Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

HANS LUIKEN, DOFINE

Hans Luiken is CEO van productontwerpstudio Dofine en heeft net zoveel kruiwagens als kleurrijke, creatieve ideeën gehad. Zijn familie barstte van de mentoren en de verffabrikant heeft door zijn creativiteit ook wat copycats moeten trotseren. Dat weerhield Hans er niet van om gestaag door te gaan en ook een kruiwagen te zijn voor vele creatievelingen.Tekst: Mical Joseph
Beeld: Dofine

What was your very first job?

“Mijn allereerste baantje was als decorschilder, dit deed ik voor een stand- en decorbouwer. Ik was toen 15 jaar en rolde hierin doordat mijn hele familie al in de verfbusiness zat.”

Zo ben je dus in je huidige werk terecht gekomen?

“Ja, dit gaat al terug naar de tijd dat ik 15 jaar oud was. Mijn ooms, neven, opa’s en vader zaten in deze branche. Mijn vader had een verffabriek, dus met verf werken en hier veel kennis van hebben zat al vroeg in mijn bloed. Van decorschilder ben ik op een gegeven moment verflaborant geworden en later verffabrikant. ”

What advice would you give your 18-year-old self?

“Wat ik erg belangrijk vind en zeker wil meegeven is dat je de ruimte moet creëren om te ontdekken en te experimenteren. Heel vaak stappen jonge mensen in een bepaald beroep, wordt dat de focus en slokt het werk de persoon op. Er zijn nog zoveel andere capaciteiten die verder ontwikkeld en ontdekt kunnen worden. Wanneer een baan het leven gaat beheersen en er geen ruimte over is beperk je jezelf teveel. Hierdoor kan je heel lang op een plek zitten waar je eigenlijk helemaal niet gelukkig bent.

Ik zeg dit omdat ik dat gevoel soms ook heb. Ik heb nog zoveel passies en ambities: het is een lijst met wel honderd bucket list punten en ik moet eigenlijk 500 jaar worden om al deze punten af te werken. Nieuwe producten ontwikkelen, uitwerken en realiseren staan hoog op dat lijstje. ”

Who was your wheelbarrow?

“Ik heb eigenlijk twee kruiwagens en één idool. Zij hebben in ieder geval alle drie gemeen dat het kleurrijke personen waren en zijn. Natuurlijk staat mijn vader op nummer één, door hem ben ik besmet met de verf. Hij is een heel aardig, mooi en zeer geliefd persoon. Ook heb ik het geluk gehad dat ik vroeger met een heel markant en extravagant persoon heb gewerkt: Ley Wehrens. Hij was fabrikant van kleurpasta’s.

Ley imponeerde mij altijd enorm met zijn indrukwekkende uiterlijk. Hij kon zijn extravagante uiterlijk in een wereld van donkerte goed overbrengen, Ley had overtuigingskracht. Hij kon zijn wie hij wilde zijn en dat heb ik altijd nagestreefd. David Bowie was voor mij ook een inspirator. Hij veranderde continue; zowel in uiterlijk als muziekstijl. Bowie was steeds op zoek naar grenzen en choqueerde. Ik vond dat erg bijzonder.”

Wat is je allergrootste passie in het vak?

“Creëren. Met name in samenwerking met een groep jonge en enthousiaste mensen. Daar kom ik echt mijn bed voor uit.”

Wat is je grootste leermoment geweest in je carriere?

“Als succesvolle verffabrikant kwamen mensen op mijn team en mij af die zogenaamd wilden samenwerken, maar eigenlijk ideeën, kennis en werk afpakten. Dat zijn teleurstellingen die menig ondernemer meemaakt en waar je daarna heel hard aan moet werken om de spontaniteit weer terug te krijgen. Dit soort frustraties moet je zo snel mogelijk van je afslaan en op de positieve dingen focussen. Het was een groot leermoment en zulke mensen houd ik tegenwoordig op afstand. Ik laat het enthousiasme van mijn team en mijzelf niet onderdrukken en neem de frustratie niet mee. Wij laten dit achter in het verleden.”

Have you been a wheelbarrow for anyone?

“Ik ben hopelijk voor vele (ex-)collega’s die met mij of voor mij hebben gewerkt een kruiwagen. Dofine is uitgegroeid naar ontwerpstudio, productlab en applicateur ineen. Het team ontwerpt unieke afwerkingen voor wanden, vloeren, panelen, objecten en meubels. Er werken veel mensen met het Dofine-concept die uiteindelijk zelfstandig willen zijn. Ik hoop natuurlijk ook een voorbeeld te zijn voor mijn kinderen en hen te inspireren wat ze wel en niet kunnen doen in hun leven.”