Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

HET MAG EN KOST NIETS: REISPLANNEN MAKEN

Verre reizen komen steeds dichterbij. We kunnen weer wat meer over de grenzen kijken en plannen maken. MASTERS verkent alvast de Filipijnen, een paradijselijke archipel met het witste poederzand en de blauwste lagunes.Tekst: Harmke Kraak | Online redactie: Natasha Hendriks
Beeld: Esther Quelle

Today is a good day

Today is a good day, zegt het kussentje op mijn zitplaats in de Boeing 777. En of het een goede dag is! In de businessclass van Qatar Airways op weg naar de Filipijnen heb ik alle privacy dankzij het schuifdeurtje naast mijn stoel. Regelmatig komt de stewardess ‘over de schutting’ vragen of ik nog wat wil eten of drinken. Eenmaal geland in Manilla begeven fotografe Esther en ik ons naar New World Makati Hotel in het zakendistrict. Het notoir drukke verkeer gaat stapvoets, maar we hebben alle tijd. Vanuit onze privétaxi spotten we Jeepneys, gemoderniseerde Amerikaanse legerjeeps in felle kleuren die als massataxi’s dienen. Tijdens de rit zingt onze gids DJ een welkomstlied: Mabuhay. Het staat voor goede wensen. DJ: “Wij Filipino’s houden van zingen. We zien eruit als Aziaten, hebben het brein van de Amerikanen, maar het hart van de Spanjaarden!” Drie eeuwen lang vielen de Filipijnen onder Spaans bewind. In 1898 nam Amerika het roer over. Sinds 1946 is het land officieel onafhankelijk. De naam Filipijnen verwijst naar de Spaanse koning Filips II (1527-1598). DJ neemt ons een dag later mee naar de Legazpi Sunday Market. We slenteren langs de eetstalletjes. We proeven bibingka galapong, rijstcake die naar eierkoek smaakt, en kopen het superpoeder moringa, dat bestaat uit de fijngemalen blaadjes van een Filipijns plantje vol heilzame bestanddelen. Een historisch landmark in Manilla is Fort Santiago aan de Pasig-rivier. Honderden waterlelies drijven in het snelstromende water. Tevens verkennen we Intramuros, de Spaanse koloniale buurt. De meeste gebouwen hier zijn replica’s, want de wijk werd gedurende de Tweede Wereldoorlog verwoest. Alleen de Augustinuskerk doorstond het bombardement. Nog meer kerken – Filipino’s zijn katholieker dan de Spanjaarden zelf – zien we buiten de metropool Metro Manilla. De witte kerk in het dorpje Betis heeft plafondschilderingen die aan de Sixtijnse kapel doen denken. De beheerder van de kerk vertelt ons vanaf welk punt we een foto moeten maken en grijpt zelfs Esthers arm om haar camera bij te sturen. We moeten erom lachen. Via Highway 54 rijden we terug naar Manilla. De skyline by night bestaat uit goudomrande gebouwen.

Surfvibe op Siargao

We verlaten Manilla en landen tussen de kokospalmen op het eiland Siargao in het zuidoosten. De Filipijnen omvatten 7.641 eilanden, verdeeld over drie regio’s. Luzon is de regio van hoofdstad Manilla, Visayas is de middelste regio en Mindanao omvat de zuidelijke eilanden waaronder Siargao. De gids voor het vervolg van de reis luistert naar de ‘gezellige’ naam Stalin. “Mijn vader had een passie voor Rusland, voluit heet ik Stalingrad.” Drinkend uit een verse kokosnoot, hebben we op Siargao onmiddellijk een vakantiegevoel te pakken. Ook de uitgelaten sfeer bij de Magpupungko Rockpool, een natuurlijk zwembad tussen de rotsen in zee, draagt daaraan bij. Mensen springen en duiken vrolijk het helderblauwe water in. Vervolgens maken we een boottocht langs mangroves naar Sugba Lagoon, een lagune waar toeristen slechts gedoseerd mogen aanmonsteren. De Filipijnse overheid heeft namelijk steeds meer oog voor het milieu, al is onze outrigger boat dan geen schoolvoorbeeld van milieuvriendelijkheid. De motor maakt een hels kabaal. Gelukkig bieden de oordopjes uit de businessclass van Qatar Airways uitkomst. In de beeldschone groene lagune kunnen we zwemmen, kajakken en suppen. De volgende dag bezoeken we Bucas Grande Island. ‘Here you will find peace, serenity of the mind, tranquility of the soul, simplicity of the heart’, lees ik op een muur. We varen in een peddelbootje naar oranje kwallen en lunchen op een paradijselijk palmeneiland. Op tafel komen schalen met mango, ananas, rijst, gamba’s en schelpen: spider shells. Op elke schaal blijft wat eten liggen. “Filipino’s zullen nooit het laatste hapje pakken, dat vinden we onbeleefd”, lacht Stalin. Tegen zonsondergang zijn we terug bij ons resort Siargao Bleu in de plaats General Luna. Op Siargao heerst een laid-back sfeer. De hoofdstraat is een aaneenschakeling van surfshops en restaurantjes. Tricycles, een soort tuktuks, rijden af en aan. We nemen een kijkje bij Cloud Nine aan de Stille Oceaan. Het is de beste surfspot van de Filipijnen en jaarlijks zijn er internationale wedstrijden. Vanaf de pier slaan we de surfers gade. Links proberen beginners zich staande te houden, rechts zijn ervaren surfers in de weer. Het is sensationeel hoe zij de golven weten te trotseren. We sluiten de avond af in de Rumbar, waar een lokale band optreedt. Elke avond is er in General Luna wel een party.

