotels zweren bij het elektronische, alles kunnende RFID (Radio Frequency Identification) polsbandje. De meeste apps krijg je al thuis voor je komst zodat je van tevoren al alles kunt instellen en bestellen.

Arme sleuteltjesman

Arme conciërge, arme sleuteltjesman met zijn twee trotse, gouden sleutels op zijn revers, arme hotelbutler, ze zullen allemaal gaandeweg hun baan verliezen. Housekeeping waarschijnlijk ook, want nano-beddengoed en -spiegels (behandeld met vuilafstotende en geurdodende microdeeltjes) hoeft nooit meer verschoond of gekuist te worden, en germ-zapping robots in de kamer (zoals het Westin in Houston als eerste inzette) killen automatisch alle SARS- en corona-achtige bacillen. Ik mis nu al die vriendelijke welkomstgezichten van het aloude personeel. Net als ik mijn favoriete papieren krant mis die ’s morgens aan mijn deur hangt, de portier die me herkent, mijn schoenen voor mijn hoteldeur die miraculeus de volgende ochtend weer spiegelglimmend in het gelid staan. Ik kan eerdaags niet meer op reis zonder mijn neefje die alle technische snufjes begrijpt. En zo zeur ik maar door als een nostalgische oude man in een almaar aanwassende robotwereld.

MASTERS MEMBERSHIP

Dit artikel is afkomstig uit MASTERS Magazine. Voortaan de nieuwste editie als eerste bemachtigen? Bestel hier het membership. Met 4 spraakmakende MASTERS edities, de jaarlijkse LXRY LIST en nog veel meer extra’s ontvang je eenvoudig veel leesplezier thuis: inhoudelijke reportages, geweldige fotografie en unieke merken, trends en plaatsen in de wereld. Doe het jezelf of een dierbare cadeau.