Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Column Ruud Hollander: Sterke verhalen

Ronald Giphart en Ruud Hollander zijn eigenaar van De Biograaf. Samen maken ze door literaire schrijvers geschreven biografieën in opdracht van (welgestelde) mensen en organisaties met een bijzonder verhaal. Op deze plek verhalen ze over hun belevenissen.
John van Helvert

Kun je over ieder mens een boek schrijven? Zeker! Al zit in sommige mensen wel een beter boek dan in andere. Neem Ron en Michel de Kok, twee broers wier vader in het begin van de jaren zeventig in Nederland de eer­ste vestiging van Kentucky Fried Chicken opende. Aan de Bergweg in Rotterdam, om precies te zijn. Als tieners hielpen ze hun vader graag. Later traden ze bij hem in dienst en namen ze de zaak over. En daarna begonnen ze er nog acht. Inmid­dels zijn ze rond de zestig, hebben ze alle filialen van de hand gedaan en is ons gevraagd een boek te maken over hun roerige jaren in de fast food.

Als we ze voor het eerst ontmoeten, gaan de mooie verhalen al snel over tafel. Michel is bijvoorbeeld een enorme Prince-fan. Hij zegt: “Toen Prince in 1990 zijn Nude Tour in Rotter­dam zou starten, was hij er al een week eerder voor de rehearsals, in Ahoy. Over­nachten deed hij in het Kurhaus in Den Haag. Dus ik ging daar elke dag met een paar maten heen om hem te spotten Dat lukte niet, maar toen Prince onverwacht even terug moest naar Minneapolis, konden we wel contact leggen met de andere band­leden. Die hadden door de tijdelijke afwezig­heid van Prince niks te doen. Ze hingen wat rond in het hotel, en toen we aanboden ze een beetje wegwijs te maken in het uitgaansleven, ont­stond er een soort van vriendschap.”

De bandleden vonden het geweldig te horen dat Michel mede-eigenaar was van de enige KFC in Nederland. “Kun je ons misschien een paar buckets brengen als we in Ahoy aan het repeteren zijn?”, vroegen ze. Dat deed hij uiter­aard. En door de relatie met de band wist hij het als eerste als Prince besloot na een optreden ook nog een kleiner nachtconcert te geven. Bijvoorbeeld jaren later in het Rotterdamse Nighttown. Michel: “Bij toeval ligt de artiesteningang van Nighttown tegenover de leveranciersingang van KFC. Daar, op de stoep, heb ik meneer kunnen spreken.” Waar ze het over had­den? “Ik gaf hem wat complimenten, zei dat ik een fan was en hij zei wat aardige woorden terug. Het ging natuurlijk nergens over, maar het heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Het stoepje waar we stonden is voor mij nog steeds heilige grond.”

Grote verhalen, kleine verhalen: ze volgen elkaar in rap tempo op. Ron, de jongste van de twee: “Vooral leuk waren de beginjaren, omdat we toen alles konden doen wat we wilden in het restaurant. Gaandeweg werd de aansturing vanuit Amerika echter steeds strenger. Dat was niet altijd fijn, want de overzeese directie kon behoorlijk dwingend zijn, terwijl die weinig wist van de Nederlandse markt. Maar hun wil was wet. Hoe ver dat ging, bleek toen ze in de jaren tachtig van Gemeente Amsterdam geen toe­stem­ming kregen om een filiaal in de Leidsestraat te openen. ‘Geen restaurant op die plek?’, zeiden ze. ‘Dan sluiten we meteen alle andere filialen in Nederland.’ Dat waren er op dat moment een stuk of tien. Er bleven alleen nog een paar franchisezaken over, waar­onder die van ons.”

Geamuseerd vertelt hij: “Alle interieurs van de tien KFC-zaken die werden opgedoekt lagen jarenlang in een tuincentrum. Tafels, stoelen, verlichting, bakovens… Als er bij ons in het restaurant iets stuk was, ging ik altijd daarheen om een vervangend onderdeel te halen.” Tot de eigenaar van het tuincentrum daar zo genoeg van kreeg dat Ron voor 1.500 gulden alle spullen mocht overnemen. Die sloeg hij toen zelf op. En een deel ver­kocht hij met een forse winst weer door­.

Van die verhalen dus. Terwijl de koffie nog eens wordt ingeschonken en er tompouces worden geserveerd, zegt Ron tegen Michel: “Weet je nog dat pa een keer slaande ruzie kreeg met die gast die een ‘melkshake’ met pistachesmaak bestelde…?”

MASTERS MAGAZINE

In de zomereditie van MASTERS een interview met Sven Kramer, een rijimpressie van de Bugatti Chiron Super Sport en een onderzoek naar het Effect van Max. Maar bovenal komen mensen aan bod die licht brengen in de duisternis. Zoals Henk Jan Beltman, die Tony’s Chocolonely overnam omdat je met een bedrijf de wereld mooier kan maken. Chef-kok Emile van der Staak, die de ambitie heeft om onze eetcultuur te veranderen en daarom kookt met planten en groenten die hij betrekt uit het voedselbos. Designer Nienke Hoogvliet, die natuurlijke zeewierverf als alternatief voor schadelijke textielverf heeft geïntroduceerd. En Anna Nooshin, die de huidige socialmediacultuur van de mooie plaatjes hekelt. In haar documentaire deelt ze ook de minder mooie aspecten uit haar leven. Stuk voor stuk mensen die vragen stellen, spiegels voorhouden, stappen maken. Stappen naar een gezondere wereld en meer begripvolle samenleving.

 

MASTERS #50