JOOST VAN DER NEUT, ANNE&MAX

Franchisenemer Joost van der Neut heeft het ondernemerschap in zijn bloed zitten. Het was voor deze ervaren horecaman de eerste jaren flink buffelen toen hij de derde vestiging van Anne&Max onder zijn hoede kreeg, maar opgeven komt simpelweg niet voor in zijn vocabulaire.Tekst: Susan Poeder
Beeld: Joost van der Neut

Wat was jouw allereerste job?

“Ik was vrij jong toen ik in het bedrijf van mijn ouders ging werken. Mijn vader had in een ziekenhuis verschillende horecazaken en winkeltjes geopend, maar overleed heel plots. Ik zat nog op de Hotelschool, ik was een jaar of 17, toen mijn moeder en ik door zijn overlijden de zaak moesten opvangen. Dat was een hele moeilijke periode voor ons beiden, maar dat is wel waar ik het allemaal geleerd heb. Het was hard werken, wat ik ook wel prettig vond. Er was geen ruimte om de kantjes eraf te lopen. Uiteindelijk veranderde er steeds meer in de wereld van ziekenhuizen en kwamen er particuliere concerns die ons bedrijf wilden overnemen. Na 12 jaar vond ik het ook wel prima, dit was voor mij het moment om verder te gaan.”

Wat volgde er toen?

“Het ondernemerschap zit in mijn bloed en ik wilde heel graag een eigen horecaconcept. Ik ben toen tal van pandjes wezen bezichtigen tot Anne&Max op mijn pad kwam. Ik zag het eerst helemaal niet zitten om franchisenemer te worden, maar ik wist ook dat Anne&Max niet zomaar een bedrijf is. Het zit enorm goed in elkaar. Er waren op dat moment al 6 vestigingen die allemaal goed draaiden. Ik besloot daarom het toch te doen en inmiddels zit ik hier in Amsterdam met Anne&Max alweer 3,5 jaar.”

www.instagram.com/p/BwJVNZTFSHg/?utm_source=ig_embed

What advice would you give your 18-year-old self?

“Dat je nooit moet opgeven. Ik heb natuurlijk veel meegemaakt en het belangrijkste wat ik heb geleerd is dat opgeven simpelweg geen optie is. De eerste jaren bij Anne&Max waren een ontzettend zwaar. De straten voor de vestiging zijn wegens verbouwingen lang afgezet geweest en daardoor viel de omzet zwaar tegen. Ik was er 7 dagen per week, 14 uur per dag en na 2 jaar breekt je dat wel op. Maar inmiddels zijn de straten weer vrij en gaat het ontzettend goed met de zaak. Dat hebben we hier ook wel even gevierd.”

Wat is je grootste passie in je werk?

“Ik wil heel graag mensen blij maken. Ik word er gelukkig van als mensen naar mij toekomen en zeggen: ‘Je hebt me zo goed geholpen’. En als ik in de zaak kom en zie dat ze met 8 man staan te knallen… Ja, daar word ik gelukkig van. Dan kan het wel zijn dat ik zoveel uren heb moeten maken, maar door het plezier voelt het niet als hard werken. Tegelijkertijd hoef ik nu letterlijk niet meer zo hard te werken als de eerste twee jaar en heb ik ook weer wat tijd voor mijn gezin. Dat was ook wel nodig. Ik denk dat de horeca mijn passie is geworden, omdat het nu eenmaal door omstandigheden op mijn pad is gekomen. Het had ook een ieder ander vak kunnen zijn, zolang ik maar mensen blij mag maken.”

Who was your wheelbarrow?

“Dat is mijn moeder geweest, zij heeft mij echt de goede richting ingeduwd. Ik leerde van haar ook hoe belangrijk het is om je boekhouding op orde te hebben. Zij werkt altijd heel precies. Ik had dat wat minder en door haar leerde ik dat je gewoon altijd moet doorzetten. Ook ’s avonds nog even de schouders eronder om ook die boekhouding op orde te krijgen. Dat heb ik wel aan haar te danken.”