Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Mulder Shipyard: “De wereld is ons speelveld”

Familiebedrijven vormen de hoeksteen van de economie. Ze laten van ouder op kind de ontwikkeling vanuit het verleden zien. Tegelijkertijd kijken ze, als bedrijven van de lange adem, ver vooruit. In deze serie portretteert MASTERS familiebedrijven met een verhaal. Deze aflevering focust op Mulder Shipyard, dat in 1938 in de schuur van een metaalwinkeltje begon en sindsdien is uitgegroeid tot een wereldwijd toonaangevende werf op het gebied van ontwerp, ontwikkeling, constructie en exploitatie van hoogwaardige motorjachten. MASTERS zoekt Nick Mulder, de derde generatie, op in het hoofdkantoor in Zoeterwoude.
John van Helvert

 

Mulder Shipyard is in 1938 opgericht door jouw opa, Dirk Mulder. Wat voor bedrijf was het toen?

“Mijn opa had een metaalwinkeltje in de Voorstraat in Voorschoten met daarachter een schuur. Daar begon hij een cursus hoe je een zeilboot moet bouwen. Motorjachten bleken echter een veel betere business dan zeiljachten, zeker na de Tweede Wereldoorlog, toen de vrijetijdsbesteding belangrijker werd. Dat leidde ertoe dat hij in 1953 zijn eerste motorjacht bouwde: 7,50 meter lang, met geklonken spanten en gelaste huidplaten. Vanaf 1965 richtte de werf haar aandacht volledig op het bouwen van motorjachten, waarbij de Super Favorite Cruiser landelijk bekend werd. Vandaag de dag wordt dit model gezien als een ware klassieker. Eind jaren zestig ging mijn opa vervroegd met pensioen en verhuurde hij de werf aan Hans van Kleef, van de latere jachthaven Zijlzicht in Warmond. Begin jaren tachtig – het was crisis – zegde hij de huur op. Daarop wilde mijn opa de werf – die niet meer zozeer op jachtbouw was gericht, maar vooral werd gebruikt voor winterstalling en schilderbeurten – gaan verkopen.”

Maar jouw vader, Dirk Robert Mulder, had andere plannen…

“Hij kwam net uit dienst en had zoiets van: hoe moeilijk kan het zijn om een werf te runnen? In 1984 nam hij, op 22-jarige leeftijd, de werf tegen dezelfde huurprijs over. Hij bouwde zijn eerste boot, door opa gefinancierd, en ging daarmee naar de HISWA te Water in Amsterdam. Er kwam een bieding op, niet helemaal het bedrag waarop mijn vader had gehoopt, maar na overleg met opa werd het bod geaccepteerd: zo kwam er geld binnen waarmee de volgende boot kon worden gebouwd. Dat markeerde de start van de werf zoals die nu is. Mijn vader was ambitieus en bouwde steeds grotere boten – 13,50 meter, 15,50 meter, 17,50 meter – die de naam Favorite Superior kregen. In 1994 bouwde hij met de Ingeborg de eerste boot boven de 20 meter, een mijlpaal.”

Jij was toen zes jaar. Wat voor rol speelden boten in jouw jeugd?

“We woonden op de werf, dus ik ben aan het water opgegroeid. Ik vond het geweldig om als jong ventje tussen die gigantische schepen op de werf te lopen. Er werken hier nu nog mensen die mij hebben zien opgroeien. Ik was altijd bezig met bootjes. We hebben ook altijd zelf boten gevaren, wat in deze business een pre is: je weet waar je het over hebt. In de superjachtindustrie zijn veel mensen in de top die nauwelijks varen en vaak zelfs niet eens aan boord komen.”

In de loop der jaren groeide jullie portfolio.