Chocoladeheuvels op Bohol

Over een landweg met loslopende varkens en koeien en langs rijstvelden rijden we terug naar de airport. Van Siargao vliegen we naar het centrale eiland Cebu en steken met de veerboot over naar het eiland Bohol. Aan wal wacht een delegatie ons op alsof we Máxima en Willem-Alexander zijn en krijgen we een kralenketting omgehangen. De tricycles op Bohol dragen religieuze teksten als ‘In God we trust’. “Voorheen stonden er sexy plaatjes op, maar dat leidde tot protesten van diepgelovigen”, vertelt Stalin. We gaan naar Tarsier Sanctuary, een natuurreservaat. Tarsiers, of spookdiertjes, zijn uniek. Het zijn primaten, al lijken ze met hun lange staart op mini-aapjes. Overdag slapen ze, maar tot ons geluk laten deze nachtdiertjes zich toch zien. Ze klampen zich vast aan de takjes van een pandanboom en volgen ons met hun grote ogen. Een andere attractie op Bohol zijn de Chocolate Hills, waar we de volgende dag met de onvermoeibare Stalin – hij draagt onze koffers, regelt onze vliegtickets, voorziet ons van water – heen rijden. De heuvels bij de plaats Carmen zijn vandaag niet chocoladebruin, maar groen als muntchocola. Ze zijn ooit ontstaan door vulkanische erupties en heetten simpelweg Carmen Hills, totdat een Amerikaanse opmerkte dat de heuvels haar aan Hershey’s chocolaatjes deden denken. We beklimmen de tweehonderd treden naar de top van een heuvel en kijken uit over honderden andere ‘bulten’. Indrukwekkend mooi. Dan spoeden we ons naar de Loboc-rivier voor een riviercruise. Onze privéboot glijdt geruisloos over het smaragdgroene water, terwijl we ons tegoed doen aan schalen vol eten. Langs de oevers zingen en dansen kinderen voor de passerende boten. Geen bezoek aan Bohol zonder de chocola van Dalareich Chocolate House te proeven! Het is het succesverhaal van Ricardo Polot, een voormalige tricyclechauffeur, en zijn vrouw Elsa, die ooit straten veegde. Vanaf 2009 stortten ze zich volledig op hun chocoladebusiness. Dochter Dalareich (klinkt als Dollar Rich) ging zelfs studeren aan het Cacaolab in Gent. Tien jaar later won de familie goud bij een prestigieuze competitie in Londen. Een van de dochters vertelt: “Bohol is bekend om de Chocolate Hills, wij wilden de échte chocola op de kaart zetten. De mensen op Bohol beseffen niet dat ze goud in hun achtertuin hebben met alle cacaobomen!” Ook een succes is Bohol Bee Farm. Deze bijenfarm, niet ver van ons strandhotel South Palms, trekt massa’s bezoekers. Die komen, net als wij, niet alleen voor de bijen en de honing, maar ook voor het verrukkelijke organic ijs.

MASTERS #45

MASTERS #45