Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

Onbegrensde droomreizen

De ultieme vakantie? Die maak je in je dromen mee. Waar alles mogelijk is, los van alle realiteit, de fantasie als gids. En dat 100 procent eco-vriendelijk en all-inclusive. Sluit de ogen en stap in!

 

Waarom luieren loterijwinnaars altijd steevast in een hangmat op een tropisch palmenstrand met een cocktail in de hand? Is dat dan de ultieme vakantiewens voor iemand die alles heeft en alles kan en niets meer hoeft? Hoe onorigineel. Het getuigt bovendien van een geborneerd zicht op de onbeperkte mogelijkheden die dan voorhanden zijn. Zuipend niks doen in de zon, jongens, kom op, is that all there is?

Laten we eens verder denken dan dat als het om reizen gaat. De fantasie op hol laten slaan, los van alle tijd en realiteit: terug in de tijd bijvoorbeeld, of juist ver vooruit, ergens hoog in de hemel of als Jules Verne naar het diepste van de aarde (of maan, of Jupiter, zoek het uit). En over Jules Verne gesproken: waarom niet Shakespeare meegenomen als reispartner, of Marilyn Monroe, Einstein, Napoleon, of van mijn part een Kardashian. Ik weet het, als de keus onbeperkt is, wordt kiezen schier onmogelijk (vergelijk het met het aanbod shampoos, tandpasta’s of eieren die in de supermarkten liggen). Maar waag toch eens een poging.

In de geest reizen doen we allemaal wel eens. Afdwalen in de wereld van een boek of film bijvoorbeeld, mijmerend in een stoel, denkend aan verre horizonten en droombeelden vol ‘was ik maar’ en ‘had ik maar’ en ‘kon ik maar’.

Zo zat ik laatst in een vliegtuig Jacob Haafners Exotische liefde te lezen, een persoonlijk reisverslag van de schrijver die in de achttiende eeuw van Calcutta naar Madras reisde. Niet in een vliegtuig, maar in een palankijn, ‘een sofa waarin men op een zacht matras en met kussens onder het hoofd net zo ligt als op een bed. De schouders van de dragers zijn met een dikke laag eelt bedekt, veroorzaakt door de bamboe draagbomen. Bij het dragen maken ze om beurten een zacht, steunend geluid, dat niet onaangenaam is. Het metrum van beweging en geluid wiegt mij telkens weer in slaap.’ Deugt natuurlijk niet, die onderbetaalde of wellicht tot slaaf gemaakte schleppers van toen, maar ja, er bekruipt me toch een gevoel van heimwee naar die trage verplaatsing van A naar B, zonder de snelheid van het vliegtuig nu, de gejaagdheid op vliegvelden, de lange, lange rijen en het ongemak van de moderne vliegtuigstoel waarin de slaap nauwelijks te vatten is. Langzaam reizen terwijl het landschap aan je voorbijgaat en alles geleidelijk verandert is toch een mooi iets. Geen jetlag, geen cultuurshock, slow motion als menselijke maat.

Dus als ik aan mijn onbegrensde droomreis denk, denk ik in eerste instantie aan een traag tempo, en dan vooral zonder lichamelijke inspanning, want daar ben ik niet zo van. Een moderne uitvoering van een draagstoel dus, met airconditioning en wifi en de stoel uit de First Class van Singapore Airlines. En een goed gevulde minibar. Tijdens de reis naar het zuiden wil ik geleidelijk ook terug in de tijd, dus vertrek uit het Amsterdam van de eenentwintigste eeuw, bij Utrecht de twintigste aantikken zodat ik rond Brussel in de tijd van mijn overgrootouders ben beland, de Belle Époque waarin overdadige schoonheid in alle facetten het adagium was bij de elite. Kortom: ga eens op reis met alle trossen los. Je hoeft er niet eens voor uit je stoel te komen. Hoe eco-vriendelijk is dat?