“Aan het begin van het nieuwe millennium had het bedrijf wat meer vet op de botten. Er waren een man of twintig, vijfentwintig in loondienst en er werd begonnen met investeren in wat mooiere ontwerpen. Samen met prijswinnend ontwerper Guido de Groot uit Leiden startte mijn vader met nieuwe lijnen. Dat begon met de Convertible, een sportief motorjacht tot 22 meter, vervolgens de Wheelhouse, een gentleman’s yacht tot 24 meter, en daarna de Flybridge, een motorjacht tot 30 meter, geschikt voor zeeën en oceanen. Hoe groter de boten, hoe meer mensen erbij kwamen kijken: kapiteins, owner’s representatives, advocaten… Allemaal gedoe, vond pa. Hij wilde weer terug naar normale maten, leuke boten die je zelf kunt varen. Toen heeft hij de Favorite 1500 ontwikkeld – een herintroductie van mijn opa’s Super Favorite – waarvan hij het eerste exemplaar voor zichzelf bouwde. Dat is een heel succesvol model geworden. Voor mij was dat ook het eerste project waarmee ik aan de slag mocht. Inmiddels is het 43e model van de Mulder Favorite Serie in aanbouw.”

Favorite 1700 ‘Anniversary Edition’

Was het vanaf het begin duidelijk dat jij het bedrijf in zou stappen?

“Dat wist ik op school al. Als ik daar een standje kreeg, zei ik: ‘Maakt niet uit, ik stap toch later in het familiebedrijf.’ Op mijn achttiende zat ik met mijn pa in de achtertuin, aan het water, te bedenken wat ik met mijn leven moest. Ik wilde niets liever dan de zaak in, maar hij vond dat ik eerst nog moest leren. Er voeren allemaal sloepen voorbij. Terwijl we daar in die tuin zaten, opperde hij dat die sloepen ’s winters allemaal de kant op moesten. Ik kreeg een heftruck van hem cadeau en heb in Alphen aan de Rijn een hal van 1.000 vierkante meter gehuurd voor 40.000 euro per jaar – dat was best wel een commitment op die leeftijd. Met die heftruck heb ik sloepen uit het water gehaald. Zo ben ik voor mezelf begonnen. Pa gooide me altijd in het diepe, hij liet me zwemmen. Ik denk dat dat een belangrijke les is geweest: je moet jezelf ontwikkelen. Op mijn 22e – dezelfde leeftijd als hij destijds – kwam ik het bedrijf in.”

Dat weer een stapje groter werd met de realisatie van een nieuwe werf.

“Mijn vader had in 2006 de grond gekocht. Hier in Zoeterwoude is meer ruimte, kunnen we meer boten bouwen. Hij heeft me vanaf het begin altijd overal bij betrokken, dus ik heb ook de hele bouw van dit pand meegemaakt, hoe onder meer de looproutes bedacht zijn. In december 2012 kregen we de sleutel. Ik durf te stellen dat dit de meest efficiënte werf in deze categorie is. Hier kunnen we rond de zes jachten per jaar bouwen, maar aantallen vinden wij niet zo belangrijk: wij focussen op kwaliteit. We kunnen niet alleen méér bouwen, maar ook groter. Op de werf in Voorschoten was het maximum 27 meter, op deze locatie kunnen we tot 50 meter bouwen. Dat wij in de hoogste league spelen, wordt bevestigd door het feit dat onze jachten een ABS-classificatie hebben. Dat is de zwaarste classificatie die er is en betekent onder meer dat onze schepen gecertificeerd zijn voor onbeperkte navigatie en een trans-Atlantisch bereik. Het eerste jaar dat we op de nieuwe werf zaten, kregen we de order voor een volledig custom built motorjacht, de Solis. Het eigen design van de klant, maar wel de kwaliteit van Mulder Shipyard gewaarborgd.”

 

“Ik durf te stellen dat dit de meest efficiënte werf in deze categorie is”

 

Het zou een volgende mijlpaal blijken…

“In 2015 leverden wij de Solis op en in oktober van dat jaar gingen wij ermee naar de Monaco Yacht Show, onze eerste keer. Wij knoopten de Solis aan de kade alsof het de HISWA te Water was, haha. In Monaco is het gebruikelijk om een beetje moeilijk te doen bij de loopplank en niet iedereen aan boord te laten. Wij als Hollanders hadden zoiets van: kom vooral aan boord en kijk wat wij gemaakt hebben! Tijdens een rondleiding toonde een meneer zich bijzonder onder de indruk. ‘Doen jullie mee met de World Superyacht Awards?’, wilde hij weten. ‘Nee, want dat is vast doorgestoken kaart’, antwoordden wij, ‘de grootste adverteerder wint en wij zijn maar een klein werfje.’ Bleek die man de juryvoorzitter te zijn! We kregen meteen een draai om de oren: ‘Het is helemaal geen doorgestoken kaart. De jury bestaat uit twintig onafhankelijke superjachteigenaren, die op tien verschillende disciplines de jachten gaan beoordelen.’ Twintig superjachteigenaren die onze boot zouden bekijken… Dat is de beste marketing die je kunt krijgen! Dus deden we mee. Tot mei het jaar erop hebben we er niet meer bij stilgestaan. In die maand vond het World Superyacht Awards Gala plaats in het Palazzio Veccho in Florence. Rode loper, heren in smoking, dames in gala: echt een top event! Toen we de concurrenten in onze categorie voorbij zagen komen, werden we voor het eerst echt competitief. Wij vonden de Solis het mooiste schip, realiseerden dat we konden winnen. En dat deden we ook! De jury nodigde ons uit om op het podium te komen – het leek de Oscaruitreiking wel – en de felbegeerde Neptune in ontvangst te nemen. Een enorme eer! Maar, wij waren alleen de bouwer van de Solis. Eigenwijze Hollanders die we zijn, zouden wij zelf enkele dingen anders hebben gedaan, waaronder het bouwen in aluminium in plaats van staal, want: roest niet en is lichter. We zijn een 36 meter afgeleide van de Solis gaan ontwikkelen, maar dan volgens onze eigen filosofie. Dat is de ThirtySix Delta One geworden. De ThirtySix is het koningsschip van Mulder Shipyard, met vier hutten beneden en de master cabin op het hoofddek, voorin een appartement voor de zeskoppige crew, een riant stuurhuis, dining, bar, salon, heel veel glas en dus heel veel daglicht. De beleving is alsof je op een 45 meter jacht staat. We bouwen de boot inmiddels zeven jaar en in deze categorie zijn we nog niemand tegengekomen die ons verslaat. In 2018 schreven we de Delta One, ons eigen ontwerp, in voor de competitie. En ook daarmee wonnen we! Mede door de intelligente lay-out. Een waanzinnig mooi moment!”

Levert zo’n prijs en de marketing die daarmee samengaat nog wat op?

“De volgende dag zaten we bij wijze van spreken naast de telefoon: kom maar binnen met die orders. Maar zo werkt het niet. Wel groeit het aanzien van de werf daardoor, word je als een serieuze partij gezien. In hoeverre Dutch Built daarbij een rol speelt? Nou, ik heb heel veel werven in het land gezien en op sommige dingen hoeven wij heus niet trots te zijn. Maar als je de Nederlandse mentaliteit en betrouwbaarheid vergelijkt met die van het buitenland: wij leveren op tijd, komen onze afspraken na, hebben de juiste intenties, streven het allerbeste na… Juist de normen en waarden die we hier hebben, zijn aantrekkelijk voor buitenlandse klanten. Ook dat is Dutch Built! Toch komen onze klanten vooral uit Nederland. Dat was een eigen keuze. In 2010 hebben een paar buitenlandse klanten drie boten tegelijkertijd bij ons besteld. In die tijd waren we ook bezig met de bouw van de werf. Dat zij het niet zo nauw namen met de betalingen, bracht ons in een heikele positie. Daarom zijn we ons toen gaan concentreren op de thuismarkt. Om in de breedte te groeien hebben we in 2018 geïnvesteerd in een haven: Mulder Marina in Warmond. 5.000 vierkante meter met 70 meter kade aan de Kagerplassen, de ‘Hamptons of The Netherlands’.”

Jullie zijn ook gaan investeren in een efficiëntere werkwijze.

“In het jaar dat we met de Delta One in de prijzen vielen, zijn we voor het eerst begonnen met het bouwen van grote jachten op speculatie. Het voordeel daarvan is dat wij heel goed kunnen plannen voor de komende drie jaar en daarop de inkoop baseren. Dat is veel efficiënter dan elke keer weer inkopen wanneer een klant een order plaatst. Zo kunnen wij voor relatief aantrekkelijke prijzen superhoge kwaliteit garanderen in een korte levertijd. Bovendien, en dat is echt uniek voor Mulder Shipyard, kunnen wij op een heel laat moment het interieur volledig customizen. Het risico van speculatief bouwen? Een boot verkopen doe je altijd, het enige risico is voor welke prijs. Als de Nederlandse economie hapert, zullen mensen wat terughoudender zijn. Maar dan kunnen wij nog altijd kopers zoeken in Amerika of het Midden-Oosten. Daarom zijn we de laatste vier jaar weer wat meer naar het buitenland gaan kijken, omdat we niet afhankelijk willen zijn van de Nederlandse economie. We hebben schepen op De Kaag, maar ook in Australië en Palm Beach. De wereld is ons speelveld! Om te zorgen dat we goed op de kaart staan, doen we dit jaar maar liefst acht bootshows in het buitenland.”

Wat is voor jullie de meerwaarde van MASTERS EXPO?

“Ik vind het zelf een heel leuke show en afgelopen editie hadden we bovendien een bijzonder schip om te laten zien, de Favorite 1700 ‘Anniversary Edition’, die is gebouwd ter ere van het 85-jarige bestaan van het familiebedrijf. Mede door het luxueuze interieur met stoffen van Hermès, marmer, leer, vloerverwarming en een uitgebreid optiepakket kan deze editie worden gezien als de meest uitzonderlijke uitvoering in de Favorite 1700-serie tot nu toe. Die wilden we eens goed in de spotlights zetten en dan is MASTERS EXPO het perfecte platform.”

Jullie hadden toch ook al een keer een designprijs gewonnen?

“In 2020 hadden we ons voor de Interior Design Award ingeschreven met het ThirtySix-jacht Calypso, het eerste dat wij op ‘spec’ gebouwd hebben, met een interieurdesign van Vickers Studio uit Londen. Die prijs hebben we inderdaad gewonnen. Het grappige is dat wij met de Calypso de hele wereld zijn overgegaan om er een klant voor te vinden. Uiteindelijk kwam de koper uit Wassenaar. Die kwam op een vrijdagmiddag bij ons langs, toen mijn vader met vakantie was. Diezelfde avond nog stuurde ik de offerte. De volgende dag werd ik door een onbekend nummer gebeld. Was het die klant – het was allemaal zo pril dat ik hem nog niet eens in mijn telefoon had gezet. Hij zei dat hij de offerte had doorgenomen en een afspraak wilde maken om te kijken of we eruit konden komen. Ik verslikte me zowat in mijn koffie, haha. Dinsdag spraken we af. In de tussentijd heb ik wel honderd keer mijn vader gebeld. De boten die ik tot dan had verkocht varieerden in prijs van 1 tot 4 miljoen. Dit was van een geheel andere orde. Vlak voordat de klant kwam, had ik mijn vader weer aan de lijn. Hij zei: ‘Nick, nu ophouden! Het is gewoon een Favorite 1500, maar dan met een nulletje erachter.’ Zo ben ik het gesprek in gedaan, en nog diezelfde dag was het handshake, deal.”

Sinds 2022 hebben jullie ook een werf in Enkhuizen. Vertel.

“Die hebben we gekocht zodat we daar zelf de casco’s van onze 36 meter boten konden gaan bouwen. In Nederland is maar een handjevol werven dat dat formaat aankan. Bij het op voorraad bouwen is onze inkooppositie een belangrijk onderdeel van het succes. Je wilt zelf het inkoopmoment uitzoeken en wel tegen de beste prijs. In de cascobouw bleek dat best een uitdaging, dus zijn we het zelf gaan doen. En net als op onze andere locaties maken we alleen gebruik van de allerbeste equipment en verkeert ons vastgoed in een uitmuntende staat, want je kunt geen hoge kwaliteit schepen bouwen in een oude modderschuur. Als je iets doet, moet je het heel goed doen of niet. Inmiddels lopen er twintig man personeel op de werf in Enkhuizen en wordt het derde casco alweer opgeleverd. Dat is een gouden zet geweest. Dat levert zo veel efficiency, rendement en flexibiliteit op!

Hebben jullie niet, zoals veel andere bedrijfstakken, moeite om personeel te vinden?

“Wij hebben er in 2006 voor gekozen om hier te zitten en niet in Friesland, waar de grond veel goedkoper was. Dat is niet uit de lucht komen vallen: de werf ligt vlak bij Schiphol, aan de Oude Rijn, om de hoek van Rotterdam, de grootste haven van Europa, er zitten hier veel toeleveranciers… Zo’n toplocatie speelt mee in het vinden van goed personeel. Daar komt bij dat wij een sexy product hebben. Ben jij een uitblinker in de interieurbouw, dan zul je je aangesproken voelen door het niveau waarop wij werken. Het is niet voor niets dat Roelfien Vos al jaren met ons samenwerkt. Toen mijn vader ons twee jaar geleden ontviel, had ik heel veel behoefte om verder te gaan met de mensen bij wie ik me comfortabel voel. Al onze partners – naval architecten, designers, cascobouwers, noem maar op – werken al heel lang voor ons, die groeien met ons mee. Roelfien is een heel fijn persoon. Toen ik voor het eerst zelf een boot moest ontwikkelen, wat ik voorheen altijd samen met mijn vader deed, heb ik haar gevraagd daarin te helpen. De briefing naar haar toe was ‘ik wil een ongekend hoog niveau, Rolls-Royce-niveau’ en dat is ongelooflijk goed gelukt. Inmiddels heb ik haar getorpedeerd als ‘preferred interior designer’.”

Heeft die loyaliteit van de mensen met wie jullie werken er ook mee te maken dat jullie een familiebedrijf zijn?

“Ongetwijfeld. Als je kijkt naar de manier waarop wij met mensen omgaan, facturen snel betalen, er zijn voor het personeel als er iets aan de hand is… Wij hebben een andere band in onze club dan dat je bij iedere andere corporate zou ervaren. We zijn één team. Momenteel hebben we 84 man in dienst en werken zo’n 100 co-workers voor ons.”

In augustus 2022, het jaar van het overlijden van je vader, werd jij Managing Director. Ben jij een andere koers gaan varen?

“Ergens zijn we heel erg hetzelfde en ergens zijn we heel erg anders. Pa was de creatieve, ik ben meer thuis in economie en mens & organisatie. Hij wilde lekker boten bouwen, ik vind het leuk om marketing en sales te doen, presentaties te geven. Pa concentreerde zich meer op de boot, ik op het bedrijf eromheen. We waren net yin en yang: allebei heel goed in iets en we versterkten elkaar. Ik mis zijn energie enorm, ik mis hém enorm. Vlak voordat hij overleed had hij een boot voor zichzelf gebouwd, de Favorite 900: volledig aluminium, 9 meter lang, het mooiste teakhout. Die heb ik overgenomen. Daar ga ik vaak mee van huis naar mijn werk en weer terug.”

 

“Ik ben aan het water opgegroeid. Ik vond het geweldig om als jong ventje tussen die gigantische schepen op de werf te lopen. Er werken hier nu nog mensen die mij hebben zien opgroeien”

 

Zakelijke creativiteit is jou niet vreemd: jullie blijven vernieuwen.

“Dat klopt. Zo zijn we een charter business begonnen. Dat is natuurlijk interessant voor de eigenaars. Een superjacht kost snel een miljoen per jaar aan running kosten, dus als je dat zeven à acht weken kan verhuren, dan dekt dat de kosten behoorlijk. En qua marketing hebben wij liever dat onze schepen allemaal Champions League-mooi in de baai liggen of rondvaren in plaats van dat ze onder hoezen in de haven liggen. Bovendien kunnen huurders op die manier ervaren of ze zelf ook zo’n jacht willen hebben: try before you buy. Dat is heel succesvol. Verder zijn we bezig met een nieuw concept, 50 meter, de Mulder Fifty. Het schaalmodel wordt momenteel ingezet om interesse te wekken bij potentiële klanten. Tot slot hebben we nét een nieuw bedrijf opgericht, Mulder 360 Service. Daarvandaan gaan we op contractbasis unieke service aanbieden, ongezien in deze industrie. Zo gaan we minstens één keer per jaar naar alle schepen toe, dat noemen we geen APK maar MPK: Mulder Periodieke Keuring. Dan doen we een complete survey, waar een rapport uitkomt dat we als advies aan de klant meegeven. Ook gaan we bemanning aannemen, trainen en managen voor de klanten, bieden we 24/7 assistance, hebben wij een Planned Maintenance System ontwikkeld… Alles om de kwaliteit van het schip te waarborgen, dat zo als nieuw blijft. Ik zou dat zelf willen als ik klant was.”

In 2038 bestaat Mulder Shipyard 100 jaar. Welke doelen wil jij tegen die tijd gerealiseerd hebben?

“Hét doel is Royal Mulder, dat zou echt een kroon op ons werk zijn. Als we daarvoor in aanmerking komen, dan zou ik daar zeker voor gaan. En tegen die tijd zullen mijn zoon Nick Jr. en dochter Grace – nu nog peuters – zich langzaam gaan bezighouden met de vraag wat ze met hun leven willen doen. Ik hoop ze dan in elk geval met een gezond bedrijf een mooie kans te kunnen bieden.”

MASTERS Magazine

Benieuwd naar de rest van het artikel? Elk succes begint met een droom. Dat is het leidmotief van de zomereditie van MASTERS. Als klein meisje droomde Iris Hond ervan om concertpianist te worden. Ze had het talent, de discipline, de liefde voor het pianospel én de durf om haar droom na te jagen. Zelfs door tegenslag liet zij zich niet van haar pad brengen. “Dan herinnerde ik mij de verhalen over het ruige rock-’n-rollleven die Jan Cremer vertelde als hij bij ons over de vloer was: de pijn, de misère – het hoort erbij”, vertelt ze in het groot interview, met unieke fotografie door Rahi Rezvani. Ook ondernemer Harald Swinkels liet zich leiden door een droom: eerst veel geld verdienen, daarna films maken. En dus verkocht hij zijn energiebedrijf en nam de afslag naar Hollywood. Vastgoedondernemer Max Vorst wendt zijn fortuin aan voor het verzamelen van kunst. MASTERS kreeg een privérondleiding in museum Beelden aan Zee, waar een deel van zijn collectie momenteel te zien is. Ook worden steeds vaker droomreizen gerealiseerd. “De behoefte om te investeren in ‘samen herinneringen opbouwen’ neemt steeds meer toe”, aldus Avila Reizen-oprichter Tim van der Wel in een artikel over de toekomst van reizen. Had ik maar? Kon ik maar? “Ik droom dat ik schilder en dan schilder ik wat ik droom”, zei Vincent van Gogh. Dus droom, al bladerend door het nieuwe magazine, van de Range Rover Sport SV, de Mulder ThirtySix of toegang tot Ferrari’s exclusieve eliteclub Corse Clienti. MASTERS 58: een nummer om bij weg te dromen.

Bestel hier MASTERS Magazine #